Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
- de dagvaarding
- de conclusie van antwoord in conventie tevens conclusie van eis in reconventie
- het faxbericht van 5 september 2016 van [eiser]
- de mondelinge behandeling van 6 september 2016, waarvan door de griffier aantekening is gehouden
- de pleitnota van [eiser]
- de pleitnota van [gedaagde] .
2.De feiten
In conventie en in reconventie
3.Het geschil en de beoordeling daarvan
4.De beoordeling
tegen vergoeding ter beschikking stellen van arbeidskrachten aan een ander voor het onder diens toezicht en leiding, anders dan krachtens een met deze gesloten arbeidsovereenkomst, verrichten van arbeid”.
1 Degene die arbeidskrachten ter beschikking stelt legt geen belemmeringen in de weg voor de totstandkoming van een arbeidsovereenkomst na afloop van de terbeschikkingstelling tussen de ter beschikking gestelde arbeidskracht en degene aan wie hij ter beschikking is gesteld.
"Arbeidsovereenkomsten voor onbepaalde tijd zijn de algemene vorm van arbeidsverhouding. Voor werknemers die aan het uitzendbureau gebonden zijn door een overeenkomst voor onbepaalde tijd dient derhalve, gelet op de specifieke bescherming die de aard van hun arbeidsovereenkomst biedt, in de mogelijkheid te worden voorzien om af te wijken van de regels die in de inlenende onderneming gelden". Tenslotte vermeldt de preambule (punt 23) dat de doelstelling van de richtlijn, het op communautair niveau een geharmoniseerd beschermingskader voor uitzendkrachten te creëren, beter door de Gemeenschap kan worden verwezenlijkt door de uitvoering van minimumvoorschriften die in de hele Europese Gemeenschap gelden, waarbij de richtlijn niet verder gaat dan wat nodig is om deze doelstelling te verwezenlijken.
"De lidstaten nemen de nodige maatregelen opdat eventuele bepalingen die het sluiten van een arbeidsovereenkomst of het totstandkomen van een arbeidsverhouding tussen de inlenende onderneming en de uitzendkracht na afloop van zijn uitzendopdracht verbieden of verhinderen, nietig zijn of nietig kunnen worden verklaard".
"Ten aanzien van de bezoldiging kunnen de lidstaten (…) bepalen dat van het in lid 1 vastgestelde beginsel(de arbeidsvoorwaarden voor uitzendkrachten dienen tenminste dezelfde te zijn als die van de eigen werknemers van de inlener, kantonrechter)
kan worden afgeweken wanneer de uitzendkrachten die door een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd aan het uitzendbureau zijn gebonden, ook worden vergoed tijdens de periode tussen de uitvoering van twee opdrachten".
"onder geen beding een rechtvaardiging (mag) vormen voor een verlaging van de algemene beschermingsniveau van de werknemers op de onder de richtlijn vallende gebieden". Ook gelet op deze bepaling zou het voor de hand hebben gelegen dat een eventuele niet-toepasselijkheid op uitzendkrachten met een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd expliciet zou zijn vermeld en dat voor een restrictieve interpretatie van de beschermende bepalingen in de richtlijn geen plaats is.
600,00