In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 1 juli 2016 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een veroordeelde, die eerder was veroordeeld tot een gevangenisstraf van 70 dagen, waarvan 54 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaren. De rechtbank heeft de bijzondere voorwaarden gewijzigd naar aanleiding van een vordering van de officier van justitie, die op 2 juni 2016 was ingediend. De reclassering had een nieuwe plek gevonden voor de veroordeelde in een Forensisch Psychiatrische Kliniek (FPK) met een hoger beveiligingsniveau, wat aanleiding gaf tot de wijziging van de voorwaarden. Tijdens de zitting op 17 juni 2016 zijn de veroordeelde, de officier van justitie, zijn raadsman en een reclasseringswerker gehoord. De reclasseringswerker heeft verklaard dat de intake voor de veroordeelde in de nieuwe kliniek is geaccepteerd en dat de behandeling daar meer gericht is op ontregelend gedrag dan de vorige kliniek, die meer op middelengebruik gericht was. De rechtbank heeft overwogen dat de veroordeelde zich onvoldoende heeft gehouden aan de eerdere voorwaarden, maar dat er nu mogelijkheden zijn voor een betere behandeling. De rechtbank heeft besloten dat de bijzondere voorwaarden worden gewijzigd, waarbij de reclassering toezicht houdt op de naleving en de veroordeelde begeleidt. De klinische opname is vastgesteld op maximaal 12 maanden, met de mogelijkheid voor de officier van justitie om een nieuwe vordering in te dienen voor voortzetting van de opname indien nodig. De rechtbank heeft gelet op artikel 14f lid 2 van het Wetboek van Strafrecht en heeft de beslissing ter openbare zitting uitgesproken.