Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
tussenuitspraak van de meervoudige kamer van 19 augustus 2016 in de zaak tussen
Nederlandse Omroep Stichting, te Hilversum, eiseres
de minister van Buitenlandse Zaken, verweerder
Universiteit van Amsterdam (UvA) h.o.d.n. Allard Pierson Museum, te Amsterdam, gemachtigde: mr. P.L. Loeb.
Procesverloop
Overwegingen
Het Allard Pierson Museum heeft daarop besloten de stukken vooralsnog onder zich te houden. De staat Oekraïne heeft vervolgens het Allard Pierson Museum gedagvaard in een civiele procedure en de stukken opgeëist.
Bij het bestreden besluit heeft verweerder alsnog een deel van de eerder geweigerde documenten openbaar gemaakt.
De rechtbank is verder van oordeel dat verweerder in redelijkheid ook documenten 9 (en 18; dit is hetzelfde document), 38, 46, 54, 61, 62, 63 en 208 op deze grond heeft kunnen weigeren openbaar te maken.
Document 60: de inleiding is ten onrechte geweigerd op grond van artikel 11 van de Wob, nu deze geen persoonlijke beleidsopvatting bevat ten behoeve van intern beraad;
Document 90: de weigering van de passage achter het eerste gedachtestreepje is onvoldoende gemotiveerd;
Document 111: de aan de weigering ten grondslag gelegde weigeringsgrond kan deze niet dragen voor de emailberichten; aan de weigering van de bijgevoegde bijlagen heeft verweerder wel de weigeringsgrond van artikel 10, tweede lid, aanhef en onder a, van de Wob ten grondslag kunnen leggen;
Document 132: onvoldoende is gemotiveerd waarom de bijlage niet openbaar gemaakt kan worden, met name omdat de eerdere contracten wel openbaar zijn gemaakt;
Document 167: dit (in een vreemde taal opgestelde) document lijkt een ‘exhibit list’ te zijn, vergelijkbaar met de documenten genoemd onder 97, 99, 101, 103 en 105. Van deze laatste documenten heeft verweerder gesteld dat ze gedeeltelijk openbaar zijn gemaakt. Niet in te zien valt dan waarom document 167 niet openbaar gemaakt kan worden. Gelet op het hiervoor onder rechtsoverweging 7 overwogene kan verweerder op grond van artikel 10, tweede lid, aanhef en onder g, van de Wob in ieder geval de waarde van de tentoongestelde stukken weglakken.