Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
- veroordeelde is op 21 augustus 2014 door het Landgericht Düsseldorf veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van drie jaren;
- het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden heeft geoordeeld dat de aan veroordeelde opgelegde gevangenisstraf in Nederland ten uitvoer kan worden gelegd;
- op 6 augustus 2015 heeft de officier van justitie de verdere tenuitvoerlegging van dit vonnis gelast;
- de begindatum van de detentie van veroordeelde was 19 maart 2014;
- de voorlopige datum voor voorwaardelijke invrijheidstelling was bepaald op 18 maart 2016;
- op 17 februari 2016 heeft Reclassering Nederland gemeld dat veroordeelde weigerde mee te werken aan het opstellen van een reclasseringsrapport;
- de rechtbank Midden-Nederland heeft op 18 februari 2016 een vordering als bedoeld in artikel 15d van het Wetboek van Strafrecht ontvangen, strekkende tot uitstel van de voorwaardelijke invrijheidstelling met 90 dagen;
- op 17 maart 2016 heeft deze rechtbank besloten dat de voorwaardelijke invrijheidstelling werd uitgesteld met 28 dagen nadat veroordeelde ter zitting kenbaar had gemaakt dat hij alsnog bereid was om de te stellen voorwaarden na te leven;
- de hernieuwde datum voor voorwaardelijke invrijheidsstelling van veroordeelde was bepaald op 15 april 2016;
- op 7 april 2016 heeft de reclassering geadviseerd om veroordeelde niet in aanmerking te laten komen voor voorwaardelijke invrijheidsstelling omdat veroordeelde zich niet kan houden aan de voorwaarden die geïndiceerd zijn;
- de rechtbank Midden-Nederland heeft op 14 april 2016 een vordering als bedoeld in artikel 15d van het Wetboek van Strafrecht ontvangen, strekkende tot uitstel van de voorwaardelijke invrijheidstelling met 120 dagen;
- op 18 mei 2016 heeft deze rechtbank besloten dat de voorwaardelijke invrijheidstelling wordt uitgesteld met 120 dagen omdat veroordeelde niet bereid was om te stellen voorwaarden na te leven;
- de hernieuwde datum voor voorwaardelijke invrijheidsstelling van veroordeelde is bepaald op 13 augustus 2016;
- de reclassering heeft op 27 juni 2016 geadviseerd veroordeelde niet in aanmerking te laten komen voor een voorwaardelijke invrijheidsstelling, nu veroordeelde niet met de reclassering in gesprek wil gaan over te stellen voorwaarden;
- de rechtbank Midden-Nederland heeft op 5 juli 2016 een vordering als bedoeld in artikel 15d van het Wetboek van Strafrecht ontvangen, strekkende tot het achterwege laten van de voorwaardelijke invrijheidstelling.