Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
- de dagvaarding;
- de conclusie van antwoord;
- het tussenvonnis van 23 december 2015;
- de brief met producties van [gedaagde] van 6 april 2016;
- het proces-verbaal van de comparitie van 14 april 2016 en de aantekeningen van de griffier;
- de akte van [eiseres] met aanvulling van de grondslag van de eis en producties;
- de antwoordakte van [gedaagde] .
2.De beoordeling
schade aan het buitenmetselwerk. [gedaagde] had aan de buitenkant van het pand een oplaadpunt voor elektrische auto’s aangebracht en een GSM-antenne. Voor de definitieve oplevering heeft zij die verwijderd. De gaatjes van het oplaadpunt heeft zij gevuld met kit, volgens [eiseres] een ongeschikt middel. In de gaatjes van de antenne zijn pluggen blijven zitten; [gedaagde] heeft deze niet gevuld, omdat de gaatjes daardoor volgens haar meer zouden opvallen.
vernieuwing van het vloertegelwerk in de hal op de eerste verdieping. [gedaagde] had daar een wand geplaatst en daarvoor gaten in de tegels geboord. Bovendien was er een tegel gebroken. [gedaagde] heeft de wand verwijderd en de tegels gerepareerd met cement. [eiseres] vindt dat niet acceptabel. Zij stelt niet dat [gedaagde] geen wanden mocht plaatsen, maar wel dat [gedaagde] die wand had moeten vastzetten met tape in plaats van met schroeven. Zij licht echter niet toe dat tape een geschikt middel is voor het vastzetten van wanden. Zij stelt verder dat cement geen geschikt middel is voor deze reparatie, maar ook dat licht zij niet toe. Zij legt enkele foto’s over, waarop de reparaties te zien zijn. Uit die foto’s blijkt niet dat het resultaat onacceptabel is. Kortom de stellingen van [eiseres] kunnen de conclusie dat [gedaagde] op dit punt tekortgeschoten is, niet dragen. Deze post moet daarom worden afgewezen.
schade aan deuren van een toiletgroep€ 450 voor een deur en € 412,50 voor hang- en sluitwerk. De schade aan de deur is bij akte toegelicht: het gaat om een groot gat in de formica-laag van de deur. Daarop heeft [gedaagde] niet meer gereageerd, zodat moet worden aangenomen dat de deur zo’n gat vertoonde. Van het hang- en sluitwerk voert [gedaagde] aan dat het hier gaat om normale slijtage en veroudering. Daarvoor is van belang dat in artikel 13.4 van de ‘Algemene bepalingen huurovereenkomst kantoorruimte’ is vastgelegd dat onderhoud, herstel en vernieuwing van hang- en sluitwerk voor rekening van de huurder zijn:
Sonorex geluidsafschotting(drukschotten) en € 180 voor het verwijderen van
bovenbakkenvan de wanden op de begane grond. [gedaagde] voert daartegen aan dat de geluidsafschotting en bovenbakken achter het systeemplafond zaten, en dat het plafond daaraan bevestigd was. Ze waren dus bij aanvang van de huur aanwezig, zodat oplevering ‘in huidige staat’ betekende dat [gedaagde] ze moest laten zitten, en zij konden ook niet worden verwijderd zonder dat het plafond zou loslaten. [eiseres] heeft daarop herhaald dat [gedaagde] de tussenwanden moest verwijderen, ook het deel dat (vanwege geluidsoverdracht) doorloopt boven het systeemplafond. Zij is echter niet ingegaan op de stelling van [gedaagde] dat afschotting en bovenbakken bij aanvang van de huur al aanwezig waren, en evenmin op de onmogelijkheid van verwijdering zonder schade aan het plafond. Daarmee heeft zij deze post, tegenover de betwisting door [gedaagde] , onvoldoende onderbouwd, zodat deze niet toewijsbaar is.
afdoppen van doorvoeren voor de pantry’s. Volgens [gedaagde] heeft zij alle doorvoeren kort afgezaagd en afgedopt, zodat ze makkelijk weer konden worden aangesloten. Daarop heeft [eiseres] gesteld dat [gedaagde] de leidingen niet kort bij de hoofdleiding afgezaagd, zoals gebruikelijk, maar dat zij een ‘wirwar van leidingen’ heeft achtergelaten, die [eiseres] zal moeten verwijderen. Dit heeft [gedaagde] niet concreet weersproken, zodat moet worden aangenomen dat zij op dit punt inderdaad tekortgeschoten is. Daarom zal deze post worden toegewezen.
schilderen van de aluminium kozijnen. Deze waren allemaal blauw, in het hele complex, maar in de door [gedaagde] gehuurde gedeelten zijn er enkele (dan wel de meeste) wit geschilderd. [gedaagde] ontkent dat niet. Zij voert aan dat het misschien al wel zo was toen zij het pand huurde, maar daarover is zij onvoldoende stellig. Het is aannemelijk dat een nieuwe huurder de kozijnen in elk geval in één kleur geschilderd zal willen hebben. Daarom is deze post toewijsbaar.
wanden op de begane grond en de eerste verdieping. Het gaat om schade, ontstaan door het verwijderen van tussenwanden. Volgens [gedaagde] is dit te beschouwen als normale slijtage en veroudering. Dat gaat niet op. Bij het verwijderen van een wand hoort ook het weer netjes afwerken van de muur; sporen van dat verwijderen zijn geen gebruikssporen, maar sporen van een niet-afgemaakte verbouwing. Als [gedaagde] tijdens de huurperiode een wandje verwijderd had, dan had dat zij afwerken ook niet uitgesteld tot de volgende grote binnenschilderbeurt. Deze post is daarom toewijsbaar.
slotjes op de ramen. Het gaat om slotjes die oorspronkelijk niet aanwezig waren, maar die door [gedaagde] of door de vorige huurder geplaatst zijn. [gedaagde] betwist niet dat sommige van deze slotjes kapot zijn (dan wel dat de sleutel zoek is). Dat is niet te beschouwen als normale slijtage. Op grond van de huurovereenkomst komen onderhoud en vernieuwing van hang- en sluitwerk voor rekening van de huurder. Kapotte slotjes zijn dus te beschouwen als achterstallig onderhoud. [eiseres] mocht niet van [gedaagde] verwachten dat de slotjes gloednieuw zouden zijn, maar wel dat zij werkten. Zo niet, dan lag het op de weg van [gedaagde] om ze te vervangen. Deze post is daarom eveneens toewijsbaar.
vervangen van een dicht paneel in de pui door glas. [gedaagde] voert aan dat dit raam al dicht was bij aanvang van de huur. Zij wijst op het opleverrapport en op een foto daarin, waarop een kozijn met een dicht paneel zien is. [eiseres] gaat daarop niet in, en onderbouwt niet nader dat [gedaagde] op grond van de huurovereenkomst verplicht was om dit paneel te vervangen. Daarom moet deze post worden afgewezen.
herstel van de brandmeldinstallatie. Volgens [eiseres] hoorde deze bij het gehuurde. [gedaagde] betwist dat; volgens haar heeft zij de brandmeldinstallatie zelf geïnstalleerd en, zoals afgesproken, gedemonteerd, waarbij zij de onderdelen heeft achtergelaten voor het geval de volgende huurder die zou willen gebruiken. [eiseres] heeft vervolgens niet nader onderbouwd dat de brandmeldinstallatie tot het gehuurde behoort. Uit artikel 10 huurovereenkomst blijkt dat ook niet, en evenmin uit de overgelegde opleveringsrapporten. [eiseres] maakt zelf melding van ‘een storing’, maar zij licht niet toe wat er mis was met de installatie. Daarmee heeft zij onvoldoende gesteld voor de conclusie dat [gedaagde] op dit punt tekortgeschoten is. Deze post komt daarom niet voor vergoeding in aanmerking.
Nalopen elektra, gevaarlijke situatie’. Deze post wordt als zodanig in de offerte niet genoemd; er valt geen bedrag aan toe te wijzen. Daarom hoeft dit verder niet besproken te worden.
verlichtingsarmatuurtussen de begane grond en de eerste verdieping. Dit is opgenomen in de offerte van [bedrijf 1] onder ‘diverse werkzaamheden’ voor in totaal € 300. [gedaagde] heeft ter voorkoming van discussie toegezegd dit bedrag te vergoeden. Deze post kan daarom worden toegewezen.
Schakelmateriaal elektra’. Deze correspondeert kennelijk met ‘Lichtschakelingen herstellen’ in de offerte, met een bedrag van € 3.550, en partijen betrekken daarbij ook de post van € 850 voor het
verwijderen van zakleidingen. [gedaagde] heeft bij antwoord toegelicht hoe zij het elektranetwerk heeft achtergelaten. [eiseres] heeft daarop gesteld dat alle lichtschakelaars verwijderd of defect zijn, zodat het licht alleen via de stoppenkast bediend kan worden. Daarop heeft [gedaagde] niet gereageerd. Zij weerspreekt ook niet dat zij de lichtschakelaars moest laten zitten. Daarmee is deze post onvoldoende weersproken. Bij de zakleidingen betwist zij alleen het bedrag. Zij vindt dat te hoog, omdat zij de zakleidingen alleen in één unit heeft laten zitten. Dat verweer is onvoldoende specifiek. Beide posten kunnen daarom worden toegewezen.
elektragoten(ook aangeduid als wandgoten of kabelgoten). Deze goten horen bij het gehuurde, zo blijkt uit de opleveringsrapporten. De schade wordt voldoende onderbouwd met foto’s die [eiseres] overlegt (een loszittende contactdoos, een goot waar kennelijk een paneeltje van ontbreekt, een goot met kennelijke beschadiging). Als dat normale slijtage is, zoals [gedaagde] aanvoert, dan lag het op haar weg om die te herstellen. In de verdeling van onderhoudsverplichtingen in artikel 13 van de Algemene bepalingen wordt het onderhoud van kabelgoten niet genoemd, maar bij de verplichtingen van de huurder wel het onderhoud van onder andere schakelaars, stopcontacten en leidingen, terwijl het onderhoud voor rekening van verhuurder vooral het casco en de buitenkant van het gebouw betreft. Dat wijst erop dat onderhoud van de kabelgoten eveneens voor rekening van de huurder is. [gedaagde] had de kabelgoten dus in redelijke toestand moeten achterlaten. Daarmee is deze post onvoldoende weersproken, en dus toewijsbaar.
nood- en uitverlichting. [gedaagde] betwist niet dat deze bij het pand hoort en moest blijven zitten. Volgens haar heeft zij indertijd zelf verlaagde plafonds aangebracht met aangepaste nood- en uitverlichting, en heeft zij bij vertrek alleen deze verwijderd. Zij gaat daarbij echter niet in op de vraag wat er bij het aanbrengen van dat verlaagde plafond gebeurd is met de toen bestaande nood- en uitverlichting, en evenmin op de vraag wat er bij haar vertrek aan nood- en uitverlichting is achtergebleven. Daarmee heeft zij ook deze post onvoldoende weersproken; ook dit bedrag is toewijsbaar.
intercom. Er was een intercominstallatie voor de slagboom met een aantal toestellen binnen het gehuurde; [gedaagde] heeft bij vertrek twee toestellen achtergelaten. [eiseres] vordert nu vergoeding voor vijf nieuwe toestellen. Volgens [gedaagde] waren er altijd maar twee, en waren die vergeeld maar werkten ze nog goed. Daarop heeft [eiseres] gesteld dat [gedaagde] vijf units huurde, en dat bij iedere unit een intercomtoestel hoorde. Zij licht echter niet toe waarom de twee die er nog waren vervangen moesten worden, en tegenover de ontkenning van [gedaagde] onderbouwt zij niet dat er inderdaad vijf toestellen waren. Daarom is deze post niet toewijsbaar.
verwijderen van de alarminstallatie(in de offerte opgenomen voor € 550). Dit is echter niet opgenomen in de lijst van 11 maart 2015, en dus niet aan de vordering ten grondslag gelegd. Daarom kan dit bedrag hoe dan ook niet worden toegewezen.
verwijderen van leidingen. [gedaagde] heeft zich bereid verklaard dit bedrag te vergoeden. Deze post is dus toewijsbaar.
verwijderen van de buitenunits(van de airco?) te vergoeden. Van de
airco-units boven het plafondwas [gedaagde] kennelijk niet duidelijk wat daarmee bedoeld werd; uit de dagvaarding bleek dat niet. [eiseres] heeft bij akte een toelichting gegeven en een foto overgelegd. Daarop heeft [gedaagde] aangevoerd dat zij alle onderdelen van de airco aan de binnenkant van het pand verwijderd heeft, maar een zwarte kast heeft laten zitten, omdat die bij de luchtbehandeling hoorde en niet bij de airco. Daarop heeft [eiseres] niet meer kunnen reageren. Dat komt echter voor haar risico; als zij de vordering bij dagvaarding voldoende concreet had toegelicht, had [gedaagde] dit verweer bij antwoord al kunnen (en moeten) inbrengen. Daardoor staat niet vast dat [gedaagde] op dit punt tekortgeschoten is, zodat dit onderdeel niet toewijsbaar is.
plaatsen van nieuwe lijnroostersen het
opnieuw inregelen van de luchtbehandelingvoert [gedaagde] het verweer dat zij alle lijnroosters die bij aanvang aanwezig waren, heeft laten zitten. [eiseres] heeft daarop gesteld dat [gedaagde] ook de lijnroosters en afzuigroosters voor de luchtbehandeling verwijderd heeft, terwijl zij alleen de roosters van de airco moest verwijderen en de lijnroosters moest schoonmaken. Daarmee heeft zij haar stelling echter niet nader geconcretiseerd of toegelicht, maar feitelijk alleen herhaald. Daarom beschouwt de kantonrechter deze tekortkoming als onvoldoende onderbouwd. Datzelfde geldt voor het opnieuw inregelen. Dit onderdeel moet daarom worden afgewezen.
verwijderde armaturen en vaste plafonds. Deze post is echter niet opgenomen in de lijst waarop de vordering gebaseerd is, en hoeft dus verder niet te worden besproken.
gederfde huurinkomstenover de periode van 1 januari 2015 tot en met 9 maart 2015, dat wil zeggen tot één maand na oplevering door [gedaagde] . Zij beroept zich daarmee kennelijk op artikel 10.8 van de Algemene bepalingen:
1.200,00(2 punten x tarief € 600,00)