ECLI:NL:RBMNE:2016:6214

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
18 november 2016
Publicatiedatum
23 november 2016
Zaaknummer
16.707914-15
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak in strafzaak wegens poging tot woninginbraak en vernieling

Op 18 november 2016 heeft de Rechtbank Midden-Nederland, zittingslocatie Lelystad, uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van poging tot woninginbraak en vernieling. De zaak kwam ter terechtzitting op 4 november 2016, waar de verdachte aanwezig was, bijgestaan door zijn advocaat, mr. B. Molleman. De officier van justitie, mr. M. Lousberg, heeft de vordering gepresenteerd, waarna de verdediging haar standpunten naar voren bracht.

De tenlastelegging omvatte twee hoofdpunten: de verdachte zou met een breekijzer geprobeerd hebben om een keukenraam open te wrikken en daarnaast zou hij ducttape op een ruit hebben geplakt en een steen door of tegen die ruit hebben gegooid. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat zij bevoegd was om de zaak te behandelen. Er waren geen redenen voor schorsing van de vervolging.

Na zorgvuldige overweging kwam de rechtbank tot de conclusie dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs was om de verdachte schuldig te verklaren voor de ten laste gelegde feiten. Zowel de officier van justitie als de verdediging waren van mening dat het bewijs tekortschiet. De rechtbank heeft daarom besloten om de verdachte vrij te spreken van de hem ten laste gelegde feiten. Dit vonnis is uitgesproken in aanwezigheid van de griffier, mr. S. Mosterd, en is ondertekend door de rechters, waarbij mr. A. Wolfsen buiten staat was om het vonnis mede te ondertekenen.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Afdeling Strafrecht
Zittingslocatie Lelystad
Parketnummer: 16.707914-15
Vonnis van de meervoudige kamer van 18 november 2016
in de strafzaak tegen
[verdachte] ,
geboren op [1996] te [geboorteplaats] ,
wonende te [adres] , [postcode] [woonplaats] .

1.HET ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter openbare terechtzitting op
4 november 2016, waarbij de verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. B. Molleman, advocaat te Amersfoort.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie
mr. M. Lousberg en van hetgeen door de raadsvrouw en verdachte naar voren is gebracht.

2.DE TENLASTELEGGING

De verdachte is ten laste gelegd dat:
Primair
hij op of omstreeks 14 oktober 2015 te Huizen, althans in het arrondissement Midden-Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in/uit een woning gelegen aan het [adres] te Huizen weg te nemen goederen en/of geld van zijn gading, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en zich daarbij de toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen en/of die/dat weg te nemen goederen en/of geld onder zijn bereik te brengen door middel van braak en/of verbreking en/of
inklimming, hebbende verdachte
- met een breekijzer, althans een breekvoorwerp getracht het keukenraam aan de voorzijde van de woning open te wrikken en/of open te breken, althans te forceren om aldus een opening te maken en/of
- twee stroken (duct)tape op een bij die woning behorende ruit geplakt en (vervolgens) een steen door, althans tegen die ruit gegooid, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
Subsidiair
hij op of omstreeks 14 oktober 2015 te Huizen, althans in het arrondissement Midden-Nederland, opzettelijk en wederrechtelijk een kozijn en/of een glazen ruit, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, heeft vernield en / of beschadigd en / of onbruikbaar gemaakt

3.DE VOORVRAGEN

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zijzelf bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in zijn vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

4.VRIJSPRAAK

De rechtbank is, evenals de officier van justitie en de verdediging, van oordeel dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs aanwezig is om te komen tot een bewezenverklaring van het ten laste gelegde.

5.BESLISSING

De rechtbank:
Vrijspraak
- verklaart niet bewezen hetgeen primair en subsidiair aan verdachte is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
Dit vonnis is gewezen door mr. P.K. van Riemsdijk, voorzitter, mrs. R.C.J. Hamming en
A. Wolfsen, rechters, in tegenwoordigheid van mr. S. Mosterd, griffier, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van 18 november 2016.
Mr. A. Wolfsen is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.