ECLI:NL:RBMNE:2016:6798

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
21 december 2016
Publicatiedatum
19 december 2016
Zaaknummer
5082107 AT VERZ 16-365
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek tot instelling van bewind op basis van deskundigenrapport

In deze zaak heeft de kantonrechter op 21 december 2016 een beschikking gegeven op een verzoek tot onderbewindstelling van de rechthebbende. Het verzoek was ingediend door de verzoeker, die zich zorgen maakte over de vermogensrechtelijke belangen van de rechthebbende. De procedure volgde op een eerdere beschikking van 15 september 2016, waarin de kantonrechter had geconcludeerd dat zij onvoldoende informatie had om een definitieve beslissing te nemen. Daarom werd er een onafhankelijk deskundigenonderzoek gelast, waarbij drs. Th. Trompetter als deskundige werd benoemd. Op 31 oktober 2016 werd het verslag van de deskundige ingediend, waarin werd geconcludeerd dat de rechthebbende cognitief en geestelijk in staat was om zijn vermogensrechtelijke belangen te behartigen. De deskundige oordeelde dat er geen medische redenen waren voor bewindvoering en dat de rechthebbende in staat was om zijn wensen vast te leggen in een notariële volmacht.

De kantonrechter heeft, na het bestuderen van het deskundigenrapport en de overige ingediende stukken, geoordeeld dat er geen bewijs was dat de rechthebbende tijdelijk of duurzaam niet in staat was om zijn belangen zelf te behartigen. Ondanks de verslechterende lichamelijke toestand van de rechthebbende door een chronische ziekte, was er op dat moment geen noodzaak voor bewindvoering. De kantonrechter heeft het verzoek tot instelling van bewind dan ook afgewezen. De beschikking werd openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier, en er werd aangegeven dat tegen deze beslissing binnen drie maanden hoger beroep kon worden ingesteld bij het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Bewindsbureau
locatie Amersfoort
zaaknummer: 5082107 AT VERZ 16-365
Beschikking op een verzoek tot onderbewindstelling d.d. 21 december 2016
Ingediend door:
[rechthebbende],
wonende te [postcode] [woonplaats] , [adres] ,
hierna te noemen: rechthebbende,
en
[verzoeker],
wonende te [postcode] [woonplaats] , [adres] ,
hierna te noemen: verzoeker.

1.De procedure

1.1.
De kantonrechter heeft een beschikking gegeven op 15 september 2016. Voor het verloop van de procedure tot die datum verwijst de kantonrechter naar die beschikking.
1.2.
Nadien is op 31 oktober 2016 ter griffie ingekomen een rapportage van drs. Th. Trompetter, arts.
1.3.
Op 14 november 2016 is een mailbericht ingekomen van mevrouw [A] , dochter van rechthebbende.
1.4.
Op 5 december 2016 is ter griffie ingekomen een brief van drs. Th. Trompetter.

2.De beoordeling

2.1.
Het thans voorliggende verzoek strekt tot instelling van een bewind over de goederen die (zullen) toebehoren aan rechthebbende.
2.2.
Bij beschikking van 15 september 2016 heeft de kantonrechter geconcludeerd dat zij zich onvoldoende voorgelicht acht om een eindbeslissing op het verzoek te kunnen geven. Gelet hierop heeft de kantonrechter een onafhankelijk deskundigenonderzoek gelast en drs. Th. Trompetter tot deskundige benoemd. De deskundige is verzocht om uiterlijk 1 november 2016 verslag uit te brengen.
2.3.
Op 31 oktober 2016 is ter griffie ingekomen het verslag van de deskundige. Uit het verslag blijkt onder meer dat de deskundige van oordeel is dat rechthebbende cognitief/geestelijk gezien ten volle in staat is zijn vermogensrechtelijke belangen te behartigen en de reikwijdte en mogelijke gevolgen van zijn beslissingen te overzien. Verder is de deskundige van oordeel dat rechthebbende, gelet op zijn geestelijke en lichamelijke toestand, wilsbekwaam is ten aanzien van het vastleggen van zijn wensen in een notariële algemene volmacht en er medisch gezien geen reden is voor bewindvoering.
2.4.
Bij brief van 1 november 2016 is zowel aan verzoeker en rechthebbende bericht dat de kantonrechter gelet op het verslag van de deskundige het voornemen heeft het verzoek af te wijzen. Verzoeker en rechthebbende zijn in de gelegenheid binnen twee weken na dagtekening van deze brief op het voornemen te reageren.
2.5.
Bij mailbericht van 14 november 2016 heeft mevrouw [A] bericht teleurgesteld te zijn in de conclusie van de deskundige. Voorts deelt zij mee het vreemd te vinden dat de vriendin van rechthebbende aanwezig was tijdens het onderzoek door de deskundige. Temeer omdat een belangrijke reden voor het verzoek tot onderbewindstelling erin is gelegen rechthebbende te beschermen tegen de (negatieve) invloed die de vriendin op rechthebbende zou hebben.
De deskundige heeft op verzoek van de kantonrechter nog gereageerd op het bericht van mevrouw [A] . Bij brief van 2 december 2016 heeft de deskundige meegedeeld dat weliswaar de vriendin van rechthebbende aanwezig was bij het onderzoek, maar dat het hem uit de gang van zaken duidelijk is geworden dat rechthebbende wilsbekwaam moet worden geacht. Volgens de deskundige reageerde rechthebbende cognitief goed en waren er geen tekenen van andere aandoeningen. Ook uit het contact met de vriendin is de deskundige niet gebleken dat rechthebbende niet zelfstandig kan oordelen.
2.6.
De kantonrechter is, gelet op de stukken, het verhandelde ter zitting en de nadien nog ingekomen stukken, van oordeel dat niet gebleken is dat rechthebbende tijdelijk of duurzaam niet in staat is ten volle zijn vermogensrechtelijke belangen zelf behoorlijk waar te nemen. Bovendien is de kantonrechter overeenkomstig het deskundigenverslag van oordeel dat, hoewel de lichamelijke toestand van rechthebbende verslechtert door zijn chronische ziekte, (op dit moment) een bewind niet noodzakelijk is aangezien rechthebbende in staat is bij notariële volmacht het beheer over zijn vermogen nader te regelen. Voorts is niet gebleken dat rechthebbende wordt beïnvloed door zijn vriendin. Derhalve zal de kantonrechter het verzoek afwijzen.

3.De beslissing

De kantonrechter:
3.1.
wijst het verzoek tot instelling van een bewind over de goederen die (zullen) toebehoren aan
[rechthebbende]voornoemd af.
Deze beschikking is gegeven door mr. A.M. Crouwel, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 21 december 2016, in tegenwoordigheid van de griffier.
Tegen deze beslissing kan binnen drie maanden na de dag van de uitspraak hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, Postbus 9030, 6800 EM Arnhem. Het beroepschrift kan uitsluitend door een advocaat worden ingediend.