Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.[eiser sub 1] ,
[eiseres sub 2],
1.De procedure
- de dagvaarding met bewijsstukken;
- de brief van 30 september 2016 van mr. E.W.M. Aalsma met bewijsstukken;
- de brief van 5 oktober 2016 van mr. M.E.G. Murris met bewijsstukken;
- de brief van 6 oktober 2016 van mr. M.E.G. Murris met één bewijsstuk;
- de mondelinge behandeling;
- de pleitnota van SNS Bank.
2.De feiten
€ 258.951,13 aan restant hoofdsom, achterstand en administratiekosten opeisbaar gesteld. Voorts heeft SNS Bank in haar brief vermeld dat als [eisers c.s.] dit bedrag niet binnen zeven dagen zal voldoen, aan de notaris opdracht zal worden gegeven om de woning te veilen en dat een veiling bijna altijd minder opbrengt dan een verkoop op de vrije markt.
€ 258.915,79) nogmaals opgeëist. Voorts heeft SNS Bank in haar brief vermeld dat als [eisers c.s.] dit bedrag niet binnen zeven dagen zal voldoen, de notaris opdracht zal worden gegeven om de woning te veilen en dat een veiling bijna altijd minder opbrengt dan een verkoop op de vrije markt.
3.Het geschil
4.De beoordeling
één regel lagerverwerkt in het saldo dat is genoemd in de derde kolom. [eisers c.s.] leek er tijdens de zitting van uit te gaan dat het te muteren bedrag
op dezelfde regelin de derde kolom moest zijn verwerkt. [eisers c.s.] heeft geen mutaties in het overzicht kunnen aanwijzen waarin een in de tweede kolom genoemd te muteren bedrag niet één regel lager in het saldo waren verwerkt. Verder is niet gebleken dat er (andere) betalingen zouden hebben plaatsgevonden die niet op het overzicht zouden zijn verwerkt.
2 maanden (tot 7 september 216) laten verstrijken alvorens daadwerkelijk tot executie over te gaan.
€ 527,00