Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
[veroordeelde]
- de ITB Plus met ingang van heden nog een jaar doorloopt;
- dat het ter beoordeling van de reclassering is wanneer de behandeling bij De Waag van start zal gaan.
Rechtbank Midden-Nederland
Op 9 december 2016 heeft de Rechtbank Midden-Nederland, zittingslocatie Utrecht, uitspraak gedaan in de zaak met parketnummer 16/708042-15. Deze uitspraak betreft de beslissing na een vordering van de officier van justitie tot tenuitvoerlegging van een voorwaardelijke straf, die eerder was opgelegd bij een vonnis van 28 juni 2016. De veroordeelde, geboren in 1998, heeft zich niet gehouden aan de bijzondere voorwaarden die aan zijn voorwaardelijke veroordeling waren verbonden. De rechtbank heeft de situatie van de veroordeelde en zijn problematiek in overweging genomen en vastgesteld dat er enige vooruitgang is geboekt, maar dat verdere begeleiding en behandeling noodzakelijk zijn.
De rechtbank heeft besloten de vordering tot tenuitvoerlegging af te wijzen, ondanks de overtredingen van de bijzondere voorwaarden. Dit besluit is genomen in het belang van de begeleiding van de veroordeelde, die nog steeds ondersteuning nodig heeft. De rechtbank heeft de proeftijd met één jaar verlengd en de bijzondere voorwaarden gewijzigd, zodat de ITB Plus voor een extra jaar doorloopt. De rechtbank heeft ook bepaald dat de veroordeelde zich moet blijven melden bij de jeugdreclassering en onder behandeling moet blijven bij een ambulante instelling, Topzorg van De Waag.
De rechtbank heeft in haar overwegingen benadrukt dat het recidiverisico groot is zonder de noodzakelijke begeleiding en behandeling. De beslissing is genomen met inachtneming van artikel 14f van het Wetboek van Strafrecht, en de rechtbank heeft de noodzaak van een stabiele situatie voor de veroordeelde onderstreept. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer voor strafzaken, waarbij de officier van justitie en de raadsman van de veroordeelde aanwezig waren.