Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.Het verloop van de procedure
2.De vaststaande feiten
‘De werknemer heeft recht op deelname aan de door [gedaagde] gevoerde collectieve pensioenvoorziening. De premie voor de pensioenvoorziening wordt voor 100% voldaan door werkgever.’Delta Lloyd heeft [eiser] destijds geïnformeerd over de pensioenregeling. Uit de betreffende ‘pensioenstartbrief’ blijkt dat het om een beschikbare premieregeling ging. In hoofdstuk 1, onder j. van deze pensioenstartbrief staat (onder de kop:
‘Wat mag uw werkgever wijzigen?’) vermeld:
‘ [gedaagde] B.V. (-) kan de pensioenovereenkomst wijzigen zonder dat u hieraan meewerkt. [gedaagde] B.V. (-) kan dat echter niet zomaar. Het belang van de wijziging moet zwaarder wegen dan uw belang bij behoud van de pensioenovereenkomst. Een zwaarwegend belang kan bijvoorbeeld een dreigend faillissement zijn. Wijzigt [gedaagde] B.V. (-) uw pensioen en bent u het niet eens met de reden? Dan kunt u aan een rechter verzoeken om uitspraak te doen. De rechter beslist dan of er sprake is van een zwaarwegend belang of niet (-).’In artikel 20 van het pensioenreglement is bepaald dat in alle gevallen waarin het reglement niet voorziet de werkgever beslist.
‘Behoudens de in het pensioenreglement genoemde gevallen is de werkgever voor elke werknemer de krachtens genoemde reglement vastgestelde premie verschuldigd. De werkgever heeft van de door hem verschuldigde premie geen recht van verhaal op de werknemer voor het deel van de premie wat betrekking heeft op het zogeheten VPL-deel. De werkgever heeft voor de overige premie recht van verhaal op de werknemer op de helft van dat bijbehorende premiepercentage minus een percentage dat wordt afgeleid van 0,57% van de loonsom van de bedrijfstak. Dit wordt door de stichting Pensioenfonds Metaal en Techniek vertaald in een premiepercentage van de premiegrondslag.’Voor 2015 is de maximale werknemersbijdrage gesteld op 46,3%. De pensioenregeling van het PMT heeft het karakter van een uitkeringsovereenkomst in de vorm van een middelloonregeling. Blijkens het voorwoord bij de CAO heeft de CAO een minimum karakter. Het tussen partijen overeengekomen loon ligt boven dat van de CAO.
‘De waarde van de in de cao genoemde ADV dagen en Senior vakantiedagen zijn tot op heden door [gedaagde] aan de medewerkers als het ware uitbetaald. Naast marktwaarde verklaart dit de hoge basissalarissen van de huidige medewerkers.’