Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.[gedaagde sub 1] ,
1.De procedure
- de dagvaarding;
- de conclusie van antwoord;
- de conclusie van repliek;
- de conclusie van dupliek.
2.De beoordeling
6.422,00(2 punten × tarief € 3.211)
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak vorderen de eiseressen, Zuidgoed Investment B.V. en Wegeb B.V., betaling van een geldlening van € 2.000.000 die zij in november 2014 hebben verstrekt aan BSH Holding B.V. en HBS Investments B.V. De overeenkomst bevatte een rente van 20% per jaar, die maandelijks betaald diende te worden. De gedaagden, waaronder [gedaagde sub 1], hebben echter vanaf februari 2015 niet aan hun renteverplichtingen voldaan. Zuidgoed heeft daarop conservatoir beslag laten leggen op de woning van [gedaagde sub 1] en derdenbeslag onder ING Bank N.V.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de gedaagden in verzuim zijn met hun verplichtingen. De gedaagden hebben erkend dat BSH niet aan haar betalingsverplichtingen heeft voldaan, maar hebben aangevoerd dat externe oorzaken hen verhinderd hebben te betalen. De rechtbank oordeelt dat deze omstandigheden niet aan de gedaagden kunnen worden toegerekend, waardoor de vordering tot terugbetaling van de hoofdsom en de rente toewijsbaar is. Ook de aanvullende schadevergoeding van € 12.500 wordt toegewezen, evenals de buitengerechtelijke incassokosten, die zijn vastgesteld op het wettelijke tarief.
De rechtbank heeft verder de beslagkosten toegewezen en de proceskosten aan de zijde van de eiseressen begroot op € 9.789,84. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde is afgewezen. Dit vonnis is uitgesproken op 28 december 2016 door mr. J.O. Zuurmond.