ECLI:NL:RBMNE:2016:7744
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - meervoudig
- K.G. van de Streek
- P.K. van Riemsdijk
- P.K. Oosterling-van der Maarel
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak in strafzaak wegens beroving door onvoldoende bewijs van betrokkenheid verdachte
Op 22 november 2016 heeft de Rechtbank Midden-Nederland, zitting houdende in Lelystad, uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van beroving. De zaak kwam voort uit een incident op 15 december 2014 in Almere, waarbij de verdachte samen met anderen een jas en een mobiele telefoon van een slachtoffer zou hebben weggenomen, met geweld en bedreiging. Tijdens de zitting op 8 november 2016 werd de verdachte bijgestaan door zijn advocaat, mr. K. Ramdhan. De officier van justitie, mr. J. Zeilstra, vorderde een veroordeling op basis van verschillende bewijsmiddelen, waaronder een fotoconfrontatie en verklaringen van getuigen. De verdediging betwistte echter de betrokkenheid van de verdachte en pleitte voor vrijspraak.
De rechtbank heeft de bewijsvoering kritisch beoordeeld. De verklaringen van de getuigen en de fotoconfrontatie wekten twijfels over de betrokkenheid van de verdachte. De rechtbank concludeerde dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs was om de verdachte als dader aan te merken. De rechtbank oordeelde dat de verdachte niet buiten enige twijfel en met uitsluiting van ieder ander als dader van de beroving kon worden aangemerkt. Daarom werd de verdachte vrijgesproken van de ten laste gelegde feiten.
Daarnaast werd de benadeelde partij, vertegenwoordigd door [A], niet-ontvankelijk verklaard in zijn vordering tot schadevergoeding, omdat de verdachte was vrijgesproken. De rechtbank wees ook de vordering tot tenuitvoerlegging af, aangezien de verdachte niet was veroordeeld. De uitspraak benadrukt het belang van voldoende bewijs in strafzaken en de rechten van de verdachte.