Op 7 september 2016 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om voorlopige voorziening in het kader van een bezwaar tegen een kapvergunning. De zaak betreft de kap van 28 bomen op het perceel Eemnesserweg 24 te Blaricum, waarvoor het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Blaricum een omgevingsvergunning had verleend aan een derde-partij. Verzoekers, die tegenover het perceel wonen, hebben bezwaar gemaakt tegen deze vergunning en vroegen de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening te treffen.
Tijdens de zitting op 2 september 2016 hebben de verzoekers hun bezwaren toegelicht, waarbij zij benadrukten dat de te kappen bomen zich op een karakteristiek punt aan de Eemnesserweg bevinden en dat het vele jaren zal duren voordat herplante bomen weer op een acceptabele hoogte zijn. De voorzieningenrechter heeft overwogen dat de kapvergunning aan voorwaarden is verbonden, waaronder een herplantplicht van tien bomen. De rechter heeft vastgesteld dat er geen bezwaar is ingediend tegen de omgevingsvergunning voor de bouwactiviteit, waardoor aan de voorwaarden van de kapvergunning is voldaan.
De voorzieningenrechter heeft geconcludeerd dat de belangenafweging door verweerder niet onredelijk is en dat de kapvergunning in bezwaar in stand kan blijven. Het verzoek om voorlopige voorziening is afgewezen, omdat er geen reden is om aan te nemen dat de kapvergunning niet in stand kan blijven. De uitspraak is openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.