Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
- het tussenvonnis van 7 september 2016,
- de akte van [eiseres] van 5 oktober 2016,
- de akte van [gedaagde] van 5 oktober 2016.
2.De verdere beoordeling
600,00(2 punten x tarief € 300,00)
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak, die voor de Rechtbank Midden-Nederland is behandeld, gaat het om een geschil tussen een Pools bedrijf, eiseres, en een Nederlandse besloten vennootschap, gedaagde. Eiseres heeft kunststof labels geleverd aan gedaagde, die zijn geproduceerd met behulp van matrijzen van gedaagde. Gedaagde heeft de openstaande facturen van eiseres erkend, maar beroept zich op opschorting van betaling omdat zij de matrijzen nog niet heeft teruggekregen en stelt dat zij kosten heeft moeten maken voor de productie van nieuwe matrijzen, waarvoor zij verrekening met de vordering van eiseres wenst. De kantonrechter heeft in het tussenvonnis vastgesteld dat het Weens Koopverdrag van toepassing is op de vordering van eiseres. De kantonrechter oordeelt dat gedaagde geen recht heeft op opschorting van betaling, omdat het Weens Koopverdrag geen algemene opschortingsregeling kent en de omstandigheden in deze zaak niet voldoen aan de voorwaarden voor opschorting zoals vastgelegd in het verdrag. Ook het beroep op verrekening wordt afgewezen, omdat gedaagde niet voldoende heeft aangetoond dat zij een vordering op eiseres heeft die voor verrekening in aanmerking komt. De kantonrechter wijst de vordering van eiseres tot betaling van de openstaande facturen toe, inclusief wettelijke rente, en veroordeelt gedaagde in de proceskosten. Het vonnis is uitgesproken op 2 november 2016 door kantonrechter K. de Meulder.