Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
- de dagvaarding van 29 juli 2016, met daarbij 5 producties,
- de producties 1-5c van de Provincie,
- de incidentele conclusie tot primair tussenkomst, subsidiair voeging, van [tussenkomende partij] ,
- de brief van [eiseres] van 31 augustus 2016 met daarbij de aanvullende producties 6-13, alsmede een vermeerdering van eis,
- de mondelinge behandeling, gehouden op 1 september 2016,
- de pleitnota van [eiseres] ,
- de pleitnota van de Provincie,
- de pleitnota van [tussenkomende partij] .
2.De feiten
3.3. Kwalitatieve beoordeling inschrijving
Risico-inventarisatie (inschatten risico’s en beheersing risico’s)
De 3 risico’s worden beoordeeld op compleetheid (inclusief uitwerking van de risico’s);
Het herkennen van mogelijke risico’s en de wijze waarop de risico’s beperkt en beheerst.
01 10 02 DOOR AANNEMER TE VERKRIJGEN VERGUNNINGEN E.D.
Indien u bezwaren hebt tegen een onderdeel van deze aanbesteding dient u dat voor de eerste Nota van Inlichtingen aan te geven. Indien uw bezwaar in uw ogen onjuist of onvoldoende is geadresseerd in de Nota van Inlichtingen dan kunt u vervolgens terecht bij het Klachtenmeldpunt Aanbestedingen van de provincie Utrecht, ( [e-mailadres] ). Om eventuele vertraging in de aanbestedingsprocedure te voorkomen wordt u verzocht dit onverwijld te doen en hier niet mee te wachten tot na het indienen van de inschrijvingen. De klachtenprocedure aanbestedingen provincie Utrecht 2014 is opgenomen als bijlage 6.”
Risico-inventarisatie –Top 3 uitvoeringsrisico’s & beheersmaatregelen
De provincie heeft over de aanbesteding “baggerwerk de Eem” een klacht ontvangen van één van de andere inschrijvers. Deze klacht wordt behandeld door de interne klachtencommissie. Om de rechten van de klagende partij te waarborgen is de Alcateltermijn voor deze partij verlengd tot en met 20 mei 2016. Een klacht heeft een opschortende werking voor de definitieve gunning. Zodra we meer weten dan lichten we u uiteraard in.”
Op 13 april 2016 hebben wij u op de hoogte gesteld van het gunningsvoornemen van de aanbesteding “Baggerwerk rivier de Eem”. Tijdens de Alcateltermijn heeft één inschrijver een klacht tegen dit gunningsvoornemen ingediend bij het klachtenmeldpunt van de provincie Utrecht. Om die reden waren wij genoodzaakt de definitieve gunning op te schorten.
De voorlopige gunningsbeslissing kan niet in stand blijven, omdat het mogelijk is dat de scores van de inschrijvers op het onderdeel Risico-inventarisatie van het Plan van Aanpak niet correct zijn en/of de motivatie op dit onderdeel voor enkele of alle inschrijvers aangepast moet worden.
Het Klachtenmeldpunt stelt verder voor om een herbeoordeling uit te voeren met betrekking tot het onderdeel Risicoanalyse van het Plan van Aanpak voor alle inschrijvers, waarbij de risico’s niet ten aanzien van de werkzaamheden zoals uitgevoerd door de inschrijvers worden beoordeeld, maar ten aanzien van het uitvoeren van de door de Provincie gevraagde werkzaamheden, onafhankelijk door wie de werkzaamheden zouden worden uitgevoerd.
Bij de definitieve gunningsbeslissing de berekening van de fictieve kortingen goed te controleren.
Op 18 mei 2016 hebben wij u per mail ingelicht dat het onderdeel risico-inventarisatie van alle inschrijvers herbeoordeeld moet worden, dit op advies van het klachtenmeldpunt van de provincie. Het beoordelingsteam heeft deze herbeoordeling inmiddels afgerond en is unaniem van mening dat de economisch meest voordelige inschrijving is ingediend door [tussenkomende partij] BW. De provincie is voornemens de opdracht te gunnen aan deze inschrijver.
(…)
Wij missen de integrale beoordeling van de provinciale klachtencommissie. Bij het klachtenloket van de landelijke commissie van aanbestedingsexperts is het gebruikelijk dat de klachtomschrijving en de motivering en uitspraak integraal openbaar wordt gemaakt. Ons verzoek is dan ook om de integrale beoordeling van de provinciale klachtencommissie aan ons kenbaar te maken.
Ons is niet duidelijk wat in de e-mail van 18 mei wordt bedoeld met de stelling ‘… waarbij de risico’s niet ten aanzien van de werkzaamheden zoals uitgevoerd door de inschrijvers worden beoordeeld, maar ten aanzien van de door de Provincie gevraagde werkzaamheden, onafhankelijk door wie de werkzaamheden zouden worden uitgevoerd…’. Wij zouden graag de motivering van deze stelling willen ontvangen.
Wat is de reden dat de aan ons toegekende EMVI score eerst een 6 was en vervolgens na herbeoordeling is teruggebracht tot een 4? In de toelichting op deze waardering (brief van 21-06-16) is dit niet te herleiden. Gezien de fictieve korting met € 75.000,- is verlaagd zou sprake moeten zijn van ‘een of enkele significante onderdelen ontbreken. De wijze van invulling is onvoldoende degelijk. De invulling voldoet niet aan het in het Beschrijvend document gestelde m.b.t. dit gunningscriterium’. Echter is vooralsnog niet helder welk punt dan ontbreekt. Immers bij risico 2 en 3 staat ‘voldoende’ en bij risico 1 staat hetzelfde als bij de eerdere voorlopige gunning. Aangezien wij, vooralsnog, niet inzien wat risico 1 te maken heeft met de aanbeveling van de klachtencommissie en het oordeel van risico 2 en 3 nog steeds worden gekenmerkt als voldoende, vrezen wij dat de beoordelingscommissie hier een (mogelijk menselijke) fout heeft gemaakt. Wij verzoeken u deze fout te herstellen c.q. in detail te motiveren om welke reden score 4 is toegekend.
Voorwaarde welke u stelt aan de EMVI beoordeling is dat de plannen van aanpak anoniem worden ingediend zodat het beoordelingsteam objectief de plannen zou beoordelen, ongeacht welke inschrijver het betreft. De herbeoordeling is niet anoniem uitgevoerd, immers partijen waren bekend en aan deze eis is dan ook niet voldaan. Wij kunnen, op basis van de klachtomschrijving en de ontbrekende uitleg m.b.t. vermeende fout in het beoordelingsproces niet beoordelen of sprake had moeten zijn van een nieuw team. Graag ontvangen wij de motivatie op dit punt waarom is gekozen voor hetzelfde team en of de landelijke commissie van aanbestedingsexperts wel/niet heeft aangegeven dat een nieuw team nodig was?”
(…)
Naar aanleiding van uw brief d.d. 30 juni 2016 (…) sturen wij u deze brief. Reden hiervan is dat wij (…) nog een aantal vragen/opmerkingen hebben n.a.v. de door u verstrekte toelichting op de wijze van EMVI beoordeling en de aan ons toegekende score op het aspect Risico-inventarisatie. Dit m.b.t. de openbare aanbesteding van het project ‘Baggeren rivier de Eem’ en het hieraan gekoppelde aangepaste voornemen tot gunning.
3.Het geschil
4.De beoordeling
in het incident
waarbij de risico’s niet ten aanzien van de werkzaamheden zoals uitgevoerd door de inschrijvers worden beoordeeld, maar ten aanzien van het uitvoeren van de door de Provincie gevraagde werkzaamheden, onafhankelijk door wie de werkzaamheden zouden worden uitgevoerd”, wat er verder ook van die zinsnede zij, anders heeft geconcludeerd, maakt niet dat ter zake van haar geen pro-actieve houding hoeft te worden verwacht. Integendeel, de vereiste pro-activiteit brengt juist mee dat [eiseres] toen (vragen had kunnen stellen over en bij een onbevredigend antwoord vervolgens) al bezwaar had kunnen maken tegen de intrekking van het eerste gunningsvoornemen. Dat zij in het e-mailbericht van 18 mei 2016 niet expliciet op die mogelijkheid was gewezen, doet daar niet aan af. In paragraaf 1.8 van het aanbestedingsdocument zijn de inschrijvers expliciet gewezen op het belang van het onverwijld uiten van bezwaren ter voorkoming van vertraging in de procedure.
816,00