Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
- het tussenvonnis van 27 januari 2016;
- de comparitie van 30 juni 2016 waarvan aantekening is gehouden.
2.De feiten
C. Goed
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak vordert eiseres, vertegenwoordigd door mr. F.F. Darwinkel, een schadevergoeding van ASR Schadeverzekering N.V., vertegenwoordigd door mr. E.J.A.A. van Dal, naar aanleiding van een aanrijding met haar oldtimer, een Mercedes 280 SE uit 1978. De eiseres stelt dat de door een taxateur vastgestelde waarde van de auto, € 7.500,-, moet worden vergoed, terwijl ASR zich beroept op een lagere dagwaarde van € 1.000,-, vastgesteld na een inspectie door een andere expert. De procedure begint met een tussenvonnis van 27 januari 2016 en een comparitie op 30 juni 2016. De kantonrechter oordeelt dat ASR niet gebonden is aan de taxatie van de auto, omdat deze niet in redelijkheid tot de vastgestelde waarde heeft kunnen komen. De kantonrechter concludeert dat de eiseres haar informatieplicht niet heeft geschonden, en dat de aanrijding niet opzettelijk was. Echter, de vordering wordt afgewezen omdat de Mercedes op het moment van de schade niet op naam van eiseres stond, wat in strijd is met de polisvoorwaarden. De eiseres wordt veroordeeld in de proceskosten.