3.1.[eiseres] vordert bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
Nefkens te veroordelen tot hervatting en voortzetting van de loondoorbetaling aan [eiseres] tot het moment dat rechtens vaststaat dat het dienstverband tussen [eiseres] en Nefkens is geëindigd;
Nefkens te veroordelen tot voldoening van het achterstallige loon aan [eiseres] , onder overlegging van juiste, verifieerbare, loonspecificaties;
Nefkens te veroordelen tot voldoening van de wettelijke verhoging wegens vertraging op grond van artikel 7:625 BW, over het te laat betaalde loon aan [eiseres] ;
Nefkens te veroordelen tot voldoening van de wettelijke rente over de wettelijke verhoging wegens vertraging en over het achterstallige loon aan [eiseres] tot het moment der volledige betaling daarvan;
Nefkens te veroordelen tot het, zodra [eiseres] is hersteld, toelaten van [eiseres] tot de gewone werkzaamheden in de functie waarin zij werd aangenomen, zulks met toegang tot alle gebruikelijke en benodigde locaties en systemen en met opneming van [eiseres] in al deze systemen, waar zulks gebruikelijk dan wel benodigd is, zoals – maar daartoe niet beperkt – de telefoonlijst, zulks op straffe van een dwangsom van € 5.000,00 per dag of dagdeel dat Nefkens nalaat het gevorderde na te leven, met een door de kantonrechter in goede justitie te bepalen maximum;
Nefkens te veroordelen in de kosten van dit geding aan de zijde van [eiseres] ;
Nefkens hoofdelijk te veroordelen tot vergoeding van de wettelijke rente over de proceskosten, daaronder begrepen de dagvaardingskosten, vanaf het moment van dagvaarding tot het moment van volledige voldoening ervan, met bepaling dat, als de ene gedaagde partij betaald heeft, de andere gekweten zal zijn.