ECLI:NL:RBMNE:2016:5715

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
26 oktober 2016
Publicatiedatum
27 oktober 2016
Zaaknummer
5054682 UC EXPL 16-7160
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geschil over facturering en dienstverlening in hypothecaire advisering

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Midden-Nederland op 26 oktober 2016, staat de vraag centraal of de factuur van Combinass B.V. aan [gedaagde 1] c.s. terecht is. Combinass had een overeenkomst van dienstverlening gesloten met [gedaagde 1] c.s. voor advisering over hypothecaire geldleningen en risicoverzekeringen, waarbij een uurtarief van € 90,00 was afgesproken. Combinass factureerde uiteindelijk € 787,50 voor 8,75 gewerkte uren, maar [gedaagde 1] c.s. betwistte deze factuur en stelde dat er een afspraak was gemaakt voor maximaal 3 à 4 uren. De kantonrechter oordeelde dat Combinass als redelijk handelend adviseur had moeten waarschuwen voor de extra kosten en dat de factuur daarom gematigd moest worden. Uiteindelijk werd de hoofdsom vastgesteld op € 540,00, met wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten. De kantonrechter veroordeelde [gedaagde 1] c.s. tot betaling van in totaal € 621,00, inclusief proceskosten, en verklaarde het vonnis uitvoerbaar bij voorraad.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Civiel recht
kantonrechter
locatie Utrecht
zaaknummer: 5054682 UC EXPL 16-7160 MGdV/30360
Vonnis van 26 oktober 2016
inzake
de besloten vennootschap
Combinass B.V.,
gevestigd te Woerden,
verder ook te noemen Combinass,
eisende partij,
gemachtigde: Syncasso Gerechtsdeurwaarders B.V.,
tegen:

1.[gedaagde 1] ,

wonende te [woonplaats]

2.[gedaagde 2] ,

wonende te [woonplaats] ,
verder gezamenlijk te noemen [gedaagde 1] c.s., ieder afzonderlijk te noemen [gedaagde 1] dan wel [gedaagde 2] ,
gedaagde partij,
procederende in persoon.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding
- de conclusie van antwoord
- de door Combinass bij brief van 22 september 2016 toegezonden producties 1 tot en met 9
- de comparitie na antwoord van 3 oktober 2016, waarvan aantekening is gehouden.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Tussen Combinass en [gedaagde 1] c.s. is op 17 april 2014 een overeenkomst van dienstverlening tot stand gekomen met betrekking tot advisering over de hypothecaire geldlening en risicoverzekeringen van [gedaagde 1] c.s. In de overeenkomst van dienstverlening staat vermeld dat [gedaagde 1] c.s. aan Combinass een bedrag van € 90,00 per uur verschuldigd is voor de te verrichten werkzaamheden.
2.2.
Op 29 juli 2014 heeft Combinass [gedaagde 1] c.s. een tweetal rapporten betreffende de financiële situatie van [gedaagde 1] c.s. doen toekomen. In de begeleidende e-mail heeft Combinass een aantal adviespunten met betrekking tot de financiële situatie van [gedaagde 1] c.s. naar voren gebracht.
2.3.
Op 16 september 2014 heeft een gesprek tussen Combinass en [gedaagde 1] c.s. plaatsgevonden naar aanleiding van de rapporten en de begeleidende e-mail.
2.4.
Na het gesprek heeft Combinass heeft voor zowel [gedaagde 1] als [gedaagde 2] een overlijdensrisicoverzekering aangevraagd bij Delta Lloyd Levensverzekering N.V.
2.5.
Bij factuur van 25 juni 2015 heeft Combinass aan [gedaagde 1] c.s. een bedrag van
€ 787,50 in rekening gebracht voor de verrichte werkzaamheden, gebaseerd op 8,75 gewerkte uren.
2.6.
Combinass heeft diverse aanmaningen naar [gedaagde 1] c.s. gestuurd. [gedaagde 1] c.s. heeft het bedrag van € 787,50 onbetaald gelaten.

3.Het geschil

3.1.
Combinass vordert bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, veroordeling van [gedaagde 1] c.s. om aan Combinass te voldoen € 942,38 (bestaande uit € 787,50 aan hoofdsom, € 11,94 aan rente tot en met 26 april 2016 en € 142,94 aan buitengerechtelijke incassokosten), te vermeerderen met de wettelijke rente over de hoofdsom vanaf 27 april 2016 tot de voldoening en met veroordeling van [gedaagde 1] c.s. in de proceskosten.
3.2.
Ter onderbouwing van die vordering stelt Combinass dat [gedaagde 1] c.s. jegens Combinass toerekenbaar is tekortgeschoten in de nakoming van de verplichtingen ingevolge de tussen partijen gesloten overeenkomst, door het verschuldigde bedrag van € 787,50, ondanks sommaties, onbetaald te laten. Combinass maakt aanspraak op de wettelijke rente en de buitengerechtelijke kosten nu [gedaagde 1] c.s. in verzuim is geraakt, respectievelijk Combinass de vordering uit handen heeft moeten geven.
3.3.
[gedaagde 1] c.s. heeft gemotiveerd verweer gevoerd tegen de vordering. [gedaagde 1] c.s. stelt dat hij met Combinass is overeengekomen dat er door Combinass maximaal 3 à 4 arbeidsuren tegen een tarief van € 90,00 in rekening gebracht zou worden. De 3 à 4 arbeidsuren zouden besteed worden aan het hypotheekadvies en er zou naar de risicoverzekeringen gekeken worden, zonder dat voor dit laatste kosten in rekening gebracht zouden worden. [gedaagde 1] c.s. is bereid om maximaal 4 arbeidsuren ad € 90,00 te voldoen. [gedaagde 1] c.s. vordert de vordering van Combinass niet ontvankelijk te verklaren dan wel af te wijzen, met veroordeling van Combinass in de proceskosten.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Op grond van de processtukken en het verhandelde ter zitting staat vast dat partijen een uurtarief van € 90,00 zijn overeengekomen, dat Combinass gedurende 8,75 uur werkzaamheden heeft verricht en dat gesproken is over een verwacht aantal te werken uren van 3 à 4. Naar het oordeel van de kantonrechter had het echter op de weg van Combinass als redelijk handelend en redelijk bekwaam adviseur gelegen [gedaagde 1] c.s. er tijdig en voldoende duidelijk op te wijzen dat voortzetting van de werkzaamheden na de opstelling van het rapport tot nadere kosten zou leiden en hoeveel die kosten naar schatting zouden kunnen bedragen. [gedaagde 1] c.s. had er dan voor kunnen kiezen die verdere werkzaamheden niet te laten uitvoeren. De kantonrechter verwijst hierbij naar een uitspraak van de Geschillencommissie van het Kifid (GC Kifid, 27 juli 2015, nr. 2016-197), waarin is overwogen:

Van een redelijk handelend en bekwaam adviseur mag, naast een passend advies, gevergd worden dat hij zijn klanten tussentijds laat weten hoeveel uren hij al aan de zaak heeft besteed en welk bedrag tot op dat moment daarmee gemoeid is. De frequentie en de wijze waarop de adviseur een consument moet informeren over de financiële voorwaarden is afhankelijk van de omstandigheden van het geval. […] De Commissie merkt hierbij op dat de eigen verantwoordelijkheid van Consument niet uit het oog mag worden verloren.[…]”
4.2.
Nu Combinass niet heeft gesteld dat hij vorenbedoelde waarschuwing heeft gegeven, maar anderzijds wel vast staat dat hij 8,75 uur aan de werkzaamheden heeft besteed, acht de kantonrechter het redelijk dat de factuur tot een gematigd aantal uren van 6 wordt toegewezen. De kantonrechter neemt hierbij in overweging dat [gedaagde 1] c.s. ook een eigen verantwoordelijkheid had en er zelf naar had kunnen informeren of de door Combinass afgegeven indicatie van (maximaal) 4 uur nog steeds nauwkeurig was. Gelet op het voorgaande zal de vordering tot vergoeding van de hoofdsom derhalve gedeeltelijk, te weten tot een bedrag van € 540,00 (6 / 8,75 van € 787,50), worden toegewezen.
4.3.
Vast is komen te staan dat [gedaagde 1] c.s. ten onrechte in verzuim is gebleven met betaling van de diverse aanmaningen, zodat [gedaagde 1] c.s. wettelijke rente verschuldigd is op grond van artikel 6:119 BW. De kantonrechter wijst de wettelijke rente toe over de verlaagde hoofdsom van € 540,00 vanaf de datum van opeisbaarheid tot aan de dag van volledige betaling.
4.4.
Combinass maakt aanspraak op de vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten. De kantonrechter stelt vast dat het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten (hierna: het Besluit) van toepassing is nu het verzuim na
1 juli 2012 is ingetreden. Combinass heeft op 27 augustus 2015 een brief gestuurd die voldoet aan de eisen van artikel 6:96 lid 6 BW. Nu de hoofdsom verlaagd is, dienen de buitengerechtelijke incassokosten berekend te worden over de verlaagde hoofdsom. De vordering tot vergoeding van de buitengerechtelijke kosten wordt derhalve toegewezen tot een bedrag van € 81,00 (15% van € 540,00).
4.5.
[gedaagde 1] c.s. zal als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld met dien verstande, dat de informatiekosten (gedeeltelijk) worden afgewezen, nu de vordering op dit punt niet in overeenstemming is met de landelijk gehanteerde tarieven van de DGR en de BRP. Daarnaast acht de kantonrechter het redelijk om de proceskosten te matigen naar 6 / 8,75, nu de hoofdsom ook is gematigd naar 6 / 8,75. De kosten aan de zijde van Combinass worden derhalve begroot op:
- dagvaarding € 97,41
- griffierecht € 471,00
- salaris gemachtigde €
200,00(2 punten x tarief € 100,00)
Totaal € 768,41 x 6 / 8,75 = € 526,91.

5.De beslissing

De kantonrechter:
5.1.
veroordeelt [gedaagde 1] c.s. om aan Combinass tegen bewijs van kwijting te betalen € 621,00 met de wettelijke rente over € 540,00 vanaf de datum van opeisbaarheid tot de voldoening;
5.2.
veroordeelt [gedaagde 1] c.s. tot betaling van de proceskosten aan de zijde van Combinass, tot de uitspraak van dit vonnis begroot op € 526,91;
5.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
5.4.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. P. Krepel, kantonrechter, en is in aanwezigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 26 oktober 2016.