Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
te 's-Hertogenbosch,
hierna te noemen: Gazprom Marketing & Trading Retail,
gedaagden in de hoofdzaak en verweersters in het incident,
hierna te noemen: NS Stations en Prorail,
advocaten: mrs. M.B. Klijn en S. van den Boogaart,
eiseres in het incident,
hierna te noemen: Essent Sales Portfolio Management,
advocaat: mr. J.N.E. Weyne,
tussenkomende partij,
hierna te noemen: Essent Sales Portfolio Management,
advocaat: mr. J.N.E. Weyne,
te 's-Hertogenbosch,
hierna te noemen: NS Stations en Prorail,
advocaten: mrs. M.B. Klijn en S. van den Boogaart.
1. De procedure
- de dagvaarding,
- de producties 1 tot en met 13 van Gazprom Marketing & Trading Retail,
- de conclusie van antwoord van NS Stations en Prorail,
- de producties 1 tot en met 4 van NS Stations en Prorail,
- de producties 1 tot en met 4 van Essent Sales Portfolio Management,
- de mondelinge behandeling van 2 november 2016,
- de pleitnota van Gazprom Marketing & Trading Retail,
- de pleitnota van NS Stations en Prorail,
2.De feiten
Een GVO is een certificaat dat tot doel heeft aan te tonen dat een bepaalde hoeveelheid gas op een “groene” wijze is geproduceerd in een erkende productie-installatie, uit bekende grondstoffen en op een bekende datum.
- de aankondiging van 22 juli 2016,
- de offerteaanvraag NS Stations en Prorail met bijlagen,
- de nota van inlichtingen levering gas en GvO’s 2017 (hierna: Nota van Inlichtingen).
Het doel is om het gasverbruik van de afnemer (NS Stations en Prorail en derden) volledig te vergroenen. NS Stations en Prorail (beide afnemer) vinden het bovendien van belang dat met de vergroening van hun gebruik wordt bijgedragen aan additionele vergroening, dat wil zeggen dat het aanbod/productiecapaciteit van groen gas in Nederland wordt uitgebreid ten opzichte van het huidige aanbod. (zie 2.1. van de offerteaanvraag)
De overeenkomst die de afnemers voornemens zijn te sluiten voor de levering van gas en GVO’s is voor een periode van drie of zes jaar met één leverancier.
Indien Levering Basis wordt gegund is dat voor de periode 2017-2019. Indien Levering Plus wordt gegund is dat voor de periode 2017-2022.
In hoofdstuk zes van de offerteaanvraag wordt nader toegelicht op welke wijze
Levering Basis of Levering Plus wordt gegund. (zie 2.2. van de offerteaanvraag)
2.3.3. Het doel van de afnemers is om hun verbruik zo veel mogelijk te betrekken uit hernieuwbare en herleidbare bronnen in de vorm van groen gas. De ambitie van de afnemers is 100% groen in 2020. Voor de levering van GVO’s is een budget beschikbaar van in totaal € 2,5 miljoen. Het budget is voor Levering Basis en Levering Plus (exclusief eventuele verlengingsopties).
Inschrijver dient een prijs te geven voor de GVO’s voor Levering Basis (GVOB) en mag ook een prijs geven voor GVO’s voor Levering Plus (GVOP). In hoofdstuk 6 van de offerteaanvraag wordt dit verder toegelicht. (zie 2.4. van de offerteaanvraag)
1. Levering Basis voor de periode 2017-2019, of
2. Levering Plus voor de periode 2017-2022.
Alle ingediende prijzen dienen reëel en marktconform te zijn. Inschrijvers die prijzen aanbieden die niet reëel en marktconform zijn, worden uitgesloten van verdere deelname aan deze aanbestedingsprocedure.
a) De prijs voor de levering van 13,7 miljoen m3 Gas middels een
Opslag Profiel Aansluiting (OPA in € ct/m3) voor een volume van 8.850.000 m3 en
Opslag GXX/GGV Aansluiting (OGA in € ct/m3) voor een volume van 4.850.000 m3
b) De prijs voor de levering van 118,500 GVO’s conform onderstaand groeipad (Prijsgvob)
a) De prijs voor de levering van 237,000 GVO’s conform onderstaand groeipad (Prijsgvop)
(…)
(…)
Afnemers zijn zich er van bewust dat het tijd kost om installaties bij te bouwen aan het bestaande groen gas aanbod. Inschrijver kan door het inzetten van additionele GVO’s in Levering Plus (GVOP) een fictieve korting krijgen van 30% op de Prijsgvop.
• Inschrijver schrijft in voor Levering Basis of Levering Plus.
• Totaal beschikbaar groenbudget is € 2,5 miljoen.
• Op het moment van Aankondigen is het te vergroenen volume van Afnemers 8,1 miljoen
m3. Dit komt overeen met 79,000 GVO’s.
• De OPA en OGA, die Inschrijver rekent voor de levering van Gas gelden voor zowel
Levering Basis als Levering Plus, tenzij er in de periode 2017 t/m 2019 aanpassing komen
in wet- en regelgeving, welke van invloed zijn op de opslagen.
• Voor het vaststellen van de opslagen dient Inschrijver uit te gaan van de gegevens uit
bijlage 10 Verbruikgegevens 2015, bijlage 11 Uurdata GXX / GVV en bijlage 12
Verloop verbruik 2012 -2015. (…).
• De totale kosten voor de levering van Gas t.b.v. Levering Basis mag niet meer zijn dan het
groenbudget. Een inschrijving die niet binnen dit budget blijft zal terzijde worden gelegd.
• Inschrijver die voor Levering Plus inschrijft met additionele GVO’s krijgt een fictieve
korting van 30% op Prijsgvop, mits middels een Plan van Aanpak Levering Plus voldoende
aannemelijk is aangetoond dat de GVO’s ook daadwerkelijk afkomstig zullen zijn van
nieuwe productie installaties (…). Een beoordelingsteam zal toetsen of de onderbouwing
van de mogelijk additioneel aangeboden GVO’s voldoende aannemelijk is gemaakt, en of
er al dan niet een fictieve korting toegekend wordt. (…)
Hieronder staan 2 voorbeelden uitgewerkt van mogelijke inschrijvingen:
(…)
De kosten voor de GVO Basis ≤ het groenbudget van € 2,5 miljoen.
->Inschrijver 1 wordt meegenomen in de beoordeling EMVI voor Levering Basis.
De kosten voor levering GVO Basis + GVO Plus ≤ het groenbudget van € 2,5 miljoen.
->Inschrijver 1 wordt meegenomen in de beoordeling EMVI voor Levering Plus.
Inschrijver vergroend niet additioneel en heeft dus geen recht op een fictieve korting van 30% op de Prijsgvop.
De kosten voor de GVO Basis ≤ het groenbudget van € 2,5 miljoen.
->Inschrijver 2 wordt meegenomen in de beoordeling EMVI voor Levering Basis.
De kosten voor levering GVO Basis + GVO Plus ≤ het groenbudget van € 2,5 miljoen.
->Inschrijver 2 wordt meegenomen in de beoordeling EMVI voor Levering Plus.
Inschrijver schrijft in met 237,000 additonele GVO’s en heeft voldoende aannemelijk gemaakt aan deze belofte te kunnen gaan voldoen. Inschrijver verdient daarmee een fictieve korting van 30% op de Prijsgvop.
De score van Inschrijver 1 op Levering Basis is weliswaar beter, echter er zijn in dit geval ook een Inschrijving ontvangen voor Levering Plus en dus wordt gekeken wat de score is voor Levering Plus.
Inschrijver 2 rekent een hogere prijs voor zijn GVO’s, maar omdat Inschrijver 2 additioneel vergroend, ontvangt hij een fictieve korting. Inschrijver 2 heeft de inschrijving met de beste
Gazprom Marketing & Trading Retail bericht dat haar inschrijving niet voor gunning in aanmerking komt, omdat zij een inschrijving heeft gedaan voor Levering Basis en er ook inschrijvingen zijn ontvangen voor Levering Plus. Verder hebben zij bericht dat zij voornemens zijn de opdracht te gunnen aan Essent Sales Portfolio Management.
3.De vorderingen
NS Stations en Prorail bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
a) worden geboden de aanbesteding te staken en gestaakt te houden, dit op straffe van een
dwangsom,
b) worden verboden uitvoering te geven aan het voornemen tot gunning van de opdracht aan
Gazprom Marketing & Trading Retail, dit op straffe van een dwangsom,
c) worden geboden om wanneer zij al tot gunning van de opdracht zijn overgegaan, deze
gunning ongedaan te maken, althans worden verboden om de overeenkomst die na
gunning is tot stand gekomen uit te voeren, dit op straffe van een dwangsom,
d) worden geboden om afschriften te verstrekken van alle inschrijvingen, in het bijzonder
die onderdelen daarvan waaruit blijkt of de inschrijver een marktconforme prijs heeft
ingediend en/of de prijs van vergroening heeft verdisconteerd in de opslagen voor grijs,
althans worden bevolen medewerking te verlenen om deze stukken aan de
een dwangsom,
e) worden geboden tot heraanbesteding over te gaan wanneer zij de opdracht nog wensen te
gunnen, dit op straffe van een dwangsom,
f) een zodanige voorziening wordt getroffen als de voorzieningenrechter geraden voorkomt,
g) worden veroordeeld in de proceskosten en nakosten te vermeerderen met wettelijke rente.
vorderingen, althans dat deze vorderingen worden afgewezen,
Essent Sales Portfolio Management te gunnen indien en voor zover zij die opdracht nog
wensen te gunnen,
c) Gazprom Marketing & Trading Retail en/of NS Stations en Prorail wordt/worden
veroordeeld in de proceskosten en nakosten te vermeerderen met wettelijke
rente.
4.De beoordeling
In het incident
Essent Sales Portfolio Management gevorderde tussenkomst toegewezen. Partijen hebben desgevraagd aan de voorzieningenrechter verklaard geen bezwaar tegen deze tussenkomst te hebben. Tijdens de mondelinge behandeling is nog geen beslissing genomen met betrekking tot de door Essent Sales Portfolio Management gevorderde proceskosten in het incident.
a) een volledig ingevuld exemplaar van het Uniform Europees Aanbestedingsdocument
(de Eigen Verklaring). Zij heeft nagelaten om:
- het gehele deel dat betrekking heeft op de uitsluitingsgronden in te vullen,
- te verklaren dat zij voldoet aan de gestelde minimumeisen,
- andere gegevens die in dit document worden gevraagd, zoals gegevens over haarzelf, in
te vullen,
- onderdeel II, afdeling C van het document in te vullen, hetgeen zij wel had moeten doen
aangezien zij een beroep heeft gedaan op de technische bekwaamheid en beroeps-
bekwaamheid van Linde Gas Benelux B.V. (hierna: Linde Gas),
- te vermelden wie het document heeft ondertekend, waardoor niet door
NS Stations en Prorail kan worden gecontroleerd of dit, zoals is vereist, is gebeurd door
de rechtsgeldige vertegenwoordiger van Gazprom Marketing & Trading Retail.
c) het door Linde Gas ingevulde Uniform Europees Aanbestedingsdocument.
NS Stations en Prorail wordt geboden tot heraanbesteding van de opdracht over te gaan, omdat alle inschrijvers een ongeldige inschrijving hebben gedaan en/of sprake is geweest van een onrechtmatige kennisvoorsprong bij een aantal inschrijvers.
NS Stations en Prorail de onderhavige opdracht moeten heraanbesteden een nieuwe kans om de opdracht te verkrijgen. Zij heeft dan ook een rechtens te respecteren belang bij haar in het kader van deze procedure ingestelde vorderingen en kan daarom in deze vorderingen worden ontvangen.
(3.1. onder a tot en met c).
– kort gezegd – op de stelling dat alle inschrijvingen ongeldig zijn, en/of sprake is van een onrechtmatige kennisvoorsprong waardoor sprake is van een ongelijk speelveld.
allein te dienen prijzen, dus zowel de opslagen voor de levering van het gas (OPA en OGA) als de prijzen voor de GVO’s, reëel en marktconform moeten zijn en dat bij gebreke daarvan de inschrijving als ongeldig terzijde wordt gelegd.
Het is aannemelijk dat er inschrijvers zijn die zich hieraan niet hebben gehouden.
Op 15 september 2016 heeft de heer [A] (hierna: [A] ) namens
Gazprom Marketing & Trading Retail, telefonisch contact opgenomen met de contactpersoon van NS Stations en Prorail, de heer [B] (hierna: [B] ).
Tijdens dit telefoongesprek heeft [B] meegedeeld dat een marktconforme prijs voor een GVO ten tijde van de inschrijving ongeveer € 8,50 bedroeg en dat er inschrijvers zijn die met een lagere prijs dan deze marktconforme prijs hebben ingeschreven, namelijk met een zogenaamde gestabiliseerde prijs die ongeveer € 1,50 á € 2,00 lager is dan de hiervoor genoemde marktconforme prijs. De inschrijvingen van deze inschrijvers moeten daarom (alsnog) als ongeldig terzijde worden gelegd.
Dit staat haaks op zowel de marktconformiteitseis als op het antwoord gegeven op vraag nummer 87 in de Nota van Inlichtingen.
In het telefoongesprek van 15 september 2016 heeft [B] bevestigd dat er inschrijvers zijn geweest die de te lage prijs voor GVO’s hebben verdisconteerd in de opslagen voor de levering van gas. Deze inschrijvingen dienen daarom (alsnog) als ongeldig terzijde te worden gelegd.
De inschrijvingen van deze inschrijvers moeten daarom (alsnog) als ongeldig terzijde worden gelegd.
allein te dienen prijzen, dus zowel de opslagen voor de levering van het gas (OPA en OGA) als de prijzen voor de GVO’s, reëel en marktconform moeten zijn. Volgens hen geldt deze eis van marktconformiteit alleen ten aanzien van de opslagen voor de levering van het gas en niet ten aanzien van de prijs voor GVO’s. Dat dit zo is volgt volgens hen uit het antwoord op vraag 87 in de Nota van Inlichtingen.
hen is het toegestaan om een lagere prijs voor GVO’s te verdisconteren in de prijzen voor de opslagen zo lang de OPA en OGA reëel en marktconform zijn én de totale prijs voor levering van het gas voor Levering Basis niet hoger is dan het daarvoor geldende budget van € 2,5 miljoen. Aldus kan concurrentie plaatsvinden op de prijs voor de opslagen en prijs voor de GVO’s.
aanbestedingsstukken als eis wordt gesteld dat alle ingediende prijzen, dus zowel de opslagen voor de levering van het gas (OPA en OGA) als de prijs voor de GVO’s, reëel en marktconform moeten zijn. Daarbij zijn de volgende door partijen aangehaalde bepalingen in de aanbestedingsstukken van belang.
Alle ingediende prijzen dienen reëel en marktconform te zijn. Inschrijvers die prijzen aanbieden die niet reëel en marktconform zijn, worden uitgesloten van verdere deelname aan deze aanbestedingsprocedure.”
alleprijzen de eis geldt dat deze prijzen reëel en marktconform moet zijn. Er moeten prijzen worden gegeven voor de opslagen voor de levering van het gas (OPA en OGA) en voor de GVO’s. Deze bepaling wijst dus op de door Gazprom Marketing & Trading Retail bepleite uitleg van de aanbestedingsstukken.
De bewoordingen van het antwoord op vraag 87 van de Nota van Inlichtingen wijzen er echter duidelijk en ondubbelzinnig op dat de eis met betrekking tot marktconformiteit alleen geldt voor de OPA en OGA, dat wil zeggen de opslagen voor de levering van het gas (grijs), en niet ook voor de prijs voor de GVO’s.
Gelet op het bepaalde in 3.5.2. van de offerteaanvraag prevaleert dit antwoord in de
Nota van Inlichtingen boven het bepaalde in 6.1. van de offerteaanvraag.
Dit betekent dat alleen de opslagen voor levering van het gas (OPA en OGA) reëel en marktconform moeten zijn. Er is dus niet vereist dat daarnaast ook de prijzen voor de GVO’s reëel en markconform moeten zijn.
Ook de bewoordingen van vraag 87 en het daarop gegeven antwoord in de Nota van Inlichtingen wijst er niet op dat deze eis is gesteld.
Vooropgesteld wordt dat vraag 87 – zoals Essent Sales Portfolio Management ook aanvoert – is gesteld in het kader van de marktconformiteitseis. Het daarop gegeven antwoord moet daarom mede in het licht daarvan te worden begrepen.
Verder geldt dat de bewoordingen van het antwoord op vraag 87 in de Nota van Inlichtingen
niet erop wijzen dat in dit antwoord als (nieuwe) eis – in de offerteaanvraag is deze eis immers niet gesteld – wordt gesteld dat de prijs voor vergroening (GVO’s) (in het geheel) niet mag worden verdisconteerd in de opslagen voor de levering van het gas (grijs), OPA en OGA én dat een inschrijving als ongeldig terzijde wordt gelegd wanneer dit toch wordt gedaan.
en is opgenomen om te voorkomen dat de prijs van de vergroening verdisconteerd wordt in de opslagen voor grijs.” wijzen – zoals NS Stations en Prorail
aanvoeren – veeleer op het geven van een verklaring voor het hanteren van de eis dat de prijzen voor OPA en OGA marktconform moeten zijn. Deze bewoordingen duiden er niet op dat er een nieuwe keiharde eis wordt gesteld, inhoudende dat de prijzen voor GVO’s niet mogen worden verdisconteerd in de opslagen voor de levering van het gas. Dit geldt temeer daar hieraan niet de sanctie is verbonden van ongeldigheid van de inschrijving.
Uit deze rekenvoorbeelden blijkt dat verdisconteren van lagere prijzen voor GVO’s in de prijzen voor opslagen wel mogelijk is zo lang aan de voorwaarden is voldaan dat de aangeboden prijzen voor de opslagen marktconform zijn en de totale prijs voor de levering van gas voor Levering Basis niet hoger is dan het daarvoor geldende budget van
€ 2,5 miljoen.
€ 2,5 miljoen. Zo lang er wordt verdisconteerd binnen deze bandbreedte is er geen sprake van strategisch inschrijven als bedoeld in artikel 6.5. van het ARNS. Er zijn onvoldoende concrete aanwijzingen dat de andere inschrijvers, onder wie Essent Sales Portfolio Management, deze grens hebben overschreden. Dit kan niet worden opgemaakt uit het telefoongesprek van 15 september 2016.
Gazprom Marketing & Trading Retail voert aan dat in het kader van de marktconsultatie één van de partijen heeft aangegeven wat de huidige prijs is van een GVO en wat de prijs zou moeten zijn in een gestabiliseerde markt. Zonder nadere toelichting, die ontbreekt, valt niet in te zien waarom dit een kennisvoorsprong oplevert, die door NS Stations en Prorail had moeten worden weggenomen door deze informatie met alle gegadigden van de onderhavige opdracht te delen.
Gazprom Marketing & Trading Retail voert verder nog aan dat het zeer aannemelijk is dat in het kader van de marktconsultatie is gesproken over de vraag of al dan niet verdisconteerd mocht worden. Niet valt in te zien dat dit een onrechtmatige kennisvoorsprong oplevert. Immers, uit het voorgaande volgt dat uit de aanbestedingsstukken duidelijk volgt dat er verdisconteerd mag worden binnen de bandbreedte van het budget van € 2,5 miljoen.
NS Stations en Prorail tot heraanbesteding van de opdracht dienen over te gaan. De daartoe strekkende vordering zal worden afgewezen. Ook de daarmee onlosmakelijk verbonden vorderingen zoals weergegeven in 3.1. onder a tot en met c delen dit lot.
Vooropgesteld wordt dat de stukken die Gazprom Marketing & Trading Retail wenst te verkrijgen bedrijfsvertrouwelijke en concurrentiegevoelige informatie betreffen.
Dit wordt als volgt toegelicht.
te gunnen indien en voor zover zij die opdracht nog wensen te gunnen, zal bij gebrek aan voldoende belang worden afgewezen. Er zijn geen concrete aanknopingspunten dat
NS Stations en Prorail niet tot definitieve gunning van de opdracht aan
Essent Sales Portfolio Management zal willen overgaan en dat zij de opdracht aan een ander dan Essent Sales Portfolio Management zal willen gunnen.
€ 1.435,--.