ECLI:NL:RBMNE:2016:5203

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
28 september 2016
Publicatiedatum
28 september 2016
Zaaknummer
16/706108-16 (P)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verbreking van de lichamelijke integriteit door het vervaardigen en verspreiden van kinderpornografisch materiaal en ontuchtige handelingen met een minderjarige

In deze zaak heeft de rechtbank Midden-Nederland op 28 september 2016 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een 35-jarige man die zich schuldig heeft gemaakt aan het verspreiden, aanbieden, verwerven, toegang verschaffen tot, en het in bezit hebben van kinderporno. Daarnaast heeft hij ontuchtige handelingen gepleegd met een minderjarige die bij hem logeerde en heeft hij hiervan kinderpornografische afbeeldingen gemaakt, terwijl het slachtoffer sliep. De verdachte, een vriend van het slachtoffer, werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van 24 maanden, waarvan 12 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaar. De rechtbank legde bijzondere voorwaarden op, waaronder een contact- en gebiedsverbod, een meldplicht bij de reclassering en verplichte ambulante behandeling bij een forensisch psychiatrische instelling.

Het onderzoek ter terechtzitting vond plaats op 14 september 2016, waarbij de verdachte in persoon verscheen en werd bijgestaan door zijn advocaat. De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en de verdediging. De tenlastelegging omvatte meerdere feiten, waaronder het vervaardigen van kinderpornografisch materiaal en het plegen van ontuchtige handelingen met een minderjarige. De rechtbank achtte de feiten wettig en overtuigend bewezen, mede op basis van de verklaringen van de verdachte en het slachtoffer, alsook de bevindingen van de politie.

De rechtbank heeft in haar oordeel rekening gehouden met de psychische problematiek van de verdachte, die lijdt aan een ziekelijke stoornis van de geestvermogens. De rechtbank concludeerde dat de verdachte verminderd toerekeningsvatbaar was, maar dat dit niet leidde tot een volledige uitsluiting van strafbaarheid. De rechtbank heeft de ernst van de feiten en de impact op het slachtoffer zwaar meegewogen in de strafoplegging, maar ook de positieve ontwikkelingen in de houding van de verdachte, zoals zijn bereidheid tot behandeling en het zoeken van hulp, werden in aanmerking genomen.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Afdeling Strafrecht
Zittingslocatie Utrecht
Parketnummer: 16/706108-16 (P)
Vonnis van de meervoudige strafkamer van 28 september 2016.
in de strafzaak tegen
[verdachte] ,
geboren te [1981] te [geboorteplaats] ,
wonende te [woonplaats] ,
thans gedetineerd in de P.I. Alphen aan den Rijn, Huis van Bewaring, locatie Alphen aan den Rijn.

1.Het onderzoek ter terechtzitting

Het onderzoek ter terechtzitting heeft plaatsgevonden op 14 september 2016. De verdachte is in persoon verschenen en heeft zich ter terechtzitting laten bijstaan door
mr. R. van Manen, advocaat te Woerden.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en van wat verdachte en de raadsvrouw naar voren hebben gebracht.
De rechtbank heeft voorts kennisgenomen van de vordering van de benadeelde partij, ingediend namens [slachtoffer] . De benadeelde partij is ter zitting bijgestaan door mr. F.A. Ten Berge, advocaat te Utrecht.

2.Tenlastelegging

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
Feit 1
In de periode van 21 januari 2012 tot en met 9 maart 2016 te [woonplaats] kinderporno heeft verspreid/aangeboden/verworven/in zijn bezit gehad;
Feit 2
In de periode van 28 februari 2009 tot en met 1 november 2009 te [woonplaats] kinderporno, bestaande uit 57 foto’s, heeft vervaardigd;
Feit 3
In de periode van 28 februari 2009 tot en met 1 november 2009 te [woonplaats] met [slachtoffer] ontuchtige handelingen heeft gepleegd terwijl deze in een staat van verminderd bewustzijn verkeerde.

3.Voorvragen

De dagvaarding is geldig, deze rechtbank is bevoegd tot kennisneming van de ten laste gelegde feiten en de officier van justitie is ontvankelijk. Er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.Waardering van het bewijs

4.1
Het standpunt van het Openbaar Ministerie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat alle ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend bewezen kunnen worden.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging stelt dat de rechtbank tot een gedeeltelijke bewezenverklaring kan komen van de drie ten laste gelegde feiten. Ten aanzien van feit 1 heeft de verdediging betwist dat verdachte een gewoonte heeft gemaakt van het verspreiden en het aanbieden van kinderpornografisch materiaal. Ten aanzien van de feiten 2 en 3 heeft de raadsvrouw bepleit dat er geen bewijs is voor de impliciet subsidiair ten laste gelegde periode vanaf 2007 tot en met maart 2009. Daarnaast is voor feit 2 nog bepleit dat niet wettig en overtuigend kan worden bewezen dat verdachte een gewoonte heeft gemaakt van het vervaardigen van kinderpornografisch materiaal.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder feiten 1, 2 en 3 ten laste gelegde heeft begaan. Verdachte heeft deze feiten bekend en de verdediging heeft geen vrijspraak bepleit, behoudens voor het onderdeel “gewoonte maken” bij de feiten 1 en 2. Onder deze omstandigheden zal de rechtbank met toepassing van artikel 359, derde lid, laatste volzin, van het Wetboek van Strafvordering -voor zover zij dit feit bewezen acht- volstaan met een opsomming van de bewijsmiddelen [1] . In een bewijsoverweging bij de feiten 1 en 2 zal worden toegelicht op grond waarvan de rechtbank van oordeel is dat sprake is van een gewoonte maken.
Ten aanzien van feit 1:
- de verklaring van verdachte zoals afgelegd ter terechtzitting [2] ;
- de bevindingen met betrekking tot het aantreffen van de gegevensdragers [3] ;
- de beschrijving kinderpornografisch materiaal [4] , met de daarbij behorende collectiescan [5] ;
- de bevindingen met betrekking tot de chatgesprekken via het P2P-netwerk [netwerk] , waarin wachtwoorden worden uitgewisseld [6] ;
- de bevindingen met betrekking tot de vroegste aangetroffen datum van benaderbare kinderporno. [7]
Bewijsoverweging
Uit de bewijsmiddelen blijkt dat verdachte in de tenlastegelegde periode op het netwerk [netwerk] beveiligde mappen had met afbeeldingen. De mappen waren zonder het juiste wachtwoord niet toegankelijk voor andere gebruikers. Verdachte heeft via chatgesprekken minimaal honderd keer zijn wachtwoord verstrekt aan gebruikers van [netwerk] . In de chatgesprekken wordt er gesproken over ervaringen met kinderen, voorkeuren van leeftijd, geslacht en categorie pornografie. Gelet op de inhoud en de context van de chatgesprekken kan het naar het oordeel van de rechtbank niet anders zijn dan dat een groot aantal van deze beveiligde mappen kinderpornografisch materiaal bevatten. Naar het oordeel van de rechtbank kan het honderd keer verstrekken van een wachtwoord in een chatgesprek, ten einde andere gebruikers toegang te geven tot mappen waar bestanden in staan met kinderpornografisch materiaal en deze de mogelijkheid te bieden deze bestanden te downloaden, wel degelijk worden opgevat als een gewoonte maken van het verspreiden en aanbieden van kinderporno.
Ten aanzien van feit 2:
- de bekennende verklaring van verdachte; [8]
- het proces-verbaal van bevindingen inhoudende de verklaring van [slachtoffer] van 13 juni 2016; [9]
- het proces-verbaal van verhoor aangever [slachtoffer] van 9 juli 2016; [10]
- het proces-verbaal beschrijving kinderpornografisch materiaal van 24 mei 2016; [11]
- foto’s betreffende [slachtoffer] , als bijlage gevoegd bij het proces-verbaal beschrijving kinderpornografisch materiaal van 24 mei 2016; [12]
Bewijsoverweging
Uit de bewijsmiddelen blijkt dat verdachte omstreeks de periode van 28 februari 2009 tot en met 1 november 2009 op negen verschillende momenten foto’s van het slachtoffer heeft gemaakt. Reeds daarom kan naar het oordeel van de rechtbank worden gezegd dat verdachte een gewoonte heeft gemaakt van het vervaardigen van kinderporno.
Ten aanzien van feit 3:
- de bekennende verklaring van verdachte; [13]
- het proces-verbaal van bevindingen inhoudende de verklaring van [slachtoffer] van 13 juni 2016; [14]
- het proces-verbaal van verhoor aangever [slachtoffer] van 9 juli 2016; [15]
- het proces-verbaal beschrijving kinderpornografisch materiaal van 24 mei 2016; [16]
- foto’s betreffende [slachtoffer] , als bijlage gevoegd bij het proces-verbaal beschrijving kinderpornografisch materiaal van 24 mei 2016;. [17]
Conclusie
Gelet op het voorgaande is wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich, omstreeks de periode 28 februari 2009 tot en met 1 november 2009, schuldig heeft gemaakt aan het onder 3 tenlastegelegde.
De hiervoor weergegeven feiten en omstandigheden worden slechts gebezigd tot het bewijs van dat tenlastegelegde feit waarop deze blijkens de inhoud kennelijk betrekking hebben.

5.Bewezenverklaring

De rechtbank acht op grond van de in rubriek 4. genoemde bewijsmiddelen bewezen dat verdachte
1.
hij in de periode van 21 januari 2012 tot en met 9 maart 2016
te [woonplaats] , meermalen, telkens
een hoeveelheid afbeeldingen, te weten foto's en
films en
gegevensdragers bevattende afbeeldingen
heeft
verspreid en
aangeboden en
verworven en
in bezit gehad en
zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en met gebruikmaking
van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft,
terwijl op die afbeeldingen (een) seksuele gedraging(en) zichtbaar is/zijn,
waarbij (telkens) een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog
niet had bereikt, was betrokken of schijnbaar was betrokken,
welke voornoemde seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het oraal en vaginaal en anaal penetreren (met de penis en (een)
vinger(s)/hand en (een) voorwerp(en)) van het lichaam van een persoon die
kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt
(fotonummer 1 en 2 en 5 en 3 en 4)
en
het oraal en vaginaal en anaal penetreren van het lichaam van een
(ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog
niet heeft bereikt met de penis en een vinger en een
voorwerp
(fotonummer 6 en 7 en 9 en 10 en 11 en 8)
en
het betasten en aanraken van de geslachtsdelen en de billen van een
persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt met de
penis en een vinger/hand en de mond/tong
(fotonummer 12 en 13 en 15 en 16 en 14)
en
het betasten en aanraken van de geslachtsdelen en de billen van een
(ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog
niet heeft bereikt met de een vinger/hand en een voorwerp en
de mond/tong)
(fotonummer 17 en 34 en 18)
en
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van (een) perso(o)n(en) die
kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft/hebben bereikt, waarbij deze
perso(o)n(en) gekleed is/zijn en/of opgemaakt is/zijn en/of poseert/poseren in
een omgeving en met (een) voorwerp(en) en in (een)(erotisch getinte)
houding(en)
(op een wijze) die niet bij haar/hun leeftijd past/passen
en waarbij deze perso(o)n(en) zich (vervolgens) in opeenvolgende
afbeeldingen van haar/hun kleding ontdoet/ontdoen
en/of (waarna) door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de
wijze van kleden van deze perso(o)n(en) en/of de uitsnede van de foto's
nadrukkelijk de (ontblote) geslachtsdelen en/of borsten en/of billen
in beeld gebracht worden
(waarbij) de afbeelding (aldus) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft
en/of strekt tot seksuele prikkeling
(fotonummer 19 en 20 en 23 en 22 en 21 en 24 en 25 en 28 en 26 en 29 en 27)
en
het masturberen bij en ejaculeren op het gezicht en het lichaam
van een perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet
heeft bereikt
en
het houden van een (stijve) penis bij het gezicht/lichaam van een
perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft/hebben
bereikt
(waarbij) de afbeelding (aldus) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft
en strekt tot seksuele prikkeling
(fotonummer 30 en 31 en 32)
van welke misdrijven hij, verdachte, een gewoonte heeft gemaakt;
2.
hij op tijdstippen omstreeks de periode van 28 februari
2009 tot en met 1 november 2009, te [woonplaats] ,
meermalen, afbeeldingen te weten 57
foto's
heeft vervaardigd,
terwijl op die afbeeldingen een seksuele gedraging zichtbaar is,
waarbij telkens een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog
niet had bereikt, te weten [slachtoffer] , (naar de rechtbank inleest) geboren op [18] [1992] was betrokken of schijnbaar
was betrokken,
welke voornoemde seksuele gedraging - zakelijk weergegeven - bestond
uit:
het betasten en aanraken van de geslachtsdelen van die [slachtoffer] ,
met
een vinger(s)/hand
(fotonummer 56)
en
het gedeeltelijk naakt (laten) poseren van die [slachtoffer] ,
waarbij op de geslachtsdelen van die [slachtoffer] , werd ingezoomd waarbij van deze [slachtoffer] (een) uitsnede(s) van de
foto('s) is/zijn gemaakt
(waarbij) de afbeelding (aldus) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft
en strekt tot seksuele prikkeling
(fotonummer 37 en 19)
van welk misdrijf hij, verdachte, een gewoonte heeft gemaakt;
3.
hij op tijdstippen omstreeks de periode van 28 februari
2009 tot en met 1 november 2009, te [woonplaats] , met [slachtoffer] , van
wie hij, verdachte, wist dat deze in staat van
verminderd bewustzijn verkeerde,
een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd, te weten het (deels) naar beneden doen van de onderbroek van die [slachtoffer] en (vervolgens) het betasten van en knijpen in de penis van die [slachtoffer]
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten staan, zijn deze verbeterd. Verdachte is hierdoor niet in de verdediging geschaad.

6.De strafbaarheid van het feit

Het bewezen geachte feit is volgens de wet strafbaar als
Feit 1:
Een gewoonte maken van een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, verspreiden, aanbieden, verwerven, in bezit hebben en zich de toegang verschaffen door middel van een geautomatiseerd werk of met gebruikmaking van een communicatiedienst.
Feit 2:
Een gewoonte maken van een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken,
vervaardigen.
Feit 3:
Met iemand van wie hij weet dat hij in staat van verminderd bewustzijn verkeert ontuchtige handelingen plegen, meermalen gepleegd.
Het bestaan van een rechtvaardigingsgrond is niet aannemelijk geworden.

7.De strafbaarheid van verdachte

Over verdachte zijn de volgende pro justitia rapporten opgemaakt:
een rapportage door H.A. Gerritsen, forensisch psychiater, van 6 september 2016 en een rapportage door R.A. Sterk, psycholoog, van 30 augustus 2016.
Uit voornoemd rapport van H.A. Gerritsen, forensisch psychiater, blijkt dat verdachte lijdt aan een ziekelijke stoornis van de geestvermogens in de zin van een parafile Niet Anderszins Omschreven. Zijn seksuele voorkeur voor 15/16-jarige jongens is dermate sterk, dat betrokkene niet in staat was om zijn seksuele gevoelens op een sociaal aanvaardbare manier te kanaliseren. Ten tijde van het plegen van de ten laste gelegde feiten leed verdachte aan bovengenoemde ziekelijke stoornis van de geestvermogens. Voorts is er bij verdachte sprake van een gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens in de zin van een ontwijkende persoonlijkheidsstoornis. Verdachte is dermate onzeker en geremd dat hij diepgaande contacten met volwassenen uit de weg ging en gemakkelijker contact had met tienerjongens. De ontwijkende persoonlijkheidsstoornis speelde eveneens een rol bij de ten laste gelegde feiten.
R.A. Sterk, psycholoog, komt eveneens tot de conclusie dat bij verdachte sprake is van een ziekelijke stoornis van de geestvermogens in de vorm van een parafilie NAO. Tevens is sprake van een gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens in de vorm van een persoonlijkheid met ontwijkende trekken. De psycholoog heeft geconcludeerd dat ten tijde van de ten laste gelegde er bij verdachte sprake van voornoemde psychische problematiek.
Uit de rapportages komt naar voren dat de bevindingen van de deskundigen in grote mate met elkaar overeenstemmen, maar enigszins verschillen als het gaat over het al dan niet aanwezig zijn van een persoonlijkheidsstoornis. De rechtbank stelt vast dat beide deskundigen tot de conclusie komen dat zowel de ziekelijke stoornis als de gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens van verdachte van invloed is geweest op de ten laste gelegde feiten, zodanig dat wordt geadviseerd om verdachte ten aanzien van de ten laste gelegde feiten verminderd toerekeningsvatbaar te beschouwen.
De rechtbank neemt de conclusies van de rapporterende psycholoog en psychiater over en maakt deze tot de hare.
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte volledig uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.Motivering van de straffen en maatregelen

8.1.
De eis van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte voor de door haar onder 1 tot en met 3 bewezen geachte feiten zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van 30 maanden, met aftrek van voorarrest, waarvan 10 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaren. De officier van justitie vordert daarbij als bijzondere voorwaarden:
  • verplicht reclasseringstoezicht;
  • verplichte begeleiding door De Waag;
  • een locatieverbod voor het dorp [woonplaats] ;
  • een contactverbod met aangever [slachtoffer] .
8.2.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft ten aanzien van de strafmaat het volgende aangevoerd. Verdachte heeft openheid van zaken gegeven en hij heeft spijt betuigd. Verdachte schaamt zich en hij heeft, voordat hij werd aangehouden, op eigen initiatief hulp gezocht. De verdediging heeft verzocht om geen gebiedsverbod op te leggen, omdat de psychiater in het persoonlijkheidsonderzoek heeft aangegeven dat verdachte tijdens de behandeling steun nodig heeft van zijn in [woonplaats] woonachtige familie, en dat het gedurende die periode van belang is dat hij zijn familie kan opzoeken. Verdachte zal niet de confrontatie met de aangever opzoeken. Tot slot heeft de verdediging verzocht om een onvoorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen die de reeds ondergaande voorlopige hechtenis niet ver te boven gaat, zodat hij zijn behandeling voor het grootste deel kan ondergaan in de maatschappij.
8.3.
Het oordeel van de rechtbank
De hierna te noemen strafoplegging is in overeenstemming met de ernst van het bewezen geachte, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals daarvan ter terechtzitting is gebleken.
De rechtbank heeft bij de keuze tot het opleggen van een vrijheidsbenemende straf en bij de vaststelling van de duur daarvan in het bijzonder het volgende laten meewegen.
Verdachte heeft zich in een periode van ruim vier jaar schuldig gemaakt aan het verspreiden, aanbieden, verwerven, toegang verschaffen tot en het in bezit hebben van kinderpornografisch materiaal. Bij het vervaardigen van kinderporno wordt op zeer grove wijze inbreuk gemaakt op de lichamelijke integriteit en persoonlijke levenssfeer van de betrokken kinderen. Vaak zeer jonge kinderen en zelfs baby´s worden door volwassenen gedwongen om zeer vergaande seksuele handelingen uit te voeren of te ondergaan. Het is een feit van algemene bekendheid dat dergelijk seksueel misbruik kan leiden tot ernstige lichamelijke en psychische schade voor de slachtoffers. Kinderen dienen hiertegen te allen tijde te worden beschermd. De verdachte heeft bewust zijn weg gezocht in de wereld van de kinderpornografie en heeft door het downloaden en in bezit hebben van kinderpornografisch materiaal - en het verspreiden en toegang verschaffen hiervan - bijgedragen aan het in stand houden van de wereldwijde, zeer kwalijke en schadelijke kinderporno-industrie. Verdachte heeft zich hiervan ten tijde van zijn handelen kennelijk geen rekenschap gegeven en zich slechts laten leiden door zijn seksuele behoeften.
De rechtbank neemt daarbij mede in aanmerking dat er meer dan honderdduizend afbeeldingen zijn aangetroffen op de gegevensdragers van verdachte en die gekwalificeerd zijn als kinderpornografisch materiaal.
Daarnaast heeft verdachte ontuchtige handelingen gepleegd met een minderjarige die bij hem logeerde en heeft hij hiervan kinderpornografische afbeeldingen gemaakt, dit alles terwijl het slachtoffer sliep. Verdachte was een vriend van het slachtoffer en het slachtoffer logeerde regelmatig bij hem. Verdachte heeft daarmee het vertrouwen, dat het slachtoffer en diens familie in hem hadden, grovelijk geschaad. Door zijn handelen heeft de verdachte niet alleen het slachtoffer leed berokkend, maar in het verlengde daarvan ook diens ouders en naaste familie. Uit de toelichtingen op de vorderingen van de benadeelde partij en de afgelegde slachtofferverklaring van het slachtoffer en zijn moeder, blijkt dat dit ook in deze zaak het geval is. De rechtbank rekent deze handelwijze verdachte zwaar aan.
De rechtbank houdt rekening met het feit dat uit de justitiële documentatie van verdachte blijkt dat hij niet eerder voor soortgelijke feiten is veroordeeld.
Voorts weegt de rechtbank mee dat, zoals hierboven overwogen, de door verdachte gepleegde strafbare feiten in verminderde mate aan hem kunnen worden toegerekend.
De rechtbank weegt in het voordeel van verdachte mee dat hij, op eigen initiatief, via zijn huisarts hulp heeft gezocht voor zijn psychische problematiek. Daarnaast heeft verdachte ter terechtzitting openheid van zaken heeft gegeven over de ten laste gelegde feiten en heeft hij uitdrukkelijk spijt betuigd in de richting van het slachtoffer en diens familie.
De reclassering heeft op 1 september 2016 over verdachte gerapporteerd dat verdachte openstaat voor begeleiding en behandeling en verantwoordelijkheid neemt voor zijn gedrag. Verder is verdachte intrinsiek gemotiveerd en stelt hij zich tot nu toe meewerkend op. Het recidiverisico wordt ingeschat als laag.
De reclassering adviseert om een (gedeeltelijk) voorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen met als bijzondere voorwaarden een meldplicht bij de reclassering en een verplichte ambulante behandeling bij een forensisch psychiatrische instelling.
De rechtbank is van oordeel dat gelet op alle hiervoor genoemde omstandigheden aanleiding bestaat bij de straftoemeting af te wijken van wat de officier van justitie heeft gevorderd. De rechtbank acht het namelijk uit oogpunt van preventie van groot belang dat de behandeling van verdachte weliswaar kan aanvangen in detentie, maar voor een belangrijk deel ook wordt ondergaan terwijl verdachte deelneemt aan het maatschappelijk verkeer en in dat kader goed wordt ondersteund door zijn familie en de reclassering.
Gelet op alle voornoemde omstandigheden acht de rechtbank een gevangenisstraf van 24 maanden, waarvan 12 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaren met voornoemde bijzondere voorwaarden en daarbij een contact- en gebiedsverbod zoals hiervoor genoemd, passend en geboden. Het argument van de verdediging dat verdachte tijdens de behandeling steun nodig heeft van zijn in [woonplaats] woonachtige familie, en dat het gedurende die periode van belang is dat hij zijn familie kan opzoeken, vindt de rechtbank minder zwaar wegen dan het belang van het slachtoffer om verdachte niet onverwachts tegen te kunnen komen in het dorp. Daarbij neemt de rechtbank in aanmerking dat de familie van verdachte hem voor de benodigde steun kan opzoeken in plaats van dat verdachte hen bezoekt.

9.Het beslag

9.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd de gegevensdragers, waarop kinderpornografisch materiaal staan te onttrekken aan het verkeer.
9.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw refereert zich ten aanzien van het beslag aan het oordeel van de rechtbank.
9.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank stelt vast dat de op de beslaglijst aangeduide voorwerpen onder verdachte in beslag zijn genomen. De rechtbank acht de in beslag genomen gegevensdragers, bevattende kinderpornografisch materiaal, nader genoemd in de beslissing, vatbaar voor onttrekking aan het verkeer. Gebleken is dat dit voorwerpen betreffen met behulp van welk het bewezenverklaarde is begaan en van zodanige aard zijn dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet en het algemeen belang.

10.Ten aanzien van de benadeelde partij en de schadevergoedingsmaatregel

Voor aanvang van de terechtzitting is door [slachtoffer] een vordering ingediend tot vergoeding van schade ten gevolge van de aan verdachte onder feit 2 en feit 3 ten laste gelegde feiten. Hij is bijgestaan door mr. F.A. ten Berge, advocaat te Utrecht. Ter terechtzitting heeft mr. Ten Berge de vordering toegelicht. De benadeelde partij vordert een vergoeding van € 3.655,- betreffende immateriële schade.
10.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de gevorderde schade voor toewijzing vatbaar is met toepassing van de wettelijke rente en oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
10.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft primair betoogd dat de vordering van de benadeelde partij niet ontvankelijk moet worden verklaard, omdat de vordering een onevenredige belasting is van het strafproces. Subsidiair heeft de raadsvrouw betoogd om de vordering te matigen, omdat de uitspraak die als bijlage is gevoegd bij de vordering, niet vergelijkbaar is met de onderhavige zaak.
10.3
Het oordeel van de rechtbank
De behandeling van de vordering van [slachtoffer]
,levert niet een onevenredige belasting van het strafgeding op.
Het is komen vast te staan dat de benadeelde partij als gevolg van de hiervoor bewezen geachte feiten onder 2 en 3 rechtstreeks schade heeft geleden. De rechtbank waardeert deze thans op € 1500 (vijftienhonderd euro) aan immateriële schade, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente vanaf 13 juni 2016. De vordering kan dan ook tot dat bedrag worden toegewezen. De rechtbank heeft de ingangsdatum van de wettelijke rente bepaald op de dag waarop [slachtoffer] voor het eerst hoorde over de van hem gemaakte foto’s.
Voorts zal verdachte worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zal maken.
In het belang van de benadeelde partij voornoemd wordt als extra waarborg voor betaling de schadevergoedingsmaatregel (artikel 36f Sr) aan verdachte opgelegd.
Behandeling van het restant van de vordering levert een onevenredige belasting van het strafgeding op. Daarom is de benadeelde partij in dat deel van de vordering niet-ontvankelijk. De benadeelde partij kan de vordering voor dat deel bij de burgerlijke rechter aanbrengen.

11.Toepasselijke wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen 14a, 14b, 14c, 24, 36f, 57, 240b en 247 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen, zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde en op de reeds aangehaalde artikelen.
De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.

12.Beslissing

De rechtbank:
Verklaart bewezen dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld.
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Het bewezen verklaarde levert op:
Feit 1:
Een gewoonte maken van een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, verspreiden, aanbieden, verwerven, in bezit hebben en zich de toegang verschaffen door middel van een geautomatiseerd werk of met gebruikmaking van een communicatiedienst.
Feit 2:
Een gewoonte maken van een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, vervaardigen.
Feit 3:
Met iemand van wie hij weet dat hij in staat van verminderd bewustzijn verkeert ontuchtige handelingen plegen, meermalen gepleegd.
Verklaart het bewezene strafbaar.
Verklaart verdachte daarvoor strafbaar.
Oplegging van straf
Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van
24 maanden.
Beveelt dat de tijd die door veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekeringen in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van die straf in mindering gebracht zal worden.
Bepaalt dat een gedeelte, te weten 12 maanden, van deze gevangenisstraf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten.
De tenuitvoerlegging kan worden gelast indien de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd van
3 (drie)jaren navolgende algemene en bijzondere voorwaarden niet is nagekomen:
Algemene voorwaarden: dat de veroordeelde:
zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt; en
medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen.
Bijzondere voorwaarden: dat de veroordeelde:
zich persoonlijk binnen een werkdag volgend op datum vrijlating na zijn veroordeling zal melden bij Reclassering Nederland op het adres: Vivaldiplantsoen 200 te Utrecht. Hierna moet veroordeelde zich blijven melden zo frequent en zolang de reclassering dit noodzakelijk acht;
zich ambulant moet laten behandelen bij een forensische psychiatrische instelling, zulks ter beoordeling van de reclassering, waarbij de veroordeelde zich zal houden aan de aanwijzingen die hem in het kader van die behandeling door of namens de instelling/behandelaar zullen worden gegeven;
zich gedurende de proeftijd niet zal begeven of bevinden in het dorp [woonplaats] ;
gedurende de proeftijd geen contact zal leggen of laten leggen in welke vorm ook met [slachtoffer] .
De rechtbank geeft opdracht aan de Reclassering Nederland om toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden.
Beslag
Verklaart onttrokken aan het verkeer (nummering volgens beslaglijst):
Nr. 1 Harddisk Kl: Zwart WESTERN DIGITAL Wd Element [nummer] ;
Nr. 2 Computer Kl: Zwart VISION Desktop [nummer] ;
Nr. 3 Usb-stick ONBEKEND 256 MB [nummer] , Merk sweet
Nr. 4 Usb-stick KRUIDVAT [nummer]
Vordering benadeelde partij
Wijst de vordering van [slachtoffer] gedeeltelijk toe tot een bedrag van € 1.500,- (zegge: vijftienhonderd euro), bestaande uit immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 13 juni 2016 tot aan de dag van algehele voldoening.
Veroordeelt verdachte tot betaling van het toegewezen bedrag aan [slachtoffer] voornoemd.
Veroordeelt verdachte voorts in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil.
Bepaalt dat de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering is en bepaalt dat dit gedeelte kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter.
Legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [slachtoffer] € 1.500,- (zegge: vijftienhonderd euro), bestaande uit immateriële schade, aan de Staat te betalen, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door hechtenis van 30 dagen. De toepassing van die hechtenis heft de hiervoor opgelegde verplichting niet op. Het bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 13 juni 2016 tot aan de dag van algehele voldoening.
Bepaalt dat, indien en voor zover verdachte aan een van de genoemde betalingsverplichtingen heeft voldaan, daarmee de andere is vervallen.
Dit vonnis is gewezen door
mr. L.E. Verschoor-Bergsma, voorzitter,
mrs. N.H.J.M. Veldman-Gielen en G.A. Bos, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. D.S. Benschop, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 28 september 2016.
Mr. Veldman-Gielen is buiten staat dit vonnis te ondertekenen
BIJLAGE : De tenlastelegging
1.
hij in of omstreeks de periode van 21 januari 2012 tot en met 9 maart 2016
te [woonplaats] , in elk geval in Nederland, meermalen, althans eenmaal (telkens)
(een) hoeveelheid afbeelding(en), te weten (een) (aantal) foto('s) en/of
(een)(aantal) video('s) en/of (een)(aantal) film(s) en/of (een)
gegevensdrager(s) bevattende (een) afbeelding(en)
heeft
verspreid en/of
aangeboden en/of
verworven en/of
in bezit gehad en/of
zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking
van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft,
terwijl op die afbeelding(en) (een) seksuele gedraging(en) zichtbaar is/zijn,
waarbij (telkens) een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog
niet had bereikt, was betrokken of schijnbaar was betrokken,
welke voornoemde seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het oraal en/of vaginaal en/of anaal penetreren (met de penis en/of (een)
vinger(s)/hand en/of (een) voorwerp(en)) van het lichaam van een persoon die
kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt
(fotonummer 1 en/of 2 en/of 5 en/of 3 en/of 4)
en/of
het oraal en/of vaginaal en/of anaal penetreren van het lichaam van een
(ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog
niet heeft bereikt (met de penis en/of (een) vinger(s)/hand en/of (een)
voorwerp(en)
(fotonummer 6 en/of 7 en/of 9 en/of 10 en/of 11 en/of 8)
en/of
het betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen en/of de billen van een
persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt (met de
penis en/of (een) vinger(s)/hand en/of de mond/tong en/of)
(fotonummer 12 en/of 13 en/of 15 en/of 16 en/of 14)
en/of
het betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen en/of de billen van een
(ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog
niet heeft bereikt (met de (een) vinger(s)/hand en/of (een) voorwerp(en) en/of
de mond/tong)
(fotonummer 17 en/of 34 en/of 18)
en/of
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van (een) perso(o)n(en) die
kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft/hebben bereikt, waarbij deze
perso(o)n(en) gekleed is/zijn en/of opgemaakt is/zijn en/of poseert/poseren in
een omgeving en/of met (een) voorwerp(en) en/of in (een)(erotisch getinte)
houding(en)
(op een wijze) die niet bij haar/hun leeftijd past/passen
en/of waarbij deze perso(o)n(en) zich (vervolgens) in opeenvolgende
afbeeldingen/filmfragmenten van haar/hun kleding ontdoet/ontdoen
en/of (waarna) door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de
wijze van kleden van deze perso(o)n(en) en/of de uitsnede van de foto's
/film(s) nadrukkelijk de (ontblote) geslachtsdelen en/of borsten en/of billen
in beeld gebracht worden
(waarbij) de afbeelding (aldus) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft
en/of strekt tot seksuele prikkeling
(fotonummer 19 en/of 20 en/of 23 en/of 22 en/of 21 en/of 24 en/of 25 en/of 28
en/of 26 en/of 29 en/of 27)
en/of
het masturberen boven/bij en/of ejaculeren op het gezicht en/of het lichaam
van een perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet
heeft/hebben bereikt
en/of
het houden van een (stijve) penis bij/naast het gezicht/lichaam van een
perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft/hebben
bereikt
(waarbij) de afbeelding (aldus) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft
en/of strekt tot seksuele prikkeling
(fotonummer 30 en/of 31 en/of 32)
van welk(e) misdrijf/misdrijven hij, verdachte, een gewoonte heeft gemaakt;
(art. 240b Wetboek van Strafrecht)
______________________________________________________
MEDEDELINGEN:
De officier van justitie deelt mede dat een representatieve collectie van
bovengenoemde afbeeldingen/filmfragmenten is samengesteld, maar ter voorkoming
van strafbare feiten en verdere verspreiding van bovengenoemd materiaal, niet
in het dossier zijn gevoegd en ook niet in afschrift zullen worden verstrekt.
De officier van justitie zal deze collectie als stuk van overtuiging op de
terechtzitting aanwezig hebben en aan de rechtbank overleggen. Voorafgaand aan
de terechtzitting kan inzage in genoemd materiaal verleend worden op afspraak
met de officier van justitie.
art 240b lid 1 Wetboek van Strafrecht
art 240b lid 2 Wetboek van Strafrecht
2.
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 28 februari
2009 tot en met 1 november 2009, althans op een of meer tijdstippen in of
omstreeks de periode van 4 april 2007 tot en met 1 november 2009 te
[woonplaats] , in elk geval in Nederland,
meermalen, althans eenmaal, (telkens) een of meer afbeelding(en) te weten 57
foto's en/of (een) gegevensdrager(s) bevattende (een) afbeelding(en)
heeft vervaardigd,
terwijl op die afbeelding(en) (een) seksuele gedraging(en) zichtbaar is/zijn,
waarbij (telkens) een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog
niet had bereikt, te weten [slachtoffer] , [1992] was betrokken of schijnbaar
was betrokken,
welke voornoemde seksuele gedraging(en) - zakelijk weergegeven - bestond(en)
het betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen van die [slachtoffer] , althans een
persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt (met
(een) vinger(s)/hand)
(fotonummer 56)
en/of
het gedeeltelijk naakt (laten) poseren van die [slachtoffer] , althans (een)
perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft/hebben
bereikt, waarbij op de geslachtsdelen van en/of die [slachtoffer] , althans deze
perso(o)n(en) werd ingezoomd waarbij van deze [slachtoffer] (een) uitsnede(s) van de
foto('s) is/zijn gemaakt
(waarbij) de afbeelding (aldus) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft
en/of strekt tot seksuele prikkeling
(fotonummer 37 en/of 19)
van welk(e) misdrijf/misdrijven hij, verdachte, een gewoonte heeft gemaakt;
3.
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 28 februari
2009 tot en met 1 november 2009, althans op een of meer tijdstippen in of
omstreeks de periode van 4 april 2007 tot en met 1 november 2009 te
[woonplaats] , gemeente Montfoort, in elk geval in Nederland met [slachtoffer] , van
wie hij, verdachte, wist dat deze in staat van
bewusteloosheid, verminderd bewustzijn of lichamelijke onmacht verkeerde,
dat die voornoemde jongen niet of onvolkomen in staat was zijn wil daaromtrent
te bepalen of kenbaar te maken of daartegen weerstand te bieden,
een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd, te weten het (deels) naar
beneden doen van de onderbroek van die [slachtoffer] en/of (vervolgens) het betasten
van en/of knijpen in de penis van die [slachtoffer]
art 247 Wetboek van Strafrecht

Voetnoten

1.Voor zover niet anders vermeld, wordt in de hierna volgende voetnoten telkens verwezen naar bewijsmiddelen die zich in het aan deze zaak ten grondslag liggende met BHV nummer 2015110743 van het onderzoek 09PARIJS dossier bevinden, volgens de in dat dossier toegepaste nummering. Tenzij anders vermeld, gaat het daarbij om processen-verbaal, in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
2.De verklaring van verdachte, afgelegd ter terechtzitting van 14 september 2016.
3.Het proces-verbaal van bevindingen, inbeslagneming, van 14 maart 2016, p. 198 e.v.
4.Het proces verbaal Beschrijving kinderpornografische materiaal, van 19 juli 2016, p. 418 e.v.
5.Bijlage 1 bij het proces-verbaal genoemd onder 5, de collectiescan, versie januari 2015, p. 430 e.v.
6.Het proces verbaal van bevindingen IEF en IRN, van 25 mei 2016, p. 212 e.v.
7.Het aanvullend proces-verbaal van verbalisant [verbalisant 1] van 19 juli 2016 met documentcode 20160728.1300.3356.BEV.
8.De verklaring van verdachte, afgelegd op de terechtzitting van 14 september 2016.
9.Het proces-verbaal van bevindingen inhoudende het verhoor van [slachtoffer] , van 15 juni 2016, p. 568 e.v.
10.Het proces-verbaal van verhoor aangever [slachtoffer] , met bijlage, van 9 juli 2016, p. 617 e.v.
11.Het proces-verbaal beschrijving kinderpornografisch materiaal van 24 mei 2016, p. 207 e.v.
12.Bijlage Va, van het proces-verbaal beschrijving kinderpornografisch materiaal, met bijlagen, van 19 juli 2016, p. 454 tot en met p. 464.
13.De verklaring van verdachte, afgelegd op de terechtzitting van 14 september 2016.
14.Het proces-verbaal van bevindingen inhoudende het verhoor van [slachtoffer] , van 15 juni 2016, p. 568 e.v.
15.Het proces-verbaal van verhoor aangever [slachtoffer] , met bijlage, van 9 juli 2016, p. 617 e.v.
16.Het proces-verbaal beschrijving kinderpornografisch materiaal van 24 mei 2016, p. 207 e.v.
17.Bijlage Va, van het proces-verbaal beschrijving kinderpornografisch materiaal, met bijlagen, van 19 juli 2016, p. 454 tot en met p. 464.
18.De rechtbank leest de zinsnede “geboren op” in.