Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.[eiser sub 1] ,
1.De procedure
2.De feiten
“
De schade aan mijn boot heeft zich voorgedaan in oktober 2012 in Saint Tropez. De brand in de crew cabin deed zich voor op de laatste dag van mijn verblijf op het schip. Ik zou later die dag gaan vliegen en heb daarom ’s-ochtends voor het ontbijt alle handdoeken, lakens, kussen e.d. opgeborgen in de crew cabin. Daarna ben ik met mijn tenderbootje aan wal gegaan. Tijdens mijn ontbijt zag ik vanaf de kade opeens rookontwikkeling op mijn boot. De brandweer heeft het schip toen naar de kade getrokken en met schuim geblust.
“
Directe brandschade is enkel aanwezig in de crewcabine aan bakboordzijde met de kooi. Na de brand zijn er alleen hete rookgassen van de crewcabine aan bakboord via de kier naar de crewcabine aan stuurboord getrokken. De brand is ontstaan in de crewcabine aan bakboord.
De brandvlekken op de houten armaturen van de crewcabine aan bakboord zijn besproken […]. In het gebied boven de kooi waar voorheen de halogeenlampen aan het uiteinde aan de stuurboordzijde waren gemonteerd, is de houten lambrisering gespaard gebleven. Boven het uiteinde van de kooi aan de bakboordzijde, waarop het bedieningspaneel van de airconditioning was gemonteerd, is de bovenste houten lambrisering daarentegen volledig verbrand.
“
In case of short circuit on Display, it would have burnt the fuse (400 milliamperes) on the Transformer: it did not happen.
3.Het geschil
4.De beoordeling
buitenkantvan deze kunststofafdekking met de drie aansluitklemmen laat zien. Op foto 27, waarop duidelijk ernstiger brandschade waarneembaar is, is de
binnenkantvan diezelfde afdekking te zien. De hoek waaronder deze foto’s zijn genomen en de hier zichtbare schade heeft de kantonrechter tijdens de comparitie met partijen kunnen nagaan aan de hand van de toen meegebrachte kunststofafdekking. Uit het rapport blijkt aldus dat er juist meer schade is ontstaan aan de binnenzijde van de kunststofafdekking en dit ondersteunt de conclusie van IFS dat de brand aan de binnenkant van het bedieningspaneel van de airconditioning is ontstaan. [gedaagde] heeft in het licht hiervan niet voldoende onderbouwd dat de door IFS geconstateerde toename van de brandintensiteit aan de zijde van de crewcabine waar de airconditioning zich bevond is te verklaren vanuit de aanzuigende werking van de ventilatiegaten. De geconstateerde en gefotografeerde schade aan het bedieningspaneel en de kunststofafdekking weerspreken dit scenario immers.