Uitspraak
SAMEN VEILIG MIDDEN NEDERLAND,hierna te noemen de GI, gevestigd te Utrecht,
1.Het procesverloop
2.De feiten
3.Het verzoek
4.Het standpunt van belanghebbenden
5.De beoordeling
6.De beslissing
Arnhem-Leeuwarden
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 1 december 2016 uitspraak gedaan in een verzoek van de gecertificeerde instelling (GI) Samen Veilig Midden Nederland. De GI verzocht om gedeeltelijke gezagsbelasting over de minderjarige [voornaam minderjarige], geboren in 2008, met betrekking tot het geven van toestemming voor medische behandelingen. De moeder van de minderjarige, [A], woont in [woonplaats] en heeft het ouderlijk gezag. De minderjarige woont in een pleeggezin en is onder toezicht gesteld tot 15 juli 2017. De kinderrechter heeft de zaak behandeld met gesloten deuren, waarbij de moeder, haar advocaat mr. L. den Ouden, en vertegenwoordigers van de GI en de Raad voor de Kinderbescherming aanwezig waren.
De GI heeft aangevoerd dat er behoefte is aan onderzoek naar de minderjarige en de interactie met de moeder, omdat de moeder ambivalent is in het geven van toestemming voor behandelingen. De moeder heeft echter verklaard dat zij al toestemming heeft gegeven voor de behandelingen en dat er misverstanden zijn over de communicatie met de GI. De Raad heeft benadrukt dat de belangen van de minderjarige voorop moeten staan.
De kinderrechter heeft overwogen dat, nu de moeder inmiddels toestemming heeft gegeven voor de medische behandelingen, er geen noodzaak meer is voor de GI om gedeeltelijk gezag uit te oefenen. De verzoeken van de GI zijn dan ook afgewezen. De beschikking is openbaar uitgesproken en er is een mogelijkheid tot hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.