4.3.Ingevolge de Europese Richtlijn van 20 december 1985 betreffende de bescherming van de consument bij buiten verkoopruimten gesloten overeenkomsten (Richtlijn 85/577) dienen de lidstaten passende bepalingen op te nemen (zie art. 4 van de Richtlijn: mededeling van de mogelijkheid van opzegging, de termijn en de naam en het adres) ter bescherming van de consument indien de in dat artikel bedoelde mededeling niet wordt gedaan. Deze richtlijn is door de wetgever geïmplementeerd in de reeds bestaande Colportagewet. Het tot die tijd niet voldoen aan de bepalingen van artikel 24 lid 2 Colportagewet werd gekwalificeerd als een strafbaar feit in de zin van de Wet op de Economische Delicten en bood derhalve slechts indirecte bescherming aan de consument. Door implementatie van de Richtlijn is op grond van artikel 24 lid 1 van de Colportagewet voor een overeenkomst die door colportage tot stand is gekomen op straffe van nietigheid vereist, dat door of namens de bij de overeenkomst betrokken partijen een akte (in twee gelijkluidende exemplaren) wordt ondertekend, die voldoet aan de eisen van artikel 24 lid 2 Colportagewet en van het Besluit inhoud en dagtekening akten van colportageovereenkomsten (hierna: het Besluit). Eisers hebben aangevoerd dat aan de hier bedoelde vormvoorschriften voor de akte niet is voldaan en de overeenkomst daarom nietig is.
Artikel 24 lid 2 Colportagewet luidt:
Door de bij de overeenkomst partij zijnde eigenaar of eigenaren van de onderneming, waarin, onderscheidenlijk voor rekening waarvan, de colporteur werkzaam is, wordt zorggedragen, dat:
a. in de akte, bedoeld in het eerste lid, de in artikel 25, eerste lid, bedoelde mogelijkheid om de overeenkomst te ontbinden wordt vermeld alsmede zijn of hun naam en zijn of hun adres, waarnaar de in artikel 25, eerste lid, bedoelde mededeling kan worden gezonden, een en ander op straffe van nietigheid van de overeenkomst;
b. de akte is opgemaakt met inachtneming van de overigens bij algemene maatregel van bestuur te stellen regelen betreffende de inhoud van dergelijke akten, alsmede betreffende de wijze, waarop deze moeten zijn opgemaakt.
Het Besluit akten van colportageovereenkomsten houdt in:
Artikel 1 [Vervallen per 13-06-2014]
Indien voor een overeenkomst overeenkomstig artikel 24, eerste lid, van de Colportagewet (Stb. 1992, 71) een akte vereist is, dient door de bij de overeenkomst partij zijnde eigenaar of eigenaren van de onderneming, waarin, onderscheidenlijk voor rekening waarvan, de colporteur werkzaam is, te worden zorggedragen, dat:
a. in de akte wordt vermeld:
1. de naam en het adres van de colporteur;
2. indien de onderneming in Nederland is gevestigd, de Kamer van Koophandel, waarbij de onderneming is ingeschreven en het nummer, waaronder die inschrijving is geschied;
3. het totaal van de betalingen, ingevolge de overeenkomst of het goederenkrediet door de in artikel 25, eerste lid, van de Colportagewet bedoelde partij te verrichten;
4. de datum waarop de overeenkomst wordt aangegaan;
b. het gedeelte van de akte, dat begint na de plaats, die bestemd is voor het plaatsen van de handtekeningen, wordt opgemaakt overeenkomstig een door Onze Ministers van Economische Zaken en van Veiligheid en Justitie vastgesteld model;
c. de inhoud van de akte duidelijk leesbaar is;
d. de akte ten hoogste de volgende afmetingen heeft: 297 mm bij 210 mm (A4).
Artikel 2 [Vervallen per 13-06-2014]
Onze Ministers van Economische Zaken en van Veiligheid en Justitie stellen het in artikel 1, onder b, bedoelde model aldus vast, dat:
a. daarin wordt vermeld:
1. de in artikel 25, eerste lid, van de Colportagewet bedoelde mogelijkheid tot ontbinding van de overeenkomst;
2. het adres, bedoeld in artikel 24, tweede lid, onder a, van de Colportagewet;
3. [Red: vervallen;]
4. de in artikel 25, vijfde lid, van de Colportagewet vervatte regeling;
b. daarin de onder a, ten eerste, bedoelde mogelijkheid nader wordt toegelicht;
c. het tevens omvat een formulier, door middel waarvan de in artikel 25, eerste lid, van de Colportagewet bedoelde mededeling kan worden gedaan.