ECLI:NL:RBMNE:2016:6716

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
10 februari 2016
Publicatiedatum
15 december 2016
Zaaknummer
16.700004-15 (P)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Poging tot doodslag door steekpartij in asielzoekerscentrum

Op 10 februari 2016 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een 45-jarige asielzoeker uit China, die op 26 december 2014 in een asielzoekerscentrum zijn vrouw en stiefzoon met een mes heeft gestoken. De rechtbank heeft de man veroordeeld tot een gevangenisstraf van 4½ jaar voor twee pogingen tot doodslag. De verdachte heeft zijn vrouw en stiefzoon meerdere ernstige steekwonden toegebracht, wat heeft geleid tot grote psychische en lichamelijke gevolgen voor de slachtoffers. De rechtbank oordeelde dat de verdachte opzettelijk handelde en dat zijn daden ernstige inbreuk maakten op de lichamelijke integriteit van de slachtoffers. De officier van justitie had een gevangenisstraf van 54 maanden geëist, maar de rechtbank legde een iets kortere straf op, rekening houdend met de omstandigheden van de verdachte en de impact van de steekpartij op de slachtoffers en omstanders. De rechtbank heeft ook een schadevergoeding van € 3.112,00 toegewezen aan de benadeelde partij, de stiefzoon van de verdachte, voor de geleden schade door de steekpartij.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Afdeling Strafrecht
Zittingslocatie Lelystad
Parketnummer: 16.700004-15 (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 10 februari 2016
in de strafzaak tegen
[verdachte] ,
geboren op [1970] te [geboorteplaats] (China),
gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting Almere.

1.HET ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Het onderzoek heeft laatstelijk plaatsgevonden ter openbare terechtzitting van 27 januari 2016, waarbij de verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. K. Karakaya, advocaat te Apeldoorn.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie
mr. M. Kamper en van de standpunten door de raadsman van verdachte naar voren gebracht.

2.DE TENLASTELEGGING

De verdachte is ten laste gelegd dat:
1. primair

hij op of omstreeks 26 december 2014 te [plaatsnaam], althans in het arrondissement Midden-Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om opzettelijk (zijn echtgenote) [slachtoffer 1] van het leven te beroven, met dat opzet die [slachtoffer 1] meerdere malen, althans eenmaal met een mes, althans een dergelijk scherp steekvoorwerp in de maag en/of de lever en/of het middenrif, althans in het (boven)lichaam heeft gestoken, zijnde de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet voltooid;

1. subsidiair

hij op of omstreeks 26 december 2014 te [plaatsnaam], althans in het arrondissement Midden-Nederland, aan (zijn echtgenote) [slachtoffer 1] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel (diverse steekwonden), heeft toegebracht, door voornoemde [slachtoffer 1] opzettelijk meerdere malen, althans eenmaal met een mes, althans een dergelijk scherp steekvoorwerp in de maag en/of de lever en/of het middenrif, althans in het (boven)lichaam te steken;

2 primair
hij op of omstreeks 26 december 2014 te [plaatsnaam], althans in het arrondissement
Midden-Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om opzettelijk (zijn stiefzoon) [slachtoffer 2] van het leven te beroven, met dat opzet die [slachtoffer 2] meerdere malen, althans eenmaal met een mes, althans een dergelijk scherp steekvoorwerp in de maag en/of de lever en/of de milt, althans in het (boven)lichaam heeft gestoken, zijnde de uitvoering van dat
voorgenomen misdrijf niet voltooid;
2 subsidiair

hij op of omstreeks 26 december 2014 te [plaatsnaam], althans in het arrondissement Midden-Nederland, aan (zijn stiefzoon) [slachtoffer 2] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel (diverse steekwonden), heeft toegebracht, door voornoemde [slachtoffer 2] opzettelijk meerdere malen, althans eenmaal met een mes, althans een dergelijk scherp steekvoorwerp in de maag en/of de lever en/of de milt, althans in het (boven)lichaam te steken.

3.DE VOORVRAGEN

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zij bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in haar vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

4.DE BEWIJSMIDDELEN EN DE BEOORDELING DAARVAN

Inleiding
Op 26 december 2014 omstreeks 10:48 uur kreeg de politie een melding van een steekpartij in een bungalow van het Asielzoekerscentrum [plaatsnaam] aan de [adres] in [plaatsnaam]. In een slaapkamer in bungalow [nummer] werden verdachte en zijn vrouw, [slachtoffer 1] zwaargewond aangetroffen. De stiefzoon van verdachte, [slachtoffer 2] , werd gewond op het terrein van het asielzoekerscentrum aantroffen door een medebewoner. Allen hadden diverse steekwonden.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte te veroordelen ter zake van het onder 1 primair en 2 primair ten laste gelegde. Uit de getuigenverklaringen van [getuige 1] , [getuige 2] , [getuige 3] en verklaringen van de slachtoffers kan worden afgeleid dat verdachte, nadat hij een mes uit de keuken had gepakt en hij met geweld de deur van de slaapkamer van zijn stiefzoon had opengemaakt, [slachtoffer 2] en [slachtoffer 1] met een mes heeft verwond. De wijze waarop deze verwondingen zijn toegebracht en de ernst van de verwoningen hadden tot de dood kunnen leiden.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft vrijspraak gevorderd van het onder 1 primair en 2 primair ten laste gelegde omdat verdachte geen opzet, ook niet in voorwaardelijke vorm, op de dood van de slachtoffers heeft gehad. Hiertoe heeft de raadsman aangevoerd dat verdachte zich voor de ogen van de slachtoffers van het leven wilde beroven en dat de verwondingen bij de slachtoffers zijn ontstaan door strijd om het mes.
Ten aanzien van het onder 1 subsidiair en 2 subsidiair ten laste gelegde heeft de raadsman zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank, met uitzonderling van de onder 2 subsidiair ten laste gelegde zinsnede ‘de maag en/of de lever en/of de milt’.
Het oordeel van de rechtbank [1]
In het dossier bevindt zich een proces-verbaal van verhoor van [slachtoffer 2] waarin hij als volgt verklaart.
Ik hoorde toen harde schreeuwgeluiden van mijn stiefvader, ik liep toen de badkamer uit naar mijn ouders toe. Ik zag dat mijn stiefvader stond te schreeuwen tegen mijn moeder. (…) Toen zei mijn stiefvader ‘wacht maar dan’ en hij liep naar buiten. (…) Ik ging toen naar mijn eigen slaapkamer. Opeens viel mijn stiefvader mij aan met een groot mes. Hij kwam mijn kamer binnen door tegen de deur te trappen. Hij stak wild op mij in, overal in mijn lichaam. Ik probeerde mij te verdedigen, maar ik was te zwak voor hem. Ik probeerde het mes uit zijn hand te krijgen, die viel uiteindelijk op de grond. Daarna ging hij weg. (…)
Toen ging ik mama roepen. Zij kwam onmiddellijk naar mijn slaapkamer toe, en zij omhelsde mij. Zij wilde mij beschermen. Inmiddels had ik de deur dichtgedaan. Maar mijn stiefvader kwam weer naar mij toe, hij had hierbij een ander mes in zijn hand. Ik hield de deur tegen zodat hij niet kon binnenkomen, maar terwijl hij nog buiten stond, en ik binnen, stak hij met dat andere mes. Hierdoor kon ik hem niet meer tegenhouden, en kwam hij dus opnieuw binnen. Mijn moeder probeerde ook samen met mij de deur dicht te houden, maar wij waren samen niet sterk genoeg om de deur dicht te houden. Toen hij was binnengedrongen, begon hij mij opnieuw te steken. Hij hield het mes met zijn beide handen vast, en stak richting mijn hard. Ik probeerde met mijn handen het mes tegen te houden, ik raakte hierdoor verder gewond. Op een gegeven moment zakte ik op de grond, ik kon hem niet verder tegenhouden. Hij bleef maar op mij insteken. Mijn moeder probeerde mij te beschermen, maar ook zij werd gestoken. Zij werd gestoken in haar armen en borst, en nog meer plekken. (…)
Vervolgens ging hij op bed staan, daarbij zei hij ‘ik ga jullie vermoorden, en daarna ga ik mijzelf vermoorden.’ Hij begon op zichzelf in te steken, daarna riep mij moeder tegen mij dat ik moest vluchten. Ik ben toen naar buiten gerend en ben op de grond in elkaar gezakt. (…). [2]
Bij de rechter-commissaris verklaarde [slachtoffer 2] onder meer het volgende.
Ik zat in mijn kamer en hij kwam met een mes mijn kamer binnen. En hij begon mij te steken in mijn hoofd. Hij stak mij in mijn voorhoofd en achterhoofd. Hij heeft mij op 4 a 5 plekken gestoken. (…). Hij kwam binnen en hij begon ineens te steken op mijn hoofd. Ik probeerde mij te verdedigen met beide handen maar hij bleef doorgaan. (…) Hij stak van boven naar beneden. Ik zat op mijn bed en ik stond toen op. Hij stak eerst met 1 hand en toen ik mijzelf begon te verdedigen hield hij het mes met beide handen vast. Terwijl hij aan het steken was gaf hij mij een kopstoot en hij schopte tegen mijn lichaam. Hij was op dat moment als een gekke persoon. Ik heb mijzelf proberen te verdedigen en mijn moeder probeerde hem ook tegen te houden. Uiteindelijk is het mes uit zijn handen gevallen en liep hij de kamer uit. Mijn moeder zei toen” ga maar snel vluchten”. In plaats van te vluchten heb ik de deur dicht gegaan en hij kwam opnieuw binnen. De deur was dicht en hij schopte tegen de deur. De buren hebben gezien hoe hij tegen de deur schopte. (…). Toen hij mij aan het steken was schreeuwde ik “mamma mamma”. Toen kwam zij binnen. U vraagt mij of er toen ook iets met haar is gebeurd. Dat heb ik niet gezien, dus ik weet het niet. Ik zag wel bloed op haar hand. (…). Ik zag dat op het moment dat zij tegen mij zei ga maar vluchten. (….) Ik weet alleen dat mijn moeder ons uit elkaar probeerde te houden. (…). Zij duwde mijn stiefvader weg, ze maakte veel bewegingen.(…)
Tijdens de worsteling heb ik uiteindelijk het mes in mijn handen gekregen, mijn stiefvader liet het mes los. Ik heb toen het mes op de grond gegooid. Wij hebben best wel lang het mes van elkaar weggetrokken. Hij wilde het mes hebben en ik wilde het mes afpakken. (…)
(…) Toen zei mijn moeder tegen mij “vluchten vluchten”. Dat heb ik niet gedaan, ik heb de deur dicht gedaan.(…)
Hij schopte tegen de deur en uiteindelijk kwam hij binnen en begon hij weer te steken. U vraagt mij of dat met een ander mes was. Met een ander mes, een lang mes waarmee we groenten snijden. U vraagt mij wat het verschil was met het andere mes. Het eerste mes was een mes waarmee wij vlees snijden, het tweede mes, daar snijden wij groente mee. (…)
Hij begon weer te steken, ik heb hem tegen gehouden, maar toch ging hij door als een
gekke. Hij stak mij en hij stak mijn moeder. Hij heeft ook zichzelf gestoken. Toen hij bezig was met zichzelf te steken terwijl hij stond op mijn bed, ben ik de kamer uit gevlucht. Buiten heb ik om hulp geroepen. (…)
U vraagt mij of het klopt dat mijn stiefvader ook mijn moeder stak toen ik nog
in de kamer was. Ja, dat klopt. U vraagt mij of het klopt dat mijn moeder en ik elkaar beschermden. Ja, dat klopt. We hebben elkaar omhelst en vastgehouden om elkaar te beschermen. Ik heb hem tegen gehouden met mijn hand en armen. In mijn armen zijn tientallen hechtingen aangebracht. Hij zei “ik ga jullie beiden vermoorden en dan ga ik zelf ook dood”. (…) [3]
[slachtoffer 1] verklaarde bij de politie onder meer het volgende.
Die dag van de steekpartij zag ik dat hij mijn zoon begon te steken. Ik schreeuwde en smeekte hem om te stoppen en riep dat hij beter mij kon steken. Hij was op dat moment een soort van slager die een schaap aan het slachten was. (…)
Ik heb 1 mes gezien. (…) Het was een lang mes. Het was een soort van slagersmes.(…)
Het mes heb ik voor het laatst op het bed gezien. Ik zag dat mijn echtgenoot mijn zoon aan het steken was. Ik schreeuwde dat hij moet ophouden ophopuden. Ik zag dat hij bleef doorgaan en hoorde hem zeggen dat hij het kind van de prostitutie ging vermoorden. Ik hoorde hem zeggen dat hij ons ging vermoorden. Ik was bang en vroeg hem te stoppen. Ik hoorde hem zeggen dat hij de homo ging vermoorden. (…) Hij stak ons tweeën met het mes. (…) Ik heb vier of vijf steekwonden. [4]
Aanvullend verklaarde [slachtoffer 1] onder meer:
Hij heeft zich zelf verwond omdat hij anders bang was dat hij zeker de schuld zou krijgen van deze steekpartij. (…)
Op een gegeven moment hoorde ik dat mijn man zei: ‘hoerenkind, is mijn eten nog niet klaar?’(…) Plotseling zag ik dat mijn man een mes had. Ik zag niet waar dit mes vandaan kwam of waarom hij dit mes had. Ik ben hierop naar een andere kamer gevlucht. Mijn zoon heeft het gebeuren gehoord en gezien en wilde hem tegen houden. Dit lukte mijn zoon niet. Uiteindelijk heeft hij mij en mijn zoon gestoken. (…) De familie [naam] zag dat mijn man een mes in zijn hand had en ik vroeg hen om hulp in te schakelen. (…)
Ik werd eerst gestoken. Hij begon mij te steken met een mes. Tegelijkertijd zei hij ‘Hoerenkind, ik ga jou vermoorden en de rest van de zaken regelen en trouwen met een jonge vrouw’. (…) Er is mij door artsen verteld dat ik op acht of negen plekken ben gestoken. (…) Ik ben meerdere keren gestoken in been, buik en bovenlichaam. Ook ben ik in de hartstreek. (…)
Ik ben eerst zelf gestoken, toen kwam mijn zoon binnen. Ik zag dat mijn zoon diverse malen werd gestoken door mijn man. Ik zag dat mijn zoon op de grond viel. Ik zag dat hij onder andere in zijn rug gestoken werd. Hierop ben ik op mijn zoon gaan liggen en heb ik hem geprobeerd te beschermen. Ik vertelde mijn man dat hij mij maar moest steken. (…) Op dat moment begon hij weer mij te steken. (…) Ik was aan het bloeden en toch ging hij door. Ik voelde, toen ik op mijn zoon lag, elke keer weer steken in mijn lichaam. (…) Op een gegeven begon hij zichzelf te steken met een mes en begon hij zelf ook hard te schreeuwen. [5]
Bij de rechter-commissaris verklaarde [getuige 1] onder meer als volgt.
Ik ging naar die kamer want ze riepen mij. Ik heb geprobeerd de deur open te maken maar de man hield de deur tegen met zijn voet. Ik zag dat de moeder op de grond zat, haar zoon
beschermde haar door over haar heen te hangen. De man sloeg hen allebei. Ik zag dat toen ik de deur toch open kreeg. De moeder zat op het bed en dus niet op de grond. De jongen zat op zijn knieën op de grond en probeerde zijn moeder te beschermen. (…) Ik zag wel overal bloed. (…) Het gezicht en het hoofd van de zoon zaten onder het bloed. (…) Ik bracht de man naar buiten maar ik kon niet met hem spreken want zij spreken hun eigen taal. Ik zei tegen de jongen dat hij zijn deur op slot moest doen. (…) De man ging naar de keuken. Na een moment kwam hij terug met een mes. (..) Ik kwam dichterbij hem en probeerde hem te kalmeren. Hij wilde duidelijk niet dat ik er tussen kwam. Hij hield het mes omhoog en maakte een wegduw beweging en maakte een grommend geluid, maar hij heeft mij niet persoonlijk bedreigd. (…)Hij ging richting de kamer en probeerde de deur open te maken maar die was op slot. Hij sloeg op de deur tot de deur open ging. Hij ging naar binnen en wij hoorden geluiden. De vrouw en de zoon schreeuwden. (…). [6]
[getuige 3] verklaarde onder meer als volgt.
Ik hoorde heel hard roepen en schreeuwen vanuit de kamer van het Chinese gezin. Ik hoorde de zoon roepen om hulp. (…) Wij konden zien, door de deuropening van die kamer van de zoon, dat de zoon op zijn moeder lag om haar te beschermen. (…) Ik zag dat de man, de man van die mevrouw, hard op de zijn zoon insloeg. Omdat de zoon de moeder heel goed beschermde van de klappen die zij kreeg van haar man, de klappen werd door de zoon opgevangen maar vermoedelijk bedoeld waren voor de vrouw.(…)
Ik zag dat de man de keuken inliep om een mes te halen. (…) Ik zag dat de man terug liep naar de kamer waar die vrouw en de zoon waren. Ik hoorde en zag dat de man probeerde de deur te openen om er hard tegen aan te schoppen. Ik hoorde hen ook hard schreeuwen. (…). [7]
De rechtbank heeft enige schrijffouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.
In het dossier bevindt zich voorts een geneeskundige verklaring van [slachtoffer 1] . Hieruit volgt dat de voor- en achterwand van haar maag waren doorboord alsmede dat er sprake was van een forse verwonding aan de lever en letsel aan middenrif links. Verder werd een hangend ooglid en diverse neurologische letsels geconstateerd. Tijdens een spoedoperatie werd 1,5 tot 2 liter bloed in de buikholte aangetroffen. [8]
In de geneeskundige verklaring van GGD Flevoland met betrekking tot [slachtoffer 2] staat dat er sprake is van verschillende steekwonden in de linkerflank, boven de linker wenkbrauw, neus, rechteroor, linker schouder, linker onderarm, duim en rechter onderarm. [9]
De rechtbank concludeert op grond van de genoemde bewijsmiddelen dat op 26 december 2014 tussen verdachte en [slachtoffer 2] twee confrontaties hebben plaats gevonden, dat bij de tweede confrontatie ook [slachtoffer 1] aanwezig was, dat verdachte in ieder geval bij de tweede confrontatie [slachtoffer 2] met een mes gestoken heeft en dat verdachte bij de tweede confrontatie ook [slachtoffer 1] heeft gestoken met een mes.
De rechtbank leidt uit die bewijsmiddelen af dat verdachte na de eerste confrontatie een mes heeft opgehaald uit de keuken en dat hij voorafgaand aan het steekincident heeft gezegd dat hij aangevers wilde vermoorden. Vervolgens is hij teruggegaan naar de slaapkamer en heeft zowel [slachtoffer 1] als [slachtoffer 2] meerdere (forse) steekwonden onder meer in de buikstreek toegebracht. Deze verwondingen zij naar hun aard niet aan te merken als afweerletsel. De verklaring van verdachte op dat punt is daarmee in strijd. Uit het een en ander leidt de rechtbank af dat verdachte het opzet had op het ombrengen van [slachtoffer 2] en [slachtoffer 1] .

5.BEWEZENVERKLARING

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat:
1. primair

hij op 26 december 2014 te [plaatsnaam], ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om opzettelijk (zijn echtgenote) [slachtoffer 1] van het leven te beroven, met dat opzet die [slachtoffer 1] meerdere malen, met een mes, in de maag en de lever en het middenrif, heeft gestoken, zijnde de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet voltooid;

2 primair

hij op 26 december 2014 te [plaatsnaam], ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om opzettelijk (zijn stiefzoon) [slachtoffer 2] van het leven te beroven, met dat opzet die [slachtoffer 2] meerdere malen, met een mes, in het (boven)lichaam heeft gestoken, zijnde de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet voltooid.

Van het meer of anders ten laste gelegde zal verdachte worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet wettig en overtuigend bewezen acht.

6.KWALIFICATIE

Het bewezene levert op:
Feit 1 primair en feit 2 primair, telkens
Poging tot doodslag.

7.STRAFBAARHEID

De feiten en verdachte zijn strafbaar, nu geen feiten of omstandigheden zijn gebleken die die strafbaarheid zouden opheffen of uitsluiten.

8.STRAFOPLEGGING

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte ter zake van de door haar bewezen geachte feiten zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 54 maanden met aftrek overeenkomstig artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft ten aanzien van een op te leggen straf aangevoerd dat verdachte, vanwege zijn vreemdelingrechtelijke status, geen recht zal hebben op detentiefasering en dat hij derhalve een eventueel op te leggen gevangenisstraf in zijn geheel uit zal moeten zitten.
Het oordeel van de rechtbank
Gelet op de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, op de omstandigheden waaronder verdachte zich daaraan heeft schuldig gemaakt en op de persoon van de verdachte, zoals van een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, acht de rechtbank de na te noemen beslissing passend.
Verdachte heeft zijn echtgenote en zijn stiefzoon gestoken met een mes. Zij hebben daarbij ernstige verwondingen opgelopen. Verdachte heeft op grove wijze inbreuk gemaakt op de lichamelijke integriteit van de slachtoffers en hun ernstig leed toegebracht. Gezien de slachtofferverklaring van [slachtoffer 2] heeft de steekpartij diepe indruk op hem gemaakt en kampt hij nog steeds met de lichamelijke en psychische gevolgen van het feit. Bewoners van het asielzoekerscentrum, die oorlog en geweld in hun eigen land zijn ontvlucht, zijn ongewild getuige geweest van de agressie van verdachte ten aanzien van de slachtoffers. Dit heeft tot grote onrust geleid.
Verdachte heeft geen strafblad. Verdachte is China ontvlucht. De rechtbank realiseert zich terdege dat voor verdachte terugkeer naar China problematisch kan zijn en dat een veroordeling mogelijk negatieve gevolgen zal hebben voor zijn positie als vreemdeling in de zin van de Vreemdelingenwet 2000. Dit laatste zal echter niet anders zijn bij het opleggen van een kortere gevangenisstraf dan de straf die door de officier van justitie gevorderd is. De mate waarin verdachte in aanmerking zal komen voor deelname aan een penitentiair programma of voor vervroegde invrijheidsstelling is voor de rechtbank geen ijkpunt bij het bepalen van de duur van de op te leggen vrijheidsstraf. De rechtbank vindt de door de officier van justitie gevorderde straf, passend en geboden. Deze doet recht aan de ernst van de bewezenverklaarde feiten.

9.BESLAG

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd de in beslag genomen pyjamabroek en onderbroek terug te geven aan de rechthebbende.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank zal de teruggave aan de rechthebbende gelasten van de op de beslaglijst d.d. 2 juli 2015 vermelde pyjamabroek en onderbroek, aangezien deze niet vatbaar zijn voor verbeurdverklaring of onttrekking aan het verkeer en het belang van strafvordering zich niet tegen teruggave verzet.

10.DE BENADEELDE PARTIJ

Voor aanvang van de terechtzitting heeft [slachtoffer 2] zich als benadeelde partij in dit geding gevoegd en een vordering ingediend tot vergoeding van schade ten gevolge van het aan verdachte onder 2 ten laste gelegde feit. De hoogte van die schade wordt door de benadeelde partij begroot op een bedrag van € 3.112,00.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de volledige vordering voor toewijzing in aanmerking komt, vermeerderd met de wettelijke rente en kosten en met toepassing van de schadevergoedingsmaatregel.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
Het oordeel van de rechtbank
Bij het onderzoek ter terechtzitting is komen vast te staan dat de benadeelde partij rechtstreeks schade heeft geleden ten gevolge van het onder 2 primair bewezen verklaarde feit.
De hoogte van de materiële schade is genoegzaam komen vast te staan tot een bedrag van
€ 112,00.
De rechtbank is van oordeel dat het bedrag van € 3.000,00 aan immateriële schade, gelet op de hoogte van immateriële schadevergoedingen in vergelijkbare zaken, eveneens voor toewijzing vatbaar is.
De vordering van de benadeelde partij, die in die vordering ontvankelijk is, is in dier voege toewijsbaar tot een bedrag van € 3.112,00, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 26 december 2014 tot aan de dag der algehele voldoening.
Als extra waarborg voor betaling aan de benadeelde partij zal de rechtbank overeenkomstig artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht de verdachte de verplichting opleggen tot betaling aan de Staat van bovengenoemde geldsom ten behoeve van de benadeelde partij.

11.TOEPASSELIJKHEID WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN

De beslissing berust op de artikelen 10, 27, 36f, 45, 57 en 287 van het Wetboek van Strafrecht, zoals de artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

12.BESLISSING

De rechtbank:
Bewezenverklaring
- verklaart het onder 1 primair en 2 primair ten laste gelegde bewezen, zodanig als hierboven onder 5 is omschreven;
- spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
- verklaart de bewezen verklaarde feiten strafbaar op de wijze zoals hierboven onder 6 is gekwalificeerd;
- verklaart verdachte strafbaar;
Strafoplegging
- veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
4 jaar en 6 maanden;
- bepaalt dat de tijd, door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
Beslag
- gelast de teruggave aan de rechthebbende van op de “Lijst van inbeslaggenomen voorwerpen” d.d. 2 juli 2015 onder 1 en 2 vermelde voorwerpen, te weten een pyjamabroek en onderbroek;
Benadeelde partij
- veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 2] , van een bedrag van € 3.112,00, vermeerderd met de wettelijke rente sinds de dag waarop het thans bewezen verklaarde feit jegens de benadeelde partij werd gepleegd, te weten 26 december 2014, tot die van de voldoening;
- veroordeelt de verdachte voorts in de kosten, door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
- legt op aan de verdachte de verplichting tot betaling aan de Staat van een bedrag groot
€ 3.112,00 ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 2] , bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 41 dagen hechtenis;
- bepaalt dat, indien de verdachte (gedeeltelijk) heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat, daarmee verdachtes verplichting tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 2] (in zoverre) komt te vervallen en andersom dat, indien de verdachte (gedeeltelijk) heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 2] , daarmee verdachtes verplichting tot betaling aan de Staat (in zoverre) komt te vervallen.
Dit vonnis is gewezen door mr. C.A. de Beaufort, voorzitter, mr. F.G. van Arem en mr. H.J. Bos, rechters, in tegenwoordigheid van mr. S.J. de Vries, griffier, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van 10 februari 2015.
Mr. S.J. de Vries was buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar doorgenummerde dossierpagina’s betreft dit delen van ambtsedige processen-verbaal, als bijlagen opgenomen bij het dossier met het nummer 25DRL14144, doorgenummerd 1 tot en met 177.
2.Pagina 56 tot en met 61
3.Proces-verbaal verhoor van getuige d.d. 31 augustus 2015.
4.Pagina 149 tot en met 151
5.Pagina 154 tot en met 158
6.Proces-verbaal verhoor van getuige d.d. 4 juni 2015
7.Pagina 107 en 108
8.Pagina 171 en 172
9.Pagina 173 en 174.