11.BESLISSING
- verklaart het ten laste gelegde bewezen, zodanig als hierboven onder 5 is omschreven;
- spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
- verklaart het bewezen verklaarde feit strafbaar en kwalificeert dit zodanig als hierboven onder 6 is omschreven;
- verklaart verdachte strafbaar;
- legt aan verdachte op een
taakstrafvoor de duur van
140uren;
- beveelt dat voor het geval de veroordeelde de taakstraf niet of niet naar behoren verricht de taakstraf wordt vervangen door 70 dagen jeugddetentie, althans een aantal dagen jeugddetentie dat evenredig is aan het niet verrichte aantal uren taakstraf, berekend naar de maatstaf van 2 uren taakstraf per dag jeugddetentie;
- bepaalt dat de tijd, door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde straf in mindering zal worden gebracht, berekend naar de maatstaf van 2 uren taakstraf per dag in verzekering doorgebracht;
- bepaalt dat van deze taakstraf een gedeelte, groot
60 uren,niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten op grond van het feit dat de verdachte de hierna te melden algemene voorwaarde niet heeft nageleefd;
- stelt als algemene voorwaarde dat de verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- stelt daarbij de proeftijd van twee jaren vast;
- heft op het (geschorste) bevel tot voorlopige hechtenis;
- veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [A] , wonende te [adres] , [postcode] [woonplaats] , van een bedrag van € 900,- (zegge: negenhonderd euro), vermeerderd met de wettelijke rente sinds de dag waarop het thans bewezen verklaarde feit jegens de benadeelde partij werd gepleegd, te weten 10 januari 2016, tot die van de voldoening;
- veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [C] , wonende te [adres] , [postcode] [woonplaats] , van een bedrag van € 500,- (zegge: vijfhonderd euro), vermeerderd met de wettelijke rente sinds de dag waarop het thans bewezen verklaarde feit jegens de benadeelde partij werd gepleegd, te weten 10 januari 2016, tot die van de voldoening;
- veroordeelt de verdachte voorts in de kosten, door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
- legt op aan de verdachte de verplichting tot betaling aan de Staat van een bedrag groot
€ 900,-, te vermeerderen met de wettelijke rente op de wijze zoals hiervoor is bepaald, ten behoeve van het slachtoffer [A] voornoemd, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 2 dagen hechtenis;
- legt op aan de verdachte de verplichting tot betaling aan de Staat van een bedrag groot
€ 500,-, te vermeerderen met de wettelijke rente op de wijze zoals hiervoor is bepaald, ten behoeve van het slachtoffer [C] voornoemd, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 2 dagen hechtenis;
- bepaalt dat de benadeelde partijen voor wat het meer gevorderde betreft in hun vorderingen niet-ontvankelijk zijn en dat zij hun vordering voor dat deel bij de burgerlijke rechter kunnen aanbrengen.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.J.A.L. Beljaars, voorzitter, mr. J.F. Haeck, rechter, en mr. K.G. van de Streek, rechter en tevens kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. J.P. Ponsteen, griffier, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van 6 december 2016.