ECLI:NL:RBMNE:2016:6689

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
14 december 2016
Publicatiedatum
14 december 2016
Zaaknummer
5544280 UV EXPL 16-345 LvdH/1470
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing vorderingen van vastgoedeigenaar in kort geding tegen huurders wegens vermeende kamerverhuur zonder vergunning

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 14 december 2016 uitspraak gedaan in een kort geding dat was aangespannen door een vastgoedeigenaar uit Utrecht. De eiser, vertegenwoordigd door mr. L.A. Drenth, vorderde de huurders uit hun woningen te zetten, omdat zij volgens hem in strijd met de huurovereenkomst de woning kamersgewijs bewoonden. De vastgoedeigenaar stelde dat de gemeente Utrecht hem een dwangsom had opgelegd wegens illegale kamerverhuur, waarvoor hij geen vergunning had verkregen.

De rechter heeft de vorderingen van de vastgoedeigenaar afgewezen. Tijdens de mondelinge behandeling op 13 december 2016 zijn de argumenten van beide partijen besproken. De kantonrechter oordeelde dat de huurders, vertegenwoordigd door mr. G. Gabrelian, niet in strijd met de huurovereenkomst handelden en dat de vorderingen van de eiser niet konden worden toegewezen. De kantonrechter heeft de eiser bovendien veroordeeld tot betaling van de proceskosten aan de zijde van de huurders, die zijn begroot op € 600,00 aan salaris voor de gemachtigde.

De uitspraak is gedaan in verkorte vorm, met de mededeling dat de nadere schriftelijke motivering uiterlijk op 21 december 2016 zal volgen. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door mr. D.A. van Steenbeek.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Civiel recht
kantonrechter
locatie Utrecht
zaaknummer: 5544280 UV EXPL 16-345 LvdH/1470
Verkort vonnis in kort geding van 14 december 2016
inzake
[eiser],
wonende te [woonplaats] ,
verder ook te noemen [eiser] ,
eisende partij,
gemachtigde: mr. L.A. Drenth,
tegen:

1.[gedaagde sub 1] ,

wonende te [woonplaats] ,
gedaagde partij,
gemachtigde: mr. G. Gabrelian,
2.
[gedaagde sub 2],
wonende te [woonplaats] ,
gedaagde partij,
gemachtigde: mr. G. Gabrelian,
3.
[gedaagde sub 3],
wonende te [woonplaats] ,
gedaagde partij,
gemachtigde: mr. G. Gabrelian,
4.
[gedaagde sub 4],
wonende te [woonplaats] ,
gedaagde partij,
gemachtigde: mr. G. Gabrelian.
Partijen zullen hierna [eiser] , de huurders (gedaagden gezamenlijk) en respectievelijk [gedaagde sub 1] , [gedaagde sub 2] , [gedaagde sub 3] en [gedaagde sub 4] worden genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding met producties 1 tot en met 5;
- een akte met hierbij overlegging van producties 1 tot en met 4 van de zijde van de huurders;
- de mondelinge behandeling op 13 december 2016;
- de pleitnota van de zijde van [eiser] ;
- de pleitnota van de zijde van de huurders.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.
1.3.
De beslissing luidt zoals hieronder bepaald. Aan partijen is meegedeeld dat de nadere schriftelijke uitwerking van dit vonnis uiterlijk 21 december 2016 zal volgen.

5.De beslissing

De kantonrechter:
5.1.
wijst de vorderingen af;
5.2.
veroordeelt [eiser] tot betaling van de proceskosten aan de zijde van de huurders, tot de uitspraak van dit vonnis begroot op € 600,00 aan salaris gemachtigde;
5.3.
verklaart dit vonnis wat betreft de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. D.A. van Steenbeek en in het openbaar uitgesproken op
14 december 2016. [1]

Voetnoten

1.type: LvdH