ECLI:NL:RBMNE:2016:6023

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
15 november 2016
Publicatiedatum
15 november 2016
Zaaknummer
16/035252-16
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Dubbel huwelijk en de gevolgen voor de burgerlijke staat

In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 15 november 2016 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een 48-jarige man uit Amersfoort, die in 2012 in Marokko een tweede huwelijk is aangegaan terwijl hij al gehuwd was met een andere vrouw. De rechtbank heeft de man veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van twee maanden. De rechtbank oordeelt dat het aangaan van een tweede huwelijk de burgerlijke staat van de betrokkenen in het onwettige huwelijk en eventuele kinderen in onzekerheid brengt, en dat de belangen van de eerste echtgenote worden geschaad. Dit frustreert het systeem waarin burgers vertrouwen moeten kunnen hebben.

De rechtbank overweegt dat, hoewel een onvoorwaardelijke gevangenisstraf in beginsel passend zou zijn, de omstandigheden van het geval dit niet rechtvaardigen. Het feit is vier jaar geleden gepleegd, de aangeefster en de verdachte zijn inmiddels gescheiden, en het Openbaar Ministerie had aanvankelijk geen vervolging gewenst. De rechtbank concludeert dat de kans op herhaling verwaarloosbaar is, wat leidt tot de beslissing om een voorwaardelijke straf op te leggen. De rechtbank heeft daarbij ook rekening gehouden met het feit dat de verdachte niet eerder onherroepelijk is veroordeeld voor een strafbaar feit en dat er bijzondere omstandigheden zijn die een lichtere straf rechtvaardigen.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Afdeling Strafrecht
Zittingslocatie Utrecht
Parketnummer: 16/035252-16 (P)
Vonnis van de meervoudige strafkamer van 15 november 2016.
in de strafzaak tegen
[verdachte] ,
geboren op [1968] te [geboorteplaats] (Marokko),
ingeschreven in de Basisregistratie personen op het adres
[adres] [woonplaats] .

1.Het onderzoek ter terechtzitting

Het onderzoek ter terechtzitting heeft plaatsgevonden op 10 mei 2016, 23 augustus 2016 en 1 november 2016. De zaak is inhoudelijk behandeld op de terechtzitting van 1 november 2016. De verdachte is in persoon verschenen en heeft zich ter terechtzitting laten bijstaan door mr. A. Boumanjal, advocaat te Utrecht.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en van wat verdachte en de raadsman naar voren hebben gebracht.

2.Tenlastelegging

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
Op [2012] opzettelijk een tweede huwelijk is aangegaan in Marokko, immers hij is toen en daar gehuwd met [B] , terwijl hij toen reeds gehuwd was met [A] .

3.Voorvragen

De dagvaarding is geldig, deze rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde feit en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.Waardering van het bewijs

4.1
Het standpunt van het openbaar ministerie
De officier van justitie acht het ten laste gelegde feit wettig en overtuigend bewezen.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman refereert zich wat betreft de bewezenverklaring aan het oordeel van de rechtbank.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
Uit een kopie van een gewaarmerkt afschrift van de rechtbank van [plaats] , Marokko, d.d. [1989] , inhoudende een huwelijksakte, blijkt dat verdachte in [1989] is gehuwd met [A] . [1]
Op 26 maart 2013 heeft [A] aangifte gedaan van bigamie. Zij verklaarde dat zij op [1989] getrouwd is met [verdachte] (verdachte). Zij verklaarde voorts dat verdachte op [2012] met een tweede vrouw is getrouwd, genaamd [B] . Dit blijkt ook uit een kopie van een gewaarmerkt afschrift van de huwelijksakte d.d. [2012] . [2]
Verdachte heeft bij de politie verklaard dat hij in [1989] getrouwd is met [A] . Verdachte heeft verder verklaard dat hij op [2012] in Marokko is getrouwd met [B] . [3]
Voorts heeft de verdachte ter terechtzitting bekend dat hij met een tweede vrouw, [B] , is gehuwd, terwijl hij op dat moment niet gescheiden was van zijn eerste vrouw, [A] . [4]
Uit de hiervoor vermelde documenten en de verklaring van de verdachte ter terechtzitting volgt naar het oordeel van de rechtbank dat het aan verdachte ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen kan worden verklaard.

5.Bewezenverklaring

De rechtbank acht op grond van de in rubriek 4.3 genoemde bewijsmiddelen bewezen dat verdachte
op [2012] in de gemeente [plaats] , gelegen in Marokko opzettelijk een dubbel huwelijk is aangegaan, immers is verdachte toen en daar met dat opzet in het huwelijk getreden met een vrouw, te weten [B] , terwijl hij toen reeds gehuwd was met een
vrouw, te weten [A] .
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten staan, zijn deze verbeterd. Verdachte is hierdoor niet in de verdediging geschaad.

6.De strafbaarheid van het feit

Het bewezen geachte feit is volgens de wet strafbaar als:
opzettelijk een dubbel huwelijk aangaan
Het bestaan van een rechtvaardigingsgrond is niet aannemelijk geworden.

7.De strafbaarheid van verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.Motivering van de straffen en maatregelen

8.1.
De eis van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte voor het door haar bewezen geachte feit zal worden veroordeeld tot een geldboete ter hoogte van € 750,-, subsidiair 15 dagen hechtenis en een gevangenisstraf voor de duur van 2 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren, met aftrek van voorarrest.
8.2.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft betoogd dat kan worden volstaan met een schuldigverklaring zonder oplegging van straf (artikel 9a Wetboek van Strafrecht). De raadsman verwijst daarvoor naar de bijzondere omstandigheden van het geval, waaronder de omstandigheid dat het feit inmiddels vier jaar geleden is gepleegd, dat verdachte via een officiële instantie heeft gehandeld - immers hij heeft toestemming gevraagd en gekregen van de rechtbank in Marokko -, dat het de aangeefster met name te doen was om de echtscheiding tussen partijen te bewerkstelligen, dat verdachte opnieuw wilde trouwen in verband met zijn kinderwens en dat verdachte en aangeefster inmiddels ook zijn gescheiden. De raadsman meent dat er geen maatschappelijk belang meer is om verdachte een straf op te leggen.
8.3.
Het oordeel van de rechtbank
De hierna te noemen strafoplegging is in overeenstemming met de ernst van het bewezen geachte, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals daarvan ter terechtzitting is gebleken.
Daarbij heeft de rechtbank in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte is een dubbel huwelijk aangegaan. Door aldus te handelen heeft verdachte inbreuk gemaakt op het belang dat de administratie met betrekking tot de burgerlijke staat van personen zeker moet zijn. Door het aangaan van een tweede huwelijk wordt de staat van de partner in het onwettige huwelijk en die van eventuele kinderen uit die verbintenis onzeker. Bovendien worden de belangen van de eerste echtgenote geschaad door het tweede huwelijk. Door het plegen van dit misdrijf wordt het systeem gefrustreerd waarin burgers vertrouwen moeten kunnen hebben. Tevens wordt de openbare orde erdoor verstoord.
Wat betreft de persoon van de verdachte heeft de rechtbank acht geslagen op een de verdachte betreffend uittreksel uit de justitiële documentatie d.d. 30 augustus 2016 waaruit volgt dat verdachte niet eerder onherroepelijk is veroordeeld voor het plegen van een strafbaar feit.
De rechtbank heeft tevens acht geslagen op het reclasseringsrapport van 19 april 2016.
Een schuldigverklaring zonder oplegging van straf, zoals de raadsman van verdachte heeft betoogd, is naar het oordeel van de rechtbank niet aan de orde, gezien de aard en de ernst van dit feit. De rechtbank acht voor het opzettelijk aangaan van een dubbel huwelijk een onvoorwaardelijke gevangenisstraf in beginsel op zijn plaats. De omstandigheden van het geval maken dat in dit geval echter anders. De rechtbank neemt hierbij in aanmerking dat het Openbaar Ministerie in eerste instantie vervolging niet gewenst achtte, verdachte en aangeefster inmiddels gescheiden zijn, dat het feit thans vier jaar geleden gepleegd is en dat het recidive risico volgens het reclasseringsrapport verwaarloosbaar is. Om deze redenen acht de rechtbank in plaats van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf van twee maanden een passende en geboden reactie.

9.Toepasselijke wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen 14a, 14b, 14c en 237 van het Wetboek van Strafrecht zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.
De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.

10.Beslissing

De rechtbank:
Bewezenverklaring
Verklaart bewezen dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld.
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Het bewezen verklaarde levert op:
opzettelijk een dubbel huwelijk aangaan
Strafbaarheid
Verklaart het bewezen verklaarde strafbaar.
Verklaart verdachte daarvoor strafbaar.
Strafoplegging
Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van
2 (twee) maanden.
Bepaalt dat deze gevangenisstraf
niet ten uitvoerzal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten op grond dat de verdachte zich vóór het einde van de proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Dit vonnis is gewezen door
mr. A.J.P. Schotman, voorzitter,
mrs. L.E. Verschoor-Bergsma en R.L.M. van Opstal, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. R.S. Wijkstra, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 15 november 2016.
BIJLAGE : De tenlastelegging
Aan bovenbedoelde gedagvaarde persoon wordt tenlastegelegd dat:
hij op of omstreeks [2012] , in elk geval in of omstreeks de maand
oktober 2012, in de gemeente [plaats] , gelegen in Marokko, in elk geval in
Marokko, opzettelijk een dubbel huwelijk is aangegaan,
immers is verdachte toen en daar met dat opzet in het huwelijk getreden met
een vrouw, te weten [B] , terwijl hij toen reeds gehuwd was met een
vrouw, te weten [A] ;
art 237 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht

Voetnoten

1.Een geschrift, inhoudende een kopie van een gewaarmerkt afschrift van de rechtbank van [plaats] , Marokko, d.d. [1989] bevattende een huwelijksakte.
2.Proces-verbaal van aangifte van [A] d.d. 26 maart 2013 van de politie Utrecht met nummer PL0900-2013061843, blz. 6.
3.Proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 14 december 2015 van de politie Utrecht, blz. 31-36.
4.Bekennende verklaring van de verdachte ter terechtzitting van 1 november 2016.