ECLI:NL:RBMNE:2016:4869

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
30 augustus 2016
Publicatiedatum
6 september 2016
Zaaknummer
16/661501-15 (P)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor ontucht en kinderpornografie met minderjarigen

Op 30 augustus 2016 heeft de Rechtbank Midden-Nederland een vonnis uitgesproken in een strafzaak tegen een man, die werd beschuldigd van ontucht met een minderjarige en het in bezit hebben en verspreiden van kinderpornografische beelden. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 12 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar. De feiten vonden plaats tussen februari 2013 en mei 2014, waarbij de verdachte ontuchtige handelingen heeft gepleegd met een meisje dat op dat moment 12 jaar oud was. Daarnaast heeft hij zich schuldig gemaakt aan het verwerven, in bezit hebben en verspreiden van seksuele afbeeldingen van minderjarigen. De rechtbank oordeelde dat de verdachte geen aanleiding zag om af te wijken van de door de officier van justitie gevorderde straf. De verdediging had gepleit voor een lichtere straf, maar de rechtbank vond de ernst van de feiten en de impact op de slachtoffers te zwaarwegend. De rechtbank heeft ook de vordering van de benadeelde partij, het slachtoffer, toegewezen tot een bedrag van € 2.630,40, te vermeerderen met wettelijke rente. De rechtbank heeft de verdachte ook veroordeeld tot betaling van de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Afdeling Strafrecht
Zittingslocatie Utrecht
Parketnummer: 16/661501-15 (P)
Vonnis van de meervoudige strafkamer van 30 augustus 2016
in de strafzaak tegen
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [1993] ,
ingeschreven in de basisadministratie personen op het adres [adres] , [woonplaats] .

1.Het onderzoek ter terechtzitting

Het onderzoek ter terechtzitting heeft plaatsgevonden op 16 augustus 2016. De verdachte is in persoon verschenen en heeft zich ter terechtzitting laten bijstaan door mr. H. Seton, advocaat te Amersfoort.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en van wat verdachte en de raadsvrouw naar voren hebben gebracht. Namens de benadeelde partij [slachtoffer 1] heeft mr. T.C. Cooman, advocaat te Utrecht, een toelichting gegeven op de vordering.

2.Tenlastelegging

De tenlastelegging is op de zitting gewijzigd.
De tenlastelegging is, met wijziging, als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
Feit 1:
in de periode van 1 februari 2013 tot en met 1 mei 2014 te Leusden met [slachtoffer 1] , die de leeftijd van 12 jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, ontucht heeft gepleegd, (mede) bestaand hebbend uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 1] ;
Feit 2:
in de periode van 1 februari 2013 tot en met 1 mei 2014 te Leusden met [slachtoffer 1] , die de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, ontuchtige handelingen heeft gepleegd;
Feit 3:
in de periode van 1 januari 2013 tot en met 1 mei 2014 te Leusden een hoeveelheid afbeeldingen en/of een gegevensdrager met afbeeldingen heeft verworven/in bezit gehad/verspreid, terwijl op die afbeeldingen seksuele gedragingen zichtbaar zijn van [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] , die de leeftijd van achttien jaar nog niet hadden bereikt;
Feit 4:
in de periode van 1 januari 2013 tot en met 1 mei 2014 te Leusden afbeeldingen en/of filmopnamen, waarvan de vertoning schadelijk is te achten voor personen beneden de leeftijd van zestien jaar heeft vertoond aan minderjarigen, te weten [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] , van wie verdachte wist of moest vermoeden dat deze jonger waren dan zestien jaar.

3.Voorvragen

De dagvaarding is geldig, deze rechtbank is bevoegd tot kennisneming van de ten laste gelegde feiten en de officier van justitie is ontvankelijk. Er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.Waardering van het bewijs

4.1
Het standpunt van het Openbaar Ministerie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat het ten laste gelegde onder 1 tot en met 4 wettig en overtuigend bewezen kan worden. Zij baseert zich daarbij op de inhoud van het dossier, in het bijzonder de bewijsmiddelen die zij in het door haar overgelegde schriftelijk requisitoir heeft aangehaald.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat het ten laste gelegde onder 1 bewezen kan worden, met uitzondering van het in de anus en de mond brengen van de penis.
Het onder 2 ten laste gelegde kan volgens de verdediging eveneens wettig en overtuigend bewezen worden.
Ten aanzien van het onder 3 ten laste gelegde heeft de verdediging opgemerkt dat niet bewezen kan worden dat verdachte filmpjes van [slachtoffer 2] in bezit heeft gehad of heeft verspreid. Hetzelfde geldt voor het verwijt dat hij een foto in bezit heeft gehad of heeft verspreid van [slachtoffer 1] waarop nadrukkelijk haar geslachtsdelen in beeld zijn gebracht. De verdediging is daarom van mening dat verdachte van deze onderdelen van de tenlastelegging dient te worden vrijgesproken.
De verdediging heeft ten aanzien van het onder 4 ten laste gelegde aangevoerd dat niet bewezen kan worden dat de vertoning van de foto van de (stijve) penis en het filmpje waarop verdachte zichzelf aftrekt of betast schadelijk is te achten voor de betrokken leeftijdsgroep. De verdediging is daarom van mening dat verdachte dient te worden vrijgesproken van het onder 4 ten laste gelegde.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
4.3.1
Feit 1 [1]
Partiële vrijspraak
De rechtbank acht niet wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zijn penis in de anus van [slachtoffer 1] heeft gebracht/geduwd/bewogen, alsmede dat verdachte zijn penis in de mond van die [slachtoffer 1] heeft gebracht/geduwd/bewogen. Aangeefster heeft hier niet over verklaard en het dossier bevat ook voor het overige geen aanwijzingen hiervoor. Verdachte zal daarom van die onderdelen van de tenlastelegging van feit 1 worden vrijgesproken.
Bewijsmiddelen
Aangezien verdachte het tenlastegelegde onder 1 voor het overige heeft bekend en de raadsvrouw geen vrijspraak heeft bepleit, volstaat de rechtbank, met toepassing van artikel 359, derde lid, laatste volzin van het Wetboek van Strafvordering, met een opsomming van de bewijsmiddelen.
De rechtbank acht feit 1 wettig en overtuigend bewezen op grond van de navolgende bewijsmiddelen:
- de bekennende verklaring van verdachte, zoals afgelegd ter terechtzitting van 16 augustus 2016 [2] ;
- de aangifte van [slachtoffer 1] van 9 augustus 2014 [3] .
4.3.2
Feit 2
Aangezien verdachte het tenlastegelegde onder 2 heeft bekend en de raadsvrouw geen vrijspraak heeft bepleit, volstaat de rechtbank, met toepassing van artikel 359, derde lid, laatste volzin van het Wetboek van Strafvordering, met een opsomming van de bewijsmiddelen.
De rechtbank acht feit 2 wettig en overtuigend bewezen op grond van de navolgende bewijsmiddelen:
- de bekennende verklaring van verdachte, zoals afgelegd ter terechtzitting van 16 augustus 2016 [4] ;
- de aangifte van [slachtoffer 1] van 9 augustus 2014 [5] .
4.3.3
Feit 3
Bewijsmiddelen
[slachtoffer 1] heeft – zakelijk weergegeven – het volgende verklaard:
Ik doe aangifte tegen [verdachte] . Het is ergens gestart in februari 2013. De laatste keer was in april 2014. [6] Ik stuurde naaktfoto’s van mezelf naar hem via Snapchat. [7]
Uit de akte van geboorte blijkt dat [slachtoffer 1] op [1999] is geboren. [8]
[slachtoffer 2] heeft – zakelijk weergegeven – het volgende verklaard:
[verdachte] vroeg op een gegeven moment een naaktfoto. Dat ging via Snapchat. [9] V: Wat was er op de foto’s te zien? A: Alles, behalve mijn hoofd, of in mijn ondergoed voor de spiegel. Een string en een bh. Gewoon of ingezoomd. Alleen mijn borsten of mijn kut.
V: Wat voor handelingen zijn er allemaal te zien op die foto’s? A: Vingeren en mijn borsten. [10] V: Wat was er op de filmpjes zichtbaar? A: Mijn punani en dat ik mezelf aan het vingeren ben. [11] Met punani bedoel ik mijn kut. [12]
Uit de akte van geboorte blijkt dat [slachtoffer 2] op [1999] is geboren. [13]
[getuige 1] heeft – zakelijk weergegeven – het volgende verklaard:
Ik heb de naaktfoto’s van [slachtoffer 1] ook op mijn telefoon gehad. [14] V: Hoeveel foto’s heb jij ontvangen waar [slachtoffer 1] naakt op stond? A: Twee of drie. Er stond geen hoofd op. Het was een afbeelding vanaf de schouders naar beneden. De hele voorkant was te zien, borsten, vagina, benen, buik en ze was naakt. Op een van de foto’s zag ik ook de achterkant van [slachtoffer 1] , haar blote rug, blote billen en benen. Ze stond voor de spiegel. [verdachte] kreeg ze doorgestuurd en toen heeft hij ze naar mij gestuurd. [15]
[getuige 2] heeft – zakelijk weergegeven – het volgende verklaard:
Van [slachtoffer 2] heb ik een foto gezien. Volgens mij stond haar vagina erop. [16]
Verdachte heeft – zakelijk weergegeven – het volgende verklaard:
Ik beken dat ik met [slachtoffer 2] naaktfoto’s heb uitgewisseld. Ik had ook foto’s van [slachtoffer 2] waarop zij zichzelf vaginaal penetreerde. Het klopt dat [slachtoffer 2] op die foto’s haar eigen borsten en geslachtsdelen aanraakt, met een seksuele strekking. Het klopt dat ik foto’s heb ontvangen van [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] waarop zij naakt poseren en waarbij nadrukkelijk ontblote geslachtsdelen in beeld zijn. Het klopt dat ik deze naaktfoto’s naar andere personen heb gestuurd. De bedoeling van Snapchat is dat foto’s meteen verdwijnen, maar ik heb een App gedownload waarmee je foto’s kunt vastleggen voordat ze verdwijnen. [17]
Bewijsoverweging
De verdediging heeft aangevoerd dat niet bewezen kan worden dat verdachte filmpjes van [slachtoffer 2] in zijn bezit heeft gehad of heeft verspreid, omdat deze filmpjes met Snapchat zijn verstuurd en uit het dossier niet blijkt dat verdachte ze op zijn telefoon heeft bewaard.
De rechtbank oordeelt hierover als volgt. Uit het dossier is niet gebleken dat verdachte filmopnames van [slachtoffer 2] heeft verspreid. De twee personen aan wie verdachte wel naaktfoto’s van [slachtoffer 2] heeft doorgestuurd, te weten [getuige 1] en [getuige 2] , hebben verklaard nooit filmopnames van [slachtoffer 2] doorgestuurd te hebben gekregen van verdachte. De rechtbank acht wel bewezen dat verdachte de filmopnames in zijn bezit heeft gehad. Verdachte heeft bekend filmopnames van [slachtoffer 2] te hebben ontvangen via Snapchat. Dat filmpjes die verstuurd worden met Snapchat bij de ontvanger maar kort in beeld verschijnen, doet niet af aan het feit dat verdachte deze filmpjes dus in zijn bezit heeft gehad.
De verdediging heeft voorts aangevoerd dat niet kan worden bewezen dat verdachte een foto in bezit heeft gehad of heeft verspreid van [slachtoffer 1] , waarop zij naakt afgebeeld stond en waarbij nadrukkelijk haar geslachtsdelen in beeld zijn gebracht.
De rechtbank is van oordeel dat dit verweer op grond van de hiervoor genoemde bewijsmiddelen niet slaagt. Aangeefster [slachtoffer 1] heeft verklaard dat zij naaktfoto’s aan verdachte heeft gestuurd. Verdachte heeft verklaard dat hij foto’s heeft ontvangen van [slachtoffer 1] waarop zij naakt poseerde en waarbij nadrukkelijk ontblote geslachtsdelen in beeld waren. Ook getuige [getuige 1] heeft verklaard naaktfoto’s van [slachtoffer 1] ontvangen te hebben van verdachte, waarop haar borsten, vagina, buik, billen en benen te zien waren. De rechtbank acht op grond van het voorgaande bewezen dat verdachte foto’s in zijn bezit heeft gehad en heeft verspreid waarop [slachtoffer 1] naakt afgebeeld stond en waarbij nadrukkelijk haar geslachtsdelen in beeld zijn gebracht.
4.3.4
Feit 4
Bewijsmiddelen
[slachtoffer 1] heeft – zakelijk weergegeven – het volgende verklaard:
Ik doe aangifte tegen [verdachte] . Het is ergens gestart in februari 2013. De laatste keer was in april 2014. [18] Hij stuurde foto’s van zichzelf. Hij stond met een stijve op de foto. [19]
[slachtoffer 2] heeft – zakelijk weergegeven – het volgende verklaard:
Ik doe aangifte tegen [verdachte] . [20] Over en weer stuurden we foto’s middels Snapchat.
V: Wat stond er op die foto’s? A: Zijn stijve penis. Op een gegeven moment kreeg ik van hem een filmpje waarop hij zichzelf aftrok. [21] V: Wat voor handelingen zijn er allemaal te zien op die foto’s? A: Aftrekken. V: Hoe eindigde deze sessies? A: Dan kwam hij klaar. Dan kwam er sperma uit. Dat zag ik op de film of op de foto. [22]
Verdachte heeft – zakelijk weergegeven – het volgende verklaard:
Ik beken dat ik met [slachtoffer 2] naaktfoto’s heb uitgewisseld. De foto’s van mijzelf waren waarschijnlijk altijd met stijve penis. Ik heb ook filmopnames gestuurd waarop ik mijzelf aftrek. U, voorzitter, houdt mij voor dat [slachtoffer 2] heeft verklaard dat er sperma zichtbaar was op mijn filmpjes en foto’s. Dat zou wel kunnen kloppen. [23]
Bewijsoverweging
De verdediging heeft aangevoerd dat de vertoning van de foto van de (stijve) penis en het filmpje waarop verdachte zichzelf aftrekt of betast niet schadelijk te achten is voor de betrokken leeftijdsgroep. Meisjes van dertien/veertien jaar oud zijn immers al actief bezig met seksualiteit.
De rechtbank overweegt hierover als volgt. Op de afbeeldingen die verdachte aan [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] stuurde is de stijve penis van verdachte te zien. In de filmopnamen is verdachte te zien terwijl hij zichzelf aftrekt en is sperma zichtbaar. [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] waren op dat moment tussen de dertien en veertien jaar oud. De rechtbank is van oordeel dat redelijkerwijs te verwachten is dat de vertoning van dergelijke foto’s en filmopnamen, gelet op de aard van de afbeeldingen en de filmpjes, en de context waarbinnen deze door verdachte zijn verzonden, een schadelijke invloed heeft op personen van de leeftijd van [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] . De rechtbank verwerpt daarom het verweer van de verdediging en acht het ten laste gelegde onder 4 wettig en overtuigend bewezen.
De hiervoor weergegeven feiten en omstandigheden worden slechts gebezigd tot het bewijs van dat tenlastegelegde feit waarop deze blijkens de inhoud kennelijk betrekking hebben.

5.Bewezenverklaring

De rechtbank acht op grond van de in rubriek 4 genoemde bewijsmiddelen bewezen dat verdachte
1.
op tijdstippen in de periode van 1 februari 2013 tot en met 1 mei 2014 te Leusden,
met [slachtoffer 1] (geboren op [1999] ), die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen heeft gepleegd, die bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 1] , hebbende verdachte meermalen, toen aldaar telkens:
- met zijn vingers de schaamlippen en de vagina van die [slachtoffer 1] betast en
- zijn vingers tussen de schaamlippen en in de vagina van die [slachtoffer 1] gebracht en geduwd en bewogen en
- zijn penis in de vagina van die [slachtoffer 1] gebracht en geduwd en bewogen;
2.
op tijdstippen in de periode van 1 februari 2013 tot en met 1 mei 2014 te Leusden, met [slachtoffer 1] (geboren op [1999] ), die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen heeft gepleegd, bestaande uit:
- het telkens opzettelijk ontuchtig betasten en vastpakken en strelen van de borsten en de vagina en andere delen van het lichaam van die [slachtoffer 1] en
- het telkens opzettelijk ontuchtig door die [slachtoffer 1] laten betasten van zijn, verdachtes, penis;
3.
op tijdstippen in de periode van 1 januari 2013 tot en met 1 mei 2014 te Leusden,
meermalen, telkens een hoeveelheid afbeeldingen, te weten een aantal digitale foto’s en een gegevensdrager bevattende afbeeldingen, te weten een telefoon, heeft verworven en/of in bezit gehad en/of heeft verspreid (door het ontvangen en verzenden van foto’s via zijn GSM, terwijl op die afbeeldingen seksuele gedragingen zichtbaar zijn, waarbij telkens een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, te weten [slachtoffer 1] (geboren [1999] ) en [slachtoffer 2] (geboren [1999] ) waren betrokken, welke voornoemde seksuele gedragingen — zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het vaginaal penetreren met (een) vinger(s)/hand van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt, te weten [slachtoffer 2]
(minimaal één foto en filmpje, verstuurd per Snapchat)
en
het met de eigen hand betasten en aanraken van de eigen borsten en/of geslachtsdelen en/of de billen door [slachtoffer 2] , waarbij de afbeeldingen aldus telkens een onmiskenbaar seksuele strekking hebben en strekken tot seksuele prikkeling
(minimaal één foto en/of filmpje, verstuurd per Snapchat)
en
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van die [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] , terwijl door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van deze personen en/of de uitsnede van de foto’s/films nadrukkelijk de ontblote geslachtsdelen en/of borsten en/of billen in beeld gebracht worden, waarbij de afbeelding aldus een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en strekt tot seksuele prikkeling
(minimaal één foto en filmpje, verstuurd per Snapchat);
4.
op tijdstippen in de periode van 1 januari 2013 tot en met 1 mei 2014 te Leusden,
afbeeldingen en filmopnamen, waarvan de vertoning schadelijk is te achten voor personen beneden de leeftijd van zestien jaar, te weten:
- foto's van verdachte, met daarop zijn stijve penis en
- filmopnamen van verdachte, waarbij hij zichzelf aftrekten (daarbij) zichtbaar klaarkomt (al dan niet door het zichtbaar worden van sperma uit voornoemd geslachtsdeel)
heeft vertoond aan minderjarigen, te weten [slachtoffer 1] , geboren op [1999] en/of [slachtoffer 2] , geboren op [1999] , van wie hij weet, dat deze jonger waren dan zestien jaar.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten staan, zijn deze verbeterd. Verdachte is hierdoor niet in de verdediging geschaad.

6.De strafbaarheid van het feit

Het bewezen geachte feit is volgens de wet strafbaar als
Feit 1: met iemand die de leeftijd van twaalf jaren, maar nog niet die van zestien jaren heeft bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen plegen die bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, meermalen gepleegd;
Feit 2: met iemand beneden de leeftijd van zestien jaren buiten echt ontuchtige handelingen plegen, meermalen gepleegd;
Feit 3: een afbeelding of een gegevensdrager van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaren nog niet heeft bereikt, is betrokken, verwerven, in bezit hebben en verspreiden, meermalen gepleegd;
Feit 4: een afbeelding, waarvan de vertoning schadelijk is te achten voor personen beneden de leeftijd van zestien jaar, vertonen aan een minderjarige van wie de dader weet dat deze jonger is dan zestien jaar, meermalen gepleegd.
Het bestaan van een rechtvaardigingsgrond is niet aannemelijk geworden.

7.De strafbaarheid van verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.Motivering van de straffen en maatregelen

8.1.
De eis van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte voor de door haar onder 1 tot en met 4 bewezen geachte feiten zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van 12 maanden, met aftrek van voorarrest, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaren en als bijzondere voorwaarden een meldplicht bij de reclassering en een ambulante behandelverplichting.
8.2.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft verzocht om aan verdachte op te leggen een voorwaardelijke gevangenisstraf, eventueel met bijzondere voorwaarden, en een taakstraf. Voorts kan eventueel een onvoorwaardelijke gevangenisstraf opgelegd worden die gelijk is aan de duur van het voorarrest, te weten twee dagen.
De verdediging heeft daarbij gewezen op de context waarbinnen de feiten hebben plaatsgevonden, de overschrijding van de redelijke termijn in deze zaak en de persoonlijke omstandigheden van verdachte.
8.3.
Het oordeel van de rechtbank
De hierna te noemen strafoplegging is in overeenstemming met de ernst van het bewezen geachte, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals daarvan ter terechtzitting is gebleken.
De rechtbank heeft bij de keuze tot het opleggen van een vrijheidsbenemende straf en bij de vaststelling van de duur daarvan in het bijzonder het volgende laten meewegen.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het plegen van ontuchtige handelingen met een minderjarig meisje, mede bestaand hebbend uit het seksueel binnendringen van het lichaam. De seksuele handelingen vonden plaats toen het slachtoffer 13/14 jaar oud was. Verdachte was op dat moment 19 tot 21 jaar oud. De rechtbank rekent het verdachte aan dat hij door zijn handelen een ernstige inbreuk heeft gemaakt op de lichamelijke en geestelijke integriteit van het slachtoffer. Minderjarigen bevinden zich in een gevoelige ontwikkelingsfase van hun leven en moeten gelet op hun jeugdige leeftijd in het algemeen geacht worden niet of in onvoldoende mate in staat te zijn zelf hun seksuele integriteit te bewaken en de draagwijdte van hun gedrag in dit opzicht te overzien. Zij genieten daarom op seksueel gebied bescherming tegen oudere, verder ontwikkelde personen. Verdachte wist dat het slachtoffer minderjarig was. Verdachte had zich als volwassene bewust dienen te zijn van de ongelijkheid in hun verhouding en de ongepastheid van seksuele handelingen tussen hen beiden. Verdachte is hierin ernstig tekortgeschoten en heeft zijn lustgevoelens gedurende een periode van ruim een jaar laten prevaleren boven de belangen van het slachtoffer. Bovendien was er niet alleen sprake van een groot leeftijdsverschil, ook was verdachte de volleybaltrainer van het slachtoffer. Verdachte heeft daarom ook het vertrouwen dat de volleybalclub en de ouders van het slachtoffer in hem hebben gesteld, ernstig beschaamd.
Daarnaast heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan het verwerven, in bezit hebben en verspreiden van kinderpornografische foto’s van hetzelfde slachtoffer en een ander meisje waar hij volleybaltraining aan gaf. De rechtbank neemt het verdachte niet alleen zeer kwalijk dat hij deze minderjarige meisjes heeft bewogen om naaktfoto’s van zichzelf te sturen, maar ook dat hij deze foto’s vervolgens heeft gedeeld met twee van zijn vrienden. Door het verspreiden van de foto’s van de slachtoffers heeft verdachte de persoonlijke levenssfeer van de slachtoffers in ernstige mate aangetast. Daarnaast heeft hij zelf foto’s gestuurd van zijn stijve penis en filmopnamen waarop hij zichzelf aftrekt en klaarkomt. Ook dit is bij wet strafbaar gesteld om de (seksuele) ontwikkeling van minderjarigen te beschermen.
Uit het reclasseringsadvies van 27 juni 2016 en ook ter terechtzitting is gebleken dat verdachte meerdere malen heeft aangeven dat het seksuele contact tussen hem en de minderjarige slachtoffers wederzijds was. Verdachte geeft daarmee aan geen inzicht te hebben in de laakbaarheid van zijn gedrag en de kwetsbaarheid van de slachtoffers. De reclassering vindt dit zorgelijk en adviseert daarom aan verdachte een voorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen met een meldplicht bij de reclassering en een ambulante behandelverplichting. Hoewel de rechtbank de houding van verdachte ook zorgelijk acht, heeft verdachte ter terechtzitting aangegeven geen hulpvraag te hebben en zijn leven op orde te hebben. De rechtbank ziet daarom, mede gelet op het tijdsverloop tussen het plegen van de feiten en deze uitspraak, alsmede het door de reclassering als laag ingeschatte recidiverisico, geen aanleiding om bijzondere voorwaarden aan verdachte op te leggen.
De verdediging heeft aangevoerd dat sprake is van overschrijding van de redelijke termijn, omdat het moment dat verdachte redelijkerwijs rekening moest houden met een vervolging in mei 2014 was, toen duidelijk werd dat er aangifte gedaan zou worden, of in ieder geval op het moment dat er in augustus 2014 daadwerkelijk aangifte is gedaan.
De rechtbank is van oordeel dat geen sprake is van schending van de redelijke termijn. De redelijke termijn vangt aan vanaf het moment dat vanwege de Nederlandse Staat jegens de betrokkene een handeling is verricht waaraan deze in redelijkheid de verwachting kan ontlenen dat tegen hem ter zake van een bepaald strafbaar feit door het openbaar ministerie een strafvervolging zal worden ingesteld. De rechtbank is van oordeel dat deze termijn is aangevangen op het moment dat verdachte de eerste keer door de politie is verhoord, te weten op 30 maart 2015. Sindsdien zijn nog geen twee jaren verstreken. De rechtbank verwerpt het verweer.
De rechtbank houdt bij het opleggen van de straf tot slot rekening met het feit dat verdachte een blanco strafblad heeft.
De rechtbank is van oordeel dat gelet op alle hiervoor genoemde omstandigheden geen aanleiding bestaat om bij de hoogte van de straf af te wijken van wat de officier van justitie heeft gevorderd. De rechtbank zal daarom aan verdachte opleggen een gevangenisstraf van 12 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren.

9.Het beslag

Onder verdachte is in beslag genomen een telefoon van het merk Samsung.
De rechtbank is, met de officier van justitie en de verdediging, van oordeel dat de telefoon kan worden geretourneerd aan verdachte.

10.Ten aanzien van de benadeelde partij en de schadevergoedingsmaatregel

[slachtoffer 1] heeft een vordering benadeelde partij ingediend ter hoogte van € 4.071,40, bestaande uit € 2.500,- immateriële schade en € 1.571,40 materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente.
10.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd de gehele vordering toe te wijzen, te vermeerderen met de wettelijke rente en met toepassing van de schadevergoedingsmaatregel.
10.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat de gevorderde reiskosten dienen te worden gematigd, omdat de benadeelde partij drie keer reiskosten naar het politiebureau vordert, terwijl uit het dossier blijkt dat zij slechts twee keer naar het politiebureau is geweest. Voorts dienen de kosten voor huiswerkbegeleiding niet-ontvankelijk te worden verklaard, omdat niet kan worden vastgesteld of er een rechtstreeks verband bestaat tussen de mogelijk bewezenverklaarde feiten en de schoolresultaten. Voor de strafprocedure is dit voorts te belastend om vast te stellen. Daarnaast heeft de verdediging zich op het standpunt gesteld dat de immateriële schade dient te worden gematigd.
10.3
Het oordeel van de rechtbank
De behandeling van de vordering van [slachtoffer 1] , levert niet een onevenredige belasting van het strafgeding op. Het is komen vast te staan dat de benadeelde partij als gevolg van de hiervoor onder 1 tot en met 4 bewezen geachte feiten rechtstreeks schade heeft geleden. De vordering is voor wat betreft de verzochte reiskosten naar het politiebureau, de telefoonkosten en immateriële schade voldoende onderbouwd, zodat de rechtbank geen aanleiding ziet om die kosten te matigen. De rechtbank waardeert de schade daarom op
€ 2.630,40 (tweeduizend zeshonderddertig euro en veertig eurocent), te weten € 2.500,- aan immateriële schade en € 130,40 aan materiële schade. De vordering kan dan ook tot dat bedrag worden toegewezen, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 1 mei 2014 tot aan de dag van de algehele voldoening.
Voorts zal verdachte worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zal maken.
In het belang van de benadeelde partij voornoemd wordt als extra waarborg voor betaling de schadevergoedingsmaatregel (artikel 36f Sr) aan verdachte opgelegd.
Behandeling van het restant van de vordering, te weten de gevorderde kosten voor huiswerkbegeleiding, levert een onevenredige belasting van het strafgeding op. Daarom is de benadeelde partij in dat deel van de vordering niet-ontvankelijk. De benadeelde partij kan de vordering voor dat deel bij de burgerlijke rechter aanbrengen.

11.Toepasselijke wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen 14a, 14b, 14c, 24c, 36f, 57, 245, 247, 240a, 240b van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.
De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.

12.Beslissing

De rechtbank:
Bewezenverklaring
Verklaart bewezen dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld.
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Het bewezen verklaarde levert op:
Feit 1: met iemand die de leeftijd van twaalf jaren, maar nog niet die van zestien jaren heeft bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen plegen die bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, meermalen gepleegd;
Feit 2: met iemand beneden de leeftijd van zestien jaren buiten echt ontuchtige handelingen plegen, meermalen gepleegd;
Feit 3: een afbeelding of een gegevensdrager van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaren nog niet heeft bereikt, is betrokken, verwerven, in bezit hebben en verspreiden, meermalen gepleegd;
Feit 4: een afbeelding, waarvan de vertoning schadelijk is te achten voor personen beneden de leeftijd van zestien jaar, vertonen aan een minderjarige van wie de dader weet dat deze jonger is dan zestien jaar, meermalen gepleegd.
Strafbaarheid
Verklaart het bewezene strafbaar.
Verklaart verdachte daarvoor strafbaar.
Strafoplegging
Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van
12 maanden.
Beveelt dat de tijd die door veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van die straf in mindering gebracht zal worden.
Bepaalt dat een gedeelte, te weten
6 maanden, van deze gevangenisstraf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten.
De tenuitvoerlegging kan worden gelast indien de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd van 2 (twee) jaren opnieuw schuldig maakt aan een strafbaar feit.
Het beslag
Gelast de teruggave aan verdachte van:
1. STK Telefoon Kl:zwart
Samsung
[nummer] , pincode en wachtwoord: [wachtwoord] .
Feiten 1, 2, 3 en 4: De vordering van de benadeelde partij
Wijst de vordering van [slachtoffer 1] toe tot een bedrag van € 2.630,40 (zegge tweeduizend zeshonderddertig euro en veertig eurocent), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 1 mei 2014 tot aan de dag van de algehele voldoening.
Veroordeelt verdachte tot betaling van het toegewezen bedrag aan [slachtoffer 1] voornoemd.
Veroordeelt verdachte voorts in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil.
Bepaalt dat de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering is en bepaalt dat dit gedeelte kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter.
Legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [slachtoffer 1] , € 2.630,40 (zegge tweeduizend zeshonderddertig euro en veertig eurocent) aan de Staat te betalen, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door hechtenis van 36 dagen. De toepassing van die hechtenis heft de hiervoor opgelegde verplichting niet op.
Bepaalt dat, indien en voor zover verdachte aan een van de genoemde betalingsverplichtingen heeft voldaan, daarmee de andere is vervallen.
Dit vonnis is gewezen door
mr. A.J.P. Schotman, voorzitter,
mrs. J.G. van Ommeren en M.S. Mehilal, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. J. van Elk, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 30 augustus 2016.
Mr. M.S. Mehilal is buiten staat dit vonnis mee te ondertekenen.
BIJLAGE : De tenlastelegging
Aan bovenbedoelde gedagvaarde persoon wordt tenlastegelegd dat
1.
hij op een of meerdere tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1
februari 2013 tot en met 1 mei 2014 te Leusden, althans in het arrondissement
Midden-Nederland,
met [slachtoffer 1] (geboren op [1999] ), die de leeftijd van twaalf jaren
maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt, een of meer
ontuchtige handeling(en) heeft gepleegd, die bestond(en) uit of mede
bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 1] ,
zijnde/hebbende verdachte meermalen, althans eenmaal, toen aldaar (telkens):
- met zijn vinger(s) de schaamlippen en/of de vagina van die [slachtoffer 1] betast en/of
- zijn vinger(s) tussen de schaamlippen en/of in de vagina van die [slachtoffer 1]
gebracht en/of geduwd en/of bewogen en/of
- zijn penis in de vagina en/of anus van die [slachtoffer 1] gebracht en/of geduwd en/of
bewogen en/of
- zijn penis in de mond van die [slachtoffer 1] gebracht en/of geduwd en/of bewogen
en/of laten nemen
art 245 Wetboek van Strafrecht
2.
hij op een of meerdere tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1
februari 2013 tot en met 1 mei 2014 te Leusden, althans in het arrondissement
Midden-Nederland,
met [slachtoffer 1] (geboren op [1999] ), die toen de leeftijd van zestien
jaren nog niet had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handeling(en)
heeft gepleegd, bestaande uit:
- het (telkens) opzettelijk ontuchtig betasten en/of vastpakken en/of strelen
van de borsten en/of de vagina en/of andere delen van het lichaam van die
[slachtoffer 1] en/of
- het (telkens) opzettelijk ontuchtig door die [slachtoffer 1] laten betasten van
zijn, verdachtes, penis;
art 247 Wetboek van Strafrecht
3.
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1januari 2013 tot en met 1
mei 2014 te Leusden, althans in het arrondissement Midden-Nederland, in elk geval in
Nederland,
meermalen, althans eenmaal, (telkens) een hoeveelheid afbeeldingen, te weten (een)
(aantal) (digitale) foto(s) en/of (een) gegevensdrager(s) bevattende (een) afbeelding(en)
(te weten een laptop en/of telefoon)
heeft verworven en/of in bezit gehad en/of heeft verspreid (door het ontvangen en/of
verzenden van een of meer foto’s via zijn laptop en/of GSM),
terwijl op die afbeelding(en) (een) seksuele gedraging(en) zichtbaar is/zijn, waarbij
(telkens) een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, te
weten [slachtoffer 1] (geboren [1999] ) en/of [slachtoffer 2] (geboren [1999]
) was/waren betrokken of schijnbaar was/waren betrokken, welke
voornoemde seksuele gedraging(en) — zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het (al dan niet zichzelf) vaginaal penetreren (met (een) vinger(s)/hand)) van het
lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt, te
weten [slachtoffer 2]
(minimaal één foto en/of filmpje, verstuurd per Snapchat, althans per telefoon) (bedoeld
de aangifte op pagina 44, 45, 46 van het eindprocesverbaal O9Kwini)
en/of
het met de eigen hand betasten en/of aanraken van de eigen borsten geslachtsdelen
en/of de billen door [slachtoffer 2] , (waarbij) de afbeeldingen aldus telkens een
onmiskenbaar seksuele strekking hebben en strekken tot seksuele prikkeling;
(minimaal één foto en/of filmpje, verstuurd per Snapchat, althans per telefoon) (bedoeld
de aangifte op pagina 44, 45, 46 van het eindprocesverbaal O9Kwini)
en/of
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] , terwijl
door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van
deze perso(o)n(en) en/of de uitsnede van de foto’s/film(s) nadrukkelijk de (ontblote)
geslachtsdelen en/of borsten en/of billen in beeld gebracht worden, (waarbij) de
afbeelding (aldus) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele
prikkeling
(minimaal één foto en/of filmpje, verstuurd per Snapchat, althans per telefoon) (bedoeld
de aangiften op pagina 21 en 44, 45, 46 van het eindprocesverbaal O9Kwini.)
(art. 240b Wetboek van Strafrecht)
4.
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 januari 2013
tot en met 1 mei 2014 te Leusden, althans in het arrondissement
Midden-Nederland, in elk geval in Nederland,
(een) afbeelding(en) en/of filmopnamen, waarvan de vertoning schadelijk is te
achten voor personen beneden de leeftijd van zestien jaar, te weten:
- ( een) foto('s) van verdachte, met daarop zijn (stijve) penis en/of
- ( een) filmopname(n) van verdachte, waarbij hij zichzelf aftrekt, althans
betast en/of (daarbij) zichtbaar klaarkomt (al dan niet door het zichtbaar
worden van sperma uit voornoemd geslachtsdeel)
heeft vertoond aan (een) minderjarige(n), te weten [slachtoffer 1] , geboren op [1999]
en/of [slachtoffer 2] , geboren op [1999] , van wie hij
weet of redelijkerwijs moet vermoeden, dat deze jonger was/waren dan zestien
jaar;
art 240a Wetboek van Strafrecht

Voetnoten

1.Voor zover niet anders vermeld, wordt in de hierna volgende voetnoten telkens verwezen naar bewijsmiddelen die zich in het aan deze zaak ten grondslag liggende dossier met nummer 2014175091 / 2014183726 (onderzoek 09KWINI) bevinden, volgens de in dat dossier toegepaste nummering. Tenzij anders vermeld, gaat het daarbij om processen-verbaal, in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
2.De verklaring van verdachte, zoals afgelegd ter terechtzitting van 16 augustus 2016.
3.Het proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 1] , d.d. 9 augustus 2014, p. 18-31.
4.De verklaring van verdachte, zoals afgelegd ter terechtzitting van 16 augustus 2016.
5.Het proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 1] , d.d. 9 augustus 2014, p. 18-31.
6.Het proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 1] , d.d. 9 augustus 2014, p. 20.
7.Het proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 1] , d.d. 9 augustus 2014, p. 21.
8.Een schriftelijk bescheid, te weten een akte van geboorte van [slachtoffer 1] , d.d. 8 september 2014, p. 32.
9.Het proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 2] , d.d. 22 augustus 2014, p. 41.
10.Het proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 2] , d.d. 22 augustus 2014, p. 45.
11.Het proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 2] , d.d. 22 augustus 2014, p. 46.
12.Het proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 2] , d.d. 22 augustus 2014, p. 45.
13.Een schriftelijk bescheid, te weten een akte van geboorte van [slachtoffer 2] , d.d. 16 september 2014, p. 52.
14.Het proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 1] , d.d. 15 april 2015, p. 147.
15.Het proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 1] , d.d. 15 april 2015, p. 150.
16.Het proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 2] , d.d. 15 april 2015, p. 141.
17.De verklaring van verdachte, zoals afgelegd ter terechtzitting van 16 augustus 2016.
18.Het proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 1] , d.d. 9 augustus 2014, p. 20.
19.Het proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 1] , d.d. 9 augustus 2014, p. 28.
20.Het proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 2] , d.d. 22 augustus 2014, p. 41.
21.Het proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 2] , d.d. 22 augustus 2014, p. 44.
22.Het proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 2] , d.d. 22 augustus 2014, p. 45.
23.De verklaring van verdachte, zoals afgelegd ter terechtzitting van 16 augustus 2016.