ECLI:NL:RBMNE:2016:5327

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
31 augustus 2016
Publicatiedatum
4 oktober 2016
Zaaknummer
5307185 UC EXPL 16-11843
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Internationaal privaatrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verstekvonnis inzake niet-betaling door gedaagde van facturen door CMS Derks Star Busmann N.V.

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 31 augustus 2016 een verstekvonnis gewezen in een civiele procedure tussen de naamloze vennootschap CMS Derks Star Busmann N.V. (hierna: CMS) en een gedaagde partij die niet is verschenen. De procedure is voortgekomen uit een eerdere verwijzing door de handelskamer van de rechtbank, waarbij CMS was bevolen om de gedaagde op te roepen voor een zitting. CMS heeft gesteld dat zij de gedaagde op 5 november 2015 heeft opgeroepen, maar dat de betekening door de Russische centrale autoriteit niet heeft plaatsgevonden. Hierdoor kon CMS geen bewijs van oproeping aan de kantonrechter overleggen, wat hen in hun belangen schaadt. De kantonrechter heeft overwogen dat, ondanks het ontbreken van bewijs van betekening, aan de voorwaarden van het Haags Betekeningsverdrag is voldaan, waardoor verstek verleend kon worden.

De vordering van CMS betreft de niet-betaling van facturen voor geleverde diensten aan de gedaagde. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de vordering niet onrechtmatig of ongegrond is en heeft deze toegewezen, met uitzondering van de gevorderde wettelijke rente over de buitengerechtelijke incassokosten, omdat CMS niet had aangetoond deze kosten daadwerkelijk te hebben betaald. De gedaagde is veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op een totaal van € 2.196,00, inclusief kosten voor dagvaarding, vertaling en deurwaarderskosten. De kantonrechter heeft de gedaagde ook veroordeeld tot betaling van het verschuldigde bedrag aan CMS, vermeerderd met wettelijke rente, en heeft het vonnis uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Civiel recht
kantonrechter
locatie Utrecht
zaaknummer: 5307185 UC EXPL 16-11843 CD/942
Verstekvonnis van 31 augustus 2016
inzake
de naamloze vennootschap
CMS Derks Star Busmann N.V.,
gevestigd te Utrecht,
verder ook te noemen CMS,
eisende partij,
gemachtigde: mr. A. al Mansouri en mr. M.K.M. Enderink,
tegen:
[gedaagde],
wonende te [woonplaats] (Russische Federatie),
verder ook te noemen [gedaagde] ,
gedaagde partij,
niet verschenen.

1.De procedure

1.1.
Bij vonnis met zaak-/rolnummer 394539 / HA ZA 15-526 van de handelskamer van deze rechtbank van 30 september 2015 heeft de rechtbank deze zaak, in de stand waarin deze zich bevond, voor verdere behandeling verwezen naar de kantonrechter in deze rechtbank.
1.2.
De rechtbank heeft CMS bevolen om [gedaagde] op te roepen om te verschijnen voor de zitting van de kantonrechter van 23 december 2015 om 9.30 uur.
1.3.
De kantonrechter, die de zaak heeft geadministreerd onder zaak-/rolnummer 4638005 UC EXPL 15-18544, heeft geen oproepingsexploot ontvangen. [gedaagde] is niet verschenen op de zitting van 23 december 2015, waarna de zaak ambtshalve is doorgehaald.
1.4.
Op verzoek van CMS is de zaak op de rolzitting van 17 augustus 2016 weer opgebracht, waarbij een nieuw zaak-/rolnummer, te weten 5307185 UC EXPL 16-111843, aan de zaak is toegekend.
1.5.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De overwegingen

2.1.
CMS stelt gemotiveerd dat zij [gedaagde] op 5 november 2015 heeft opgeroepen om te verschijnen op de zitting van 23 december 2015, door middel van betekening van het vonnis aan de Nederlandse centrale autoriteit, conform het bepaalde in artikel 55 Rv in samenhang met het Haags Betekeningsverdrag 1965. Volgens CMS heeft de Nederlandse centrale autoriteit de stukken doorgestuurd naar de Russische centrale autoriteit, die deze stukken echter, ondanks herhaald verzoek, niet aan [gedaagde] betekent, althans de betekende stukken niet retourneert aan de Nederlandse centrale autoriteit. Daardoor is het voor CMS onmogelijk om het oproepingsexploot aan de kantonrechter te sturen, en wordt zij onevenredig in haar belangen geschaad. Gelet op de inmiddels verstreken tijd verzoekt CMS de kantonrechter om alsnog vonnis te wijzen.
2.2.
De kantonrechter overweegt dat ingevolge artikel 15 lid 2 van het Haags Betekeningsverdrag 1965 in samenhang met artikel 10 van de Uitvoeringswet Haags betekeningsverdrag 1965 een beslissing kan worden gegeven, als een bewijs van betekening, kennisgeving of afgifte ontbreekt, ingeval aan de volgende drie voorwaarden is voldaan:
- het stuk is toegezonden op een van de in het verdrag geregelde wijzen,
- sinds het tijdstip van toezending van het stuk is een termijn van tenminste zes maanden verstreken, en
- in weerwil van alle daartoe bij de bevoegde autoriteiten aangewende pogingen geen bewijs kon worden verkregen.
2.3.
Uit de stellingen van CMS en de door haar in het geding gebrachte stukken blijkt dat aan deze drie voorwaarden is voldaan, zodat de kantonrechter verstek zal verlenen tegen [gedaagde] en vonnis zal wijzen.
2.4.
De vordering van CMS heeft betrekking op de niet-betaling door [gedaagde] van de door CMS aan hem verzonden facturen voor door CMS aan hem geleverde diensten. Deze vordering komt de kantonrechter niet onrechtmatig of ongegrond voor en zal daarom worden toegewezen, met dien verstande dat de gevorderde wettelijke rente over de vergoeding van de buitengerechtelijke incassokosten zal worden afgewezen. Niet gesteld of gebleken is immers dat CMS deze kosten al daadwerkelijk aan haar gemachtigde heeft betaald of met de betaling daarvan in verzuim verkeert en als zodanig vermogensschade heeft geleden.
2.5.
[gedaagde] wordt als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten veroordeeld. Zoals de rechtbank in het tussenvonnis van 22 juli 2015 reeds heeft overwogen, maken van de proceskosten ook de gevorderde vergoeding van advocaatkosten, vertaalkosten en deurwaarderskosten deel uit. De kosten voor de vertaling van de dagvaarding van (€ 676,69) en de deurwaarderskosten (van € 109,47) zijn onderbouwd met facturen en geheel toewijsbaar.
2.6.
Met betrekking tot de gevorderde advocaatkosten (van € 5.000,00) overweegt de kantonrechter dat een aanmerkelijk hoger bedrag is gevorderd dan het gebruikelijke liquidatietarief voor gemachtigdensalarissen in kantonzaken, terwijl is gesteld noch gebleken dat CMS aanmerkelijk meer kosten heeft gemaakt dan in dit tarief is besloten, om welke reden de vordering zal worden toegewezen tot dit forfaitaire tarief.
2.7.
De kosten aan de zijde van CMS worden begroot op:
- dagvaarding € 77,84
- vertaalkosten € 676,69
- deurwaarderskosten € 109,47
- griffierecht € 932,00
- salaris gemachtigde €
400,00(1 punt x tarief € 400,00)
Totaal € 2.196,00
2.8.
De gevorderde wettelijke rente over de proceskosten zal worden toegewezen op de in het dictum vermelde wijze. Datzelfde geldt voor de gevorderde nakosten.

3.De beslissing

De kantonrechter:
3.1.
verleent verstek tegen [gedaagde] ;
3.2.
veroordeelt [gedaagde] om aan CMS tegen bewijs van kwijting te betalen € 19.893.26, vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over € 18.928,97 vanaf 2 maart 2015 tot de voldoening;
3.3.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling van de proceskosten aan de zijde van CMS, tot de uitspraak van dit vonnis begroot op € 2.196,00, waarin begrepen € 400,00 aan salaris gemachtigde, te voldoen binnen veertien dagen na de datum van dit vonnis, bij gebreke waarvan voormeld bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de vijftiende dag na de datum van dit vonnis tot de dag van volledige betaling;
3.4.
veroordeelt [gedaagde] , onder de voorwaarde dat hij niet binnen veertien dagen na aanschrijving door CMS volledig aan dit vonnis voldoet, in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op:
- € 100,00 aan salaris gemachtigde, vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW met ingang van de vijftiende dag na aanschrijving tot de voldoening,
- te vermeerderen, indien betekening van het vonnis heeft plaatsgevonden, met de explootkosten van betekening van het vonnis, vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW met ingang van de vijftiende dag na betekening tot de voldoening;
3.5.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
3.6.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. P. Dondorp, kantonrechter, en is in het openbaar uitgesproken op 31 augustus 2016.