In deze zaak heeft de kantonrechter te Utrecht op 12 december 2016 een beschikking gegeven inzake de wijziging van de beschermingsbewindvoerder voor twee rechthebbenden. De verzoeker, handelende onder de naam [kantoornaam], heeft op 19 augustus 2016 een verzoekschrift ingediend tot ontslag van de bewindvoerder, met als reden de slechte samenwerking met de rechthebbenden. De rechthebbenden, [rechthebbende 1] en [rechthebbende 2], hebben zich in de procedure laten vertegenwoordigen door de verzoeker en de beoogde opvolgend bewindvoerder, [A].
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de samenwerking tussen de huidige bewindvoerder en de rechthebbenden niet langer mogelijk is. Dit is onder andere te wijten aan frustraties van de bewindvoerder over het gedrag van de rechthebbenden, waaronder het afsluiten van een contract door [rechthebbende 2] zonder overleg en het onterecht gebruiken van leefgeld door [rechthebbende 1]. De kantonrechter heeft de rechthebbenden erop gewezen dat zij de aanwijzingen van een nieuwe bewindvoerder moeten opvolgen om een stabiele financiële situatie te creëren.
De beschikking houdt in dat de huidige bewindvoerder, [verzoeker], met ingang van 1 januari 2017 wordt ontslagen en dat [A] als nieuwe bewindvoerder wordt benoemd. De beslissing is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier. Tegen deze beschikking kan binnen drie maanden hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.