Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.Het onderzoek ter terechtzitting
De verdachte is in persoon verschenen en heeft zich ter terechtzitting laten bijstaan door
mr. M. Grinwis-Veldman, advocaat te Utrecht.
2.Tenlastelegging
3.Voorvragen
4.De beoordeling van het bewijs van het bewijs
De verdediging heeft de hierna te noemen verweren gevoerd.
28 mei 2015 bij de politie heeft afgelegd uit te sluiten van het bewijs, aangezien zij tijdens dit verhoor onder onaanvaardbare druk zou zijn gezet om over haar betrokkenheid te verklaren, waardoor, zo bedoelt de verdediging klaarblijkelijk, deze verklaring niet betrouwbaar is..
Uit het dossier volgt dat [aangever] kort na het gebeurde heeft gesproken met getuige [getuige 1] en de politie. Dat wat zij tegen deze getuige en de politie heeft gezegd, komt op essentiële punten overeen met dat wat zij daarna in haar aangifte, in een aanvullende verklaring en tijdens een verhoor door de rechter-commissaris heeft verklaard. Bovendien wordt haar verklaring op onderdelen ondersteund door de verklaringen van getuigen [getuige 1] , [getuige 2] en [getuige 3] , de bevindingen van de politie, het geconstateerde letsel en tot slot de verklaringen van de verdachten [medeverdachte] en [verdachte] . Aldus acht de rechtbank de verklaringen van [aangever] in voldoende mate betrouwbaar en zal deze niet op voorhand van het bewijs uitsluiten.
Op 23 mei 2015 ben ik naar de woning van [medeverdachte] gegaan, te [woonplaats] . Ik ben daar de nacht van 23 mei 2015 op 24 mei 2015 gebleven. [2] Om ongeveer 6.00 uur werd de voordeur van de woning van [medeverdachte] opengetrapt. Ik zag dat [verdachte] binnenkwam. Ik zag dat [verdachte] erg boos was. [verdachte] en [medeverdachte] hebben nog een zus, [getuige 3] . Dat is een goede vriendin van mij. [verdachte] zei dat [getuige 3] haar in elkaar had geslagen en jongens op haar had afgestuurd. [verdachte] zei tegen [medeverdachte] dat ik met hen mee moest naar de woning van [getuige 3] om de code van de voordeur te geven zodat ze [getuige 3] konden pakken. Ik zei tegen [medeverdachte] en [verdachte] dat ik niet mee ging en de code ook niet zou geven. Gelijk nadat ik dit gezegd had, kreeg ik meerdere vuistslagen van [verdachte] tegen mijn gezicht. Ik voelde dat ze mij opzettelijk en met forse kracht sloeg tegen mijn kaken en beide ogen. Ik kreeg hier een hevige pijn in mijn gezicht van. Op het moment dat ik de vuistslagen kreeg, zat ik op de bank in de woonkamer. Ik zag en voelde dat [verdachte] mij na de vuistslagen met haar voeten trapte in mijn gezicht en tegen mijn lichaam. Zij had op dat moment schoenen aan. Hierna werd ik door [verdachte] met haar handen bij mijn keel vastgepakt en werd mijn keel dichtgeknepen. Hierdoor kreeg ik bijna geen lucht meer. Op dat moment begon [medeverdachte] mij ook met haar vuisten in mijn gezicht te slaan. Nadat [verdachte] mijn keel losliet, kneep [medeverdachte] ook mijn keel dicht. Zowel [verdachte] als [medeverdachte] bleven gelijktijdig tegen mij schreeuwen dat ik mee moest naar de woning van [getuige 3] . Ik bleef zeggen dat ik niet mee zou gaan, waarop zowel [medeverdachte] als [verdachte] mij meerdere malen bleven slaan met hun vuisten in mijn gezicht. Deze mishandelingen zijn denk ik wel een uur doorgegaan. [3] Ik ben een paar keer kort buiten bewustzijn geweest. [4] Op een gegeven moment werd bij de voordeur geklopt. Op dat moment deed [verdachte] haar hand voor mijn mond en zei dat ik moest blijven zitten en niks mocht zeggen. Ik was zo ontzettend bang dat ik nog meer mishandeld zou worden. Ik zag en hoorde dat [medeverdachte] de voordeur op een kiertje deed. Ik hoorde dat de politie voor de deur stond. Ik hoorde dat de politie weer wegging en dat [medeverdachte] de deur weer dichtdeed. [5] Ik ben blijven zitten en ben niet naar de deur gelopen toen de politie voor de deur stond omdat ik gewoon bang was. Ik had liever weggewild. Ik moest daar gewoon blijven van hen omdat ze iemand anders te pakken wilden nemen. Er is meerdere keren tegen mij gezegd dat ik niet weg mocht en dat ik eerst de code moest geven. [6]
Ik weet dat [medeverdachte] op de bovenste etage woont. Op 24 mei 2015 werd ik omstreeks 5.50 uur wakker gebeld door de voordeurbel van de woning. Aan de andere kant van de intercom hoorde ik een mannen- en een vrouwenstem. [9] Na ongeveer 10 minuten werd er weer aangebeld. Daarna hoorde ik voetstappen in de portiek die naar boven gingen. Gelijk hierna was er veel geschreeuw van een bovengelegen woning van een man en een vrouw. Dit geschreeuw ging denk ik wel 45 minuten door.
Ik heb de politie gebeld. Die kwam snel ter plaatse en ging naar de bovenste etage. Ongeveer 20 minuten later hoorde ik wederom geschreeuw van een bovenwoning komen. Dit geschreeuw en geruzie is ongeveer een half uur doorgegaan. Om 10.00 uur hoorde ik stemmen in de portiek. Ik zag [medeverdachte] , een jongen en een meisje buiten staan. Ik hoorde een vrouwenstem zeggen: “Alsjeblieft niet doen.” [10] Na ongeveer 20 minuten hoorde ik geklop aan de voordeur. Ik zag een meisje. Ik zag dat het meisje hele dikke ogen had. Ze striemen in haar nek en paarse oren. Ik zag dat het meisje zwaar “toegetakeld” was in haar gezicht. Ze vertelde mij dat ze ruzie had gehad en in elkaar was geslagen door [medeverdachte] en de zus van [medeverdachte] . Het meisje kwam op mij zeer angstig over. Ze vertelde dat ze de politie eerder had gehoord in de portiek maar dat ze vast werd gehouden en dat haar mond werd dichtgedrukt. Ook was ze twee keer “out” gegaan. [11]
Ik woon op de [adres] . [medeverdachte] woont in een woning in hetzelfde portiek. In de nacht van 23 mei 2015 op 24 mei 2015 was er geluidsoverlast vanuit de woning van [medeverdachte] . Op sommige momenten werd er geschreeuwd en aan de intonatie maakte ik op dat er een ruzie gaande was. [12] Ook werd er regelmatig aangebeld bij de centrale toegangsdeur. Ik heb naast meerdere vrouwenstemmen ook meerdere mannenstemmen gehoord deze nacht en vroege ochtend. Ik ben om ongeveer 9.00 uur-9.15 uur vertrokken vanuit mijn woning. Ik zag voor de portiekdeur een persoon. Ik keek ik haar in haar gezicht aan. Ik schrok me toen kapot en had zoiets walgelijks nog nooit eerder gezien. Er zat bloed op haar shirt. Ik zag dat haar gezicht helemaal opgezwollen was. Haar gezicht zag er roze, blauw uit. [13] Ik zag dat ze volledig in elkaar was geslagen. Haar wimpers zagen er uit als hechtingen, alsof ze geopereerd was en ze er hechtingen in hadden gedaan. Ik werd echt letterlijk misselijk van het letsel dat ik bij deze vrouw zag. [14]
Naar aanleiding van een melding op 24 mei 2015 omstreeks 6.50 uur zijn wij, verbalisant
Ik heb al 2 a 3 jaar geen contact meer met [medeverdachte] en [verdachte] . Ik heb een vriendin, zij heet [aangever] . [18] Ik was in de nacht van 24 mei 2015 in Utrecht. Ik kwam [verdachte] tegen. Het werd toen gelijk een gevecht tussen ons. De politie was aanwezig en heeft ons beiden aangesproken. Ik ben hierna gegaan. Ik woon op 16 hoog en om bij mijn voordeur te komen moet je aanbellen om binnen te komen. Wanneer je in het gebouw aanwezig bent, moet je op mijn etage een code invoeren of aanbellen om bij mijn woning te komen. [19]
forse haematomen aan beide ogen, kan haar ogen nauwelijks openen, uitgebreide haematomen in gelaat, hals, borst en bovenarmen. Striemen rond de hals. Zwelling linker oor. Zwelling en wond op de bovenlip. Zwelling occipitaal rechts. [20]
[X 1] was er al voordat [verdachte] in de woning kwam. [verdachte] kwam binnen. [23] [verdachte] draaide door. Ik heb mijn zus nog nooit zo gezien. De blik in haar ogen was heel eng. U toont mij een foto van het letsel in de nek van [aangever] . De schaafwondjes zijn ontstaan door het mes. [24] Op een gegeven moment is het heel erg geëscaleerd. [25]
5.Bewezenverklaring
6.De strafbaarheid van de feiten
7.De strafbaarheid van verdachte
I. van Asselt rapporteert dat verdachte lijdt aan een ziekelijke stoornis van de geestvermogens in de zin van alcoholmisbruik en mogelijk misbruik van meerdere middelen en een gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens in de zin van een persoonlijkheidsstoornis NAO met borderline - en antisociale trekken. De ziekelijke stoornis/gebrekkige ontwikkeling van de geestesvermogens beïnvloedde de gedragskeuzes c.q. gedragingen ten tijde van het ten laste gelegde zodanig dat verdachte ten aanzien van het onder 1 meer subsidiair en 2 bewezenverklaarde verminderd toerekeningsvatbaar beschouwd moet worden.
8.Motivering van de straffen en maatregelen
De verdachten hebben hiermee een grove inbreuk gemaakt op de lichamelijke integriteit van het slachtoffer. De schadelijke gevolgen van het handelen van de verdachte en haar mededader zullen bij het slachtoffer nog lang merkbaar zijn, zoals ook blijkt uit de ter terechtzitting voorgelezen slachtofferverklaring. Het gaat om ernstige feiten die de rechtbank verdachte zeer kwalijk neemt.
W. de Waard, reclasseringsmedewerker. De reclassering schat het recidiverisico hoog in en adviseert tot het opleggen van een (deels) voorwaardelijke straf, met als bijzondere voorwaarden, gedurende een proeftijd van 4 jaar:
9.Ten aanzien van de benadeelde partij en de schadevergoedingsmaatregel
10.Toepasselijke wettelijke voorschriften
11.Beslissing
14 maanden.