Uitspraak
[veroordeelde]
OVERWEGINGEN
BESLISSING
AKTE VAN UITREIKING (G)
bevel tot afwijzing verlenging bevel bewaring (WOTS)
Rechtbank Midden-Nederland
Op 24 oktober 2016 heeft de rechter-commissaris in strafzaken, Mr. A. Muller, de vordering van de Officier van Justitie tot verlenging van het bevel tot bewaring van een veroordeelde afgewezen. De vordering was ingediend op 18 oktober 2016 en betrof een veroordeelde die in Libanon was geboren in 1967 en gedetineerd was in de P.I. Almere. De rechter-commissaris heeft vastgesteld dat er op 12 oktober 2016 een bevel tot bewaring was verleend. Tijdens de zitting op 24 oktober 2016 heeft de rechter-commissaris zowel de veroordeelde als diens advocaat gehoord. De raadsman betoogde dat de veroordeelde, op het moment van de mogelijke verlenging van de bewaring, het restant van zijn gevangenisstraf in Ecuador naar Nederlandse maatstaven had uitgezeten. Dit leidde tot de conclusie dat het niet te verwachten viel dat de veroordeelde bij de omzetting van zijn buitenlandse straf een hogere gevangenisstraf zou krijgen dan reeds ten uitvoer was gelegd. De officier van justitie, na kennisname van de pleitnotities van de raadsman, was van mening dat er geen aanleiding meer bestond om de hechtenis van de veroordeelde te verlengen. Gezien deze overwegingen heeft de rechter-commissaris de vordering tot verlenging van het bevel tot bewaring afgewezen, met inachtneming van artikel 11 van de Wet Overdracht Tenuitvoerlegging Strafvonnissen.