ECLI:NL:RBMNE:2016:6690

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
14 december 2016
Publicatiedatum
14 december 2016
Zaaknummer
5544721 UV EXPL 16-346 LvdH/1470
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing van vorderingen tot ontruiming van huurders door vastgoedeigenaar in kort geding

In een kort geding dat op 14 december 2016 werd behandeld door de kantonrechter van de Rechtbank Midden-Nederland, heeft de Utrechtse vastgoedeigenaar geen gelijk gekregen in zijn vorderingen om huurders uit hun woningen te zetten. De vastgoedeigenaar had de huurders aangeklaagd omdat zij volgens hem in strijd met de huurovereenkomst de woning kamersgewijs bewoonden. De gemeente Utrecht had eerder een dwangsom opgelegd aan de vastgoedeigenaar wegens illegale kamerverhuur, waarvoor hij geen vergunning had verkregen.

Tijdens de mondelinge behandeling op 13 december 2016 zijn de argumenten van beide partijen besproken. De kantonrechter heeft in verkorte vonnissen geoordeeld dat de vorderingen van de vastgoedeigenaar niet konden worden toegewezen. De rechter heeft de huurders in hun recht bevestigd en de vorderingen van de vastgoedeigenaar afgewezen. Tevens is de vastgoedeigenaar veroordeeld tot betaling van de proceskosten aan de zijde van de huurders, die zijn begroot op € 600,00 aan salaris voor de gemachtigde.

De rechter heeft meegedeeld dat de nadere schriftelijke motivering van het vonnis uiterlijk op 21 december 2016 zal volgen. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door mr. D.A. van Steenbeek, die de zaak heeft behandeld.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Civiel recht
kantonrechter
locatie Utrecht
zaaknummer: 5544721 UV EXPL 16-346 LvdH/1470
Verkort vonnis in kort geding van 14 december 2016
inzake
[eiser],
wonende te [woonplaats] ,
verder ook te noemen [eiser] ,
eisende partij,
gemachtigde: mr. L.A. Drenth,
tegen:

1.[gedaagde sub 1] ,

wonende te [woonplaats] ,
gedaagde partij,
gemachtigde: mr. G. Gabrelian,
2.
[gedaagde sub 2],
wonende te [woonplaats] ,
gedaagde partij,
gemachtigde: mr. G. Gabrelian,
3.
[gedaagde sub 3],
wonende te [woonplaats] ,
gedaagde partij,
gemachtigde: mr. G. Gabrelian,
4.
[gedaagde sub 4],
wonende te [woonplaats] ,
gedaagde partij,
gemachtigde: mr. G. Gabrelian,
5.
[gedaagde sub 5],
wonende te [woonplaats] ,
gedaagde partij,
gemachtigde: mr. G. Gabrelian.
Partijen zullen hierna [eiser] , de huurders (gedaagden gezamenlijk) en respectievelijk [gedaagde sub 1] , [gedaagde sub 2] , [gedaagde sub 3] , [gedaagde sub 4] en [gedaagde sub 5] worden genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding met producties 1 tot en met 5;
- een akte met hierbij overlegging van producties 1 tot en met 13 van de zijde van de huurders;
- de mondelinge behandeling op 13 december 2016;
- de pleitnota van de zijde van [eiser] ;
- de pleitnota van de zijde van de huurders.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.
1.3.
De beslissing luidt zoals hieronder bepaald. Aan partijen is meegedeeld dat de nadere schriftelijke uitwerking van dit vonnis uiterlijk 21 december 2016 zal volgen.

5.De beslissing

De kantonrechter:
5.1.
wijst de vorderingen af;
5.2.
veroordeelt [eiser] tot betaling van de proceskosten aan de zijde van de huurders, tot de uitspraak van dit vonnis begroot op € 600,00 aan salaris gemachtigde;
5.3.
verklaart dit vonnis wat betreft de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. D.A. van Steenbeek en in het openbaar uitgesproken op
14 december 2016. [1]

Voetnoten

1.type: LvdH