Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
- het tussenvonnis van 4 mei 2016 en de daaraan ten grondslag liggende stukken;
- de conclusie van antwoord in reconventie, met producties;
- het proces-verbaal van de comparitie van 15 augustus 2016;
- een nadere toelichting aan de zijde van [eiseres] van 29 augustus 2016, met bijlagen;
- een nadere toelichting aan de zijde van [gedaagde] van 30 augustus 2016, met producties;
- het proces-verbaal van de comparitie van 1 september 2016.
2.De feiten
3.De vordering in conventie
4.De vordering in reconventie
5.De beoordeling
in conventie en reconventie
6.De beslissing
bewijsstukkenwil overleggen, die stukken direct op de rol van 30 november 2016 in het geding moet brengen,
getuigenwil laten horen, de verhinderdata van de getuigen, de partijen en hun advocaten in de maanden december 2016 tot en met maart 2017 direct moet opgeven, waarna dag en uur van het getuigenverhoor zullen worden bepaald,
alle partijenuiterlijk twee weken voor het eerste getuigenverhoor
alle beschikbare bewijsstukken– voor zover nog niet overgelegd – aan de rechtbank en de wederpartij moeten toesturen,