In deze zaak vordert [eiser], als wettelijk erfgenaam van mevrouw [A], vergoeding van de kosten voor een TACE-behandeling die mevrouw [A] onderging in Frankfurt am Main. Zilveren Kruis, de zorgverzekeraar, heeft deze behandeling niet vergoed. Mevrouw [A] was sinds 2007 onder behandeling voor borstkanker met uitzaaiingen in bot en lever en overleed in 2014. De rechtbank behandelt de vraag of de TACE-behandeling onder de Zorgverzekeringswet valt en of deze vergoed moet worden. De rechtbank stelt vast dat de zorgverzekeraar in het verleden positief adviseerde over de vergoeding van TACE-behandelingen, maar dat dit advies in 2009 is gewijzigd. De rechtbank oordeelt dat [eiser] moet aantonen dat de behandeling voldoet aan de maatstaf van de Zorgverzekeringswet, maar dat Zilveren Kruis een zwaardere motiveringsplicht heeft. De rechtbank concludeert dat de wetenschappelijke onderbouwing van de TACE-behandeling bij levermetastasen van borstkanker nog niet voldoende is aangetoond door [eiser]. De rechtbank geeft [eiser] de gelegenheid om aanvullende informatie te verstrekken over de effectiviteit van de behandeling en de relevante richtlijnen. De zaak wordt aangehouden voor verdere behandeling.