[eiser] vordert, na vermeerdering van eis, dat de kantonrechter bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
I voor recht verklaart dat PGB inbreuk heeft gemaakt op de auteurs- en persoonlijkheidsrechten door het in de dagvaarding genoemde werk in de gedrukte en digitale (online) versie van het Kerkblad van 29 oktober 2015 op te nemen,
II PGB beveelt om met onmiddellijke ingang iedere inbreuk op de auteurs- en persoonlijkheidsrechten van [eiser] ten aanzien van het werk te staken en gestaakt te houden,
III PGB veroordeelt tot betaling aan [eiser] van een onmiddellijk opeisbare dwangsom van € 200,00 voor iedere dag of een gedeelte daarvan, zulks ter keuze van [eiser] , voor iedere overtreding van PGB van het hiervoor onder II gevorderde, althans een door de kantonrechter te bepalen dwangsom,
IV PGB veroordeelt tot betaling aan [eiser] van een schadevergoeding van
€ 1.777,00, althans een door de kantonrechter te bepalen bedrag, voor de inbreuk op de auteurs- en persoonlijkheidsrechten van [eiser] ,
V PGB veroordeelt in de redelijke en evenredige proceskosten en andere kosten, die [eiser] heeft gemaakt, waaronder in ieder geval begrepen de volledige advocaatkosten en de verschotten, althans in de kosten van het geding op grond van artikel 1019h Rv, die terzake de inbreuk op de auteurs- en persoonlijkheidsrechten van [eiser] worden begroot op een bedrag van € 8.592,53, dan wel in de buitengerechtelijke kosten ten bedrage van € 322,53 en de proceskosten,
VI PGB veroordeelt in de nakosten als bedoeld in artikel 237 lid 4 Rv ten bedrage van
€ 100,00.