Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
- de rolbeslissing van 25 november 2015
- de conclusie na tussenvonnis van [eiseres] van 4 mei 2016
- de antwoordconclusie na tussenvonnis van [gedaagde] van 15 juni 2016
- de brief van mr. Van Hasselt namens [eiseres] van 23 november 2016, met vier producties
- de pleidooien, gehouden op 7 december 2016.
2.De verdere beoordeling
Opdracht
volgens [gedaagde]een verbetering betreft (dekking en/of premie) als er sprake is van hetzelfde te verzekeren risico. Van deze verbetering zullen wij in dit stadium van ons onderzoek niet de aannemelijkheid beoordelen. […]’
3.De beslissing
uiterlijk 25 januari 2017,met betrekking tot alle relaties die deel hebben uitgemaakt van de overgedragen assurantieportefeuille, conform haar producties 5 en 6 en indien mogelijk niet alleen schriftelijk maar ook digitaal, een overzicht in het geding te brengen met daarop een overzichtelijke weergave van alle polissen die sinds 1 januari 2011 lopen of hebben gelopen, van de verzekerde risico’s waarop die polissen betrekking hebben of hebben gehad en van de bij die polissen horende jaarpremies en jaarprovisies,
22 februari 2017voor het nemen van een akte door [eiseres] over hetgeen is vermeld onder 2.18, waarna [gedaagde] op de rol van vier weken daarna een antwoordakte kan nemen,