Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.Verloop van de procedure
- de heer [A] namens de Raad;
- de moeder, bijgestaan door haar advocaat;
- mevrouw [B] namens het Leger des Heils.
2.Vaststaande feiten
- [minderjarige 3], geboren op [2007] te [geboorteplaats] , hierna: [roepnaam minderjarige 3] ;
- [minderjarige 1], geboren op [2013] te [geboorteplaats] , hierna: [minderjarige 1] .
3.Beoordeling van het verzochte
De rechtbank is van oordeel dat aan de voorwaarden van artikel 1:266 lid 1, aanhef en onder a, BW is voldaan. De rechtbank overweegt daartoe dat uit de stukken en het verhandelde ter zitting voldoende is gebleken dat [minderjarige 1] ernstig in haar ontwikkeling zou worden bedreigd indien zij zou opgroeien bij de moeder dan wel [verweerder 2] . De bedreiging in de ontwikkeling van [minderjarige 1] zou bestaan uit een instabiele, verwaarlozende opvoedingsomgeving bij de moeder en [verweerder 2] en het risico op onttrekking aan benodigde hulpverlening van de minderjarige door haar ouders en haar familie. Daarnaast is gebleken dat noch de moeder noch [verweerder 2] in staat is binnen een voor de minderjarige aanvaardbaar te achten termijn de verantwoordelijkheid voor de verzorging en opvoeding te dragen, nu de situatie van de moeder de afgelopen jaren niet is verbeterd en [verweerder 2] geen enkel contact heeft met [minderjarige 1] . De rechtbank acht het aannemelijk dat de moeder voldoende hulp en mogelijkheden heeft gekregen maar dat zij onvoldoende aan hulpverlening heeft meegewerkt. Daarnaast is gebleken dat de moeder slecht bereikbaar is geweest voor de gezinsvoogd. De vraag of de moeder voldoende kansen heeft gekregen acht de rechtbank bovendien van ondergeschikt belang, nu vast is komen te staan dat is voldaan aan de criteria van artikel 1:266 lid 1, aanhef en onder a, BW. Vast staat dat de moeder in de toekomst niet de zorg en opvoeding van [minderjarige 1] zal dragen. Bovendien is [minderjarige 1] vier weken na haar geboorte uit huis geplaatst en heeft zij de moeder daarna maar ongeveer tien keer gezien. Gelet hierop, is de rechtbank van oordeel dat de voor [minderjarige 1] aanvaardbaar te achten termijn inmiddels reeds is verstreken. [minderjarige 1] groeit op in een stabiele opvoedingsomgeving, die haar alle mogelijkheden biedt om zo goed mogelijk te ontwikkelen. [minderjarige 1] is gehecht aan de pleegouders en het is niet in haar belang om haar daar weg te halen. Als de aanvaardbare termijn verstreken is en thuisplaatsing niet meer aan de orde is, zijn een ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing niet langer de geëigende maatregelen ter bescherming van de minderjarige. Gelet op het voorgaande, zal de rechtbank het verzoek van de Raad toewijzen en het gezag van de moeder en [verweerder 2] over [minderjarige 1] beëindigen.
4.Beslissing
[minderjarige 1], geboren op [2013] te [geboorteplaats] ;
de Raadom uiterlijk op 11 november 2016 de rechtbank nader te informeren zoals omschreven onder 3.9.;
PRO FORMAaan tot 11 november 2016 in afwachting van de informatie van de Raad.