Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 2 december 2016 in de zaak tussen
[eiser] , te [woonplaats] , eiser
Procesverloop
Overwegingen
Verweerder heeft eiser vervolgens bij brief van 14 juli 2015 na ontvangst van zijn bezwaarschrift schriftelijk in de gelegenheid gesteld om binnen dertig dagen bezwaargronden in te dienen. Daarmee heeft verweerder eiser de in artikel 6:6 van de Awb bedoelde gelegenheid geboden om het gebrek binnen een daartoe gestelde termijn te herstellen. In deze brief is eiser ook gewezen op de mogelijkheid van niet-ontvankelijkverklaring van het bezwaar. Eiser heeft van deze herstelmogelijkheid om gronden in te dienen geen gebruik gemaakt, maar hij heeft bij e-mail van 20 juli 2015 verzocht om verlenging van de bezwaartermijn. Uit de verdere e-mailwisseling blijkt dat verweerder naar aanleiding van deze e-mail met eiser heeft afgesproken dat de behandeling van het bezwaarschrift van eiser wordt uitgesteld in afwachting van de bespreking van het coffeeshopbeleid op de raadsvergadering.
Na de raadsvergadering heeft verweerder eiser bij e-mail van 17 december 2015 gevraagd of de bespreking van het coffeeshopbeleid op 8 december 2015 in de raadsvergadering gevolgen had voor zijn bezwaar. Daarbij is hem de mogelijkheid geboden om zijn bezwaargronden op een hoorzitting naar voren te brengen. Eiser heeft hierop niet gereageerd. Verweerder heeft eiser vervolgens bij brief met dagtekening 15 december 2015 uitgenodigd voor een hoorzitting op 15 januari 2016. Eiser is niet verschenen op de hoorzitting.
e-mailwisseling met verweerder. Dit brengt de rechtbank ertoe dat de blote ontkenning namens eiser van de ontvangst van zowel de brief als de e-mail als ongeloofwaardig moet worden bestempeld. Daarom gaat de rechtbank uit van de ontvangst van deze stukken door eiser.