Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
- de dagvaarding met producties
- de bij brief van 2 september 2016 door Proact overgelegde producties
- de bij faxbericht van 6 september 2016 door [eiser] overgelegde nadere producties
- de mondelinge behandeling van 6 september 2016, waarvan door de griffier aantekening is gehouden
- de pleitnota van [eiser]
- de pleitnota van Proact.
2.De feiten
” in the Benelux nor have any engagement, direct or indirect, with companies in this segment.
4.De beoordeling
énDatacenter infrastructuur. De kantonrechter is met Proact van oordeel dat een redelijke uitleg van het concurrentiebeding meebrengt dat het beding uitsluitend ziet op bedrijven die actief zijn op beide marktonderdelen. Deze (restrictieve) uitleg van het beding is ook in het voordeel van [eiser] . Het beding noemt immers “datacenter infrastructure
énCloud industrie. Anders dan [eiser] heeft gesteld behoeft het binnen dit segment niet te gaan om een directe concurrent van Proact. Zulks volgt niet uit de tekst van het beding, noch uit de bedoelingen van partijen. De vraag of er sprake is van een concurrent van Proact kan wel in het kader van de belangenafweging een rol spelen.