Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.[verzoeker 1]
[verzoeker 2a] en [verzoeker 2b]
[verzoeker 3] ,
[verzoeker 4]
[verzoeker 5]
[verzoeker 6]
[verzoeker 7]
[verzoeker 8]
[verzoeker 9]
[verzoeker 10]
[verzoeker 11]
[verzoeker 12]
[verzoeker 13]
1.De procedure
2.De feiten
thans is gebleken dat bij de na te noemen akte van splitsing [van notaris [C] ] in appartementsrechten de onverdeeldheid van ieder appartementsrecht in de gemeenschap op onjuiste wijze is vastgesteld, aangezien de buitenruimten van de penthouseappartementen voor een te groot deel bij de berekening van de breukdelen in acht zijn genomen.”.
“Gezien het feit dat net geen 80% gehaald wordt, voelen de eigenaars van de penthouses zich genoodzaakt een verzoek vervangende machtiging ex art. 5:140 lid 1 BW bij de Kantonrechter in te dienen.”.
3.Het verzoek en het verweer
4.De motivering
te kort door de bocht is”,leidt de kantonrechter af dat de methode waarop deze breukdelen zijn gebaseerd ook door een tegenstemmer niet als een objectieve (en eerlijke) maatstaf wordt gezien voor de verdeling van de servicekosten. Dat de thans voorgestane methode om de breukdelen vast te stellen, gebaseerd op de woon-/gebruiksoppervlakte van de appartementen in samenhang gezien met de NEN-2580 norm, geen objectieve maatstaf is, is niet aannemelijk geworden. De enkele stelling van [A] dat hij de vierkante meter-methode ook niet eerlijk vindt, acht de kantonrechter, zonder nadere toelichting die ontbreekt, onvoldoende.
Verdeelsleutels NEN [verweerster] , op basis maand-begrotingsbedrag 2015 van: € 2.050,00”af te leiden dat het huidige percentage in het kader van de te betalen servicekosten op basis van 1/10 en 1/20 respectievelijk 5% en 10% bedraagt, terwijl met toepassing van NEN 2580 op de woon-/gebruiksoppervlakte die percentages variëren in 4,93%, 5,01%, 5,42%, 5,50% en 8,13%. Het verschil tussen de oude en de nieuwe percentages is naar het oordeel van de kantonrechter dermate gering dat geen sprake is van een zodanig negatief effect op de hoogte van de servicekosten, dat dit een redelijke grond voor weigering van de verzochte toestemming is. Bovendien wordt het begrotingsbedrag ter zake de servicekosten jaarlijks door de VvE vastgesteld. Dit betekent dat de hoogte van de servicekosten reeds om die reden al kan fluctueren. Dit relativeert het verweer van [A] ook nog eens.