11.BESLISSING
- verklaart niet bewezen hetgeen onder 2 aan verdachte is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
- verklaart het onder 1 primair ten laste gelegde bewezen, zodanig als hierboven onder 5 is omschreven;
- spreekt verdachte vrij van wat onder 1 primair meer of anders is ten laste gelegd;
- verklaart het bewezen verklaarde feit strafbaar en kwalificeert dit zodanig als hierboven onder 6 is omschreven;
- verklaart verdachte strafbaar;
- veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
12maanden;
- bepaalt dat van de gevangenisstraf een gedeelte, groot
4 maanden, niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten op grond van het feit dat de verdachte de hierna te melden algemene voorwaarde niet heeft nageleefd;
- bepaalt dat de tijd, door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
- stelt als algemene voorwaarden dat de verdachte:
* zich voor het einde van de proeftijd van 2 jaar niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
* ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
* medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen;
- stelt als bijzondere voorwaarden dat de verdachte (zich) gedurende de proeftijd (van 2 jaar):
* op geen enkele wijze – direct of indirect – contact opneemt, zoekt of heeft met de familie [familie] , zijnde [B] , [A] , [slachtoffer 2] en [slachtoffer 1] , zolang de reclassering dit noodzakelijk acht;
* niet bevindt in de [wijk, woonplaats] (het stadsdeel van Almere dat begrensd wordt door de [straatnaam] , de [straatnaam] , het [straatnaam] , de [straatnaam] , de [straatnaam] en (een gedeelte van) de [straatnaam] ), zolang de reclassering dit noodzakelijk acht;
* houdt aan opdrachten en/of aanwijzingen gegeven door of namens Reclassering Nederland en zich zo vaak en frequent bij Reclassering Nederland (te Vivaldiplantsoen 200 te Utrecht) meldt als de reclassering noodzakelijk vindt, zolang de reclassering dit noodzakelijk acht;
* onder behandeling stelt van De Waag of soortgelijke ambulante forensische zorg, op de tijden en plaatsen als door of namens die De Waag of soortgelijke ambulante forensische zorg aan te geven, teneinde zich te laten behandelen;
- waarbij de reclassering opdracht wordt gegeven toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden;
- veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 1] , wonende te Almere, van een bedrag van € 4.841,66 (zegge: achtenveertighonderd eenenveertig euro en zesenzestig eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente voor wat betreft de immaterieel geleden schade van € 4.800, - vanaf 14 februari 2016, tot de dag van voldoening;
- bepaalt ten aanzien van de reiskosten, groot € 41,66, dat deze worden vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 1 september 2016 tot de dag van voldoening;
- veroordeelt de verdachte voorts in de kosten, door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op € 56,-, en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, deze te voldoen binnen 14 dagen na de datum van dit vonnis, bij gebreke waarvan voormeld bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de vijftiende dag na de datum van dit vonnis tot de dag van volledige betaling;
- legt op aan de verdachte de verplichting tot betaling aan de Staat van een bedrag groot
€ 4.841,66 ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 1] voornoemd, inclusief wettelijk rente zoals hiervoor bepaald, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 41 dagen hechtenis;
- bepaalt dat, indien de verdachte (gedeeltelijk) heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat, daarmee verdachtes verplichting tot betaling aan de benadeelde partij (in zoverre) komt te vervallen en andersom dat, indien de verdachte (gedeeltelijk) heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij, daarmee verdachtes verplichting tot betaling aan de Staat (in zoverre) komt te vervallen;
- bepaalt dat de benadeelde partij wat het meer gevorderde betreft in haar vordering niet-ontvankelijk is en dat zij haar vordering voor dat deel slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
- bepaalt dat de benadeelde partij in zijn vordering niet-ontvankelijk is en dat hij zijn vordering slechts bij de burgerlijk rechter kan aanbrengen.
Dit vonnis is gewezen door mr. O.P. van Tricht, voorzitter, mrs. J.F. Haeck en V.M.A. Sinnige, rechters, in tegenwoordigheid van mr. J.E. Doornwaard, griffier, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van 23 december 2016.
De voorzitter en mr. Sinnige zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.