ECLI:NL:RBMNE:2016:4582

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
1 juli 2016
Publicatiedatum
16 augustus 2016
Zaaknummer
16/661438-15 (tul bijz)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wijziging bijzondere voorwaarden na voorwaardelijke veroordeling in strafzaak met reclassering en klinische opname

In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 1 juli 2016 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een veroordeelde, die eerder was veroordeeld tot een gevangenisstraf van 70 dagen, waarvan 54 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaren. De rechtbank heeft de bijzondere voorwaarden gewijzigd naar aanleiding van een vordering van de officier van justitie, die op 2 juni 2016 was ingediend. De reclassering had een nieuwe plek gevonden voor de veroordeelde in een Forensisch Psychiatrische Kliniek (FPK) met een hoger beveiligingsniveau, wat aanleiding gaf tot de wijziging van de voorwaarden. Tijdens de zitting op 17 juni 2016 zijn de veroordeelde, de officier van justitie, zijn raadsman en een reclasseringswerker gehoord. De reclasseringswerker heeft verklaard dat de intake voor de veroordeelde in de nieuwe kliniek is geaccepteerd en dat de behandeling daar meer gericht is op ontregelend gedrag dan de vorige kliniek, die meer op middelengebruik gericht was. De rechtbank heeft overwogen dat de veroordeelde zich onvoldoende heeft gehouden aan de eerdere voorwaarden, maar dat er nu mogelijkheden zijn voor een betere behandeling. De rechtbank heeft besloten dat de bijzondere voorwaarden worden gewijzigd, waarbij de reclassering toezicht houdt op de naleving en de veroordeelde begeleidt. De klinische opname is vastgesteld op maximaal 12 maanden, met de mogelijkheid voor de officier van justitie om een nieuwe vordering in te dienen voor voortzetting van de opname indien nodig. De rechtbank heeft gelet op artikel 14f lid 2 van het Wetboek van Strafrecht en heeft de beslissing ter openbare zitting uitgesproken.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Zittingslocatie Utrecht
Strafrecht
Parketnummer: 16/661438-15
Datum uitspraak: 1 juli 2016
Beslissing na voorwaardelijke veroordeling
Beslissing van de Rechtbank Midden-Nederland, meervoudige kamer voor strafzaken, naar aanleiding van de vordering van de officier van justitie in dit arrondissement, ingekomen ter griffie van deze rechtbank op 2 juni 2016, strekkende tot tenuitvoerlegging van de straf, voor zover deze voorwaardelijk is opgelegd bij het onherroepelijk geworden vonnis van de politierechter in deze rechtbank van 17 september 2015, in de zaak tegen de veroordeelde:

[veroordeelde] ,

geboren op [1984] te [geboorteplaats] ,
gedetineerd in de [verblijfplaats] , [adres] .
De rechtbank heeft acht geslagen op de zich in het dossier van de veroordeelde bevindende stukken, waaronder:
- een (extract) vonnis, waarbij de veroordeelde onder meer is veroordeeld tot -kort gezegd- een gevangenisstraf van 70 dagen, met aftrek overeenkomstig artikel 27 WvSr., waarvan 54 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaren en de bijzondere voorwaarden dat de veroordeelde;
  • zich binnen veertien dagen na het onherroepelijk worden van dit vonnis meldt bij Victas reclassering op het adres ABC-straat 5 te Utrecht. Hierna moet veroordeelde zich blijven melden zo frequent en zo lang de reclassering dit noodzakelijk acht;
  • zijn medewerking verleent aan verdiepingsdiagnostiek en zich houdt aan het daaruit voortvloeiende behandeladvies, ook indien dit inhoudt een ambulante behandeling bij een forensische (verslavings)polikliniek dan wel een klinische behandeling voor de duur van maximaal een jaar bij een door het NIFP/IFZ geïndiceerde forensische verslavingskliniek of soortgelijke kliniek. Daarbij dient veroordeelde zich te houden aan de aanwijzingen die hem in het kader van zijn behandeling door of namens de (geneesheer) –directeur van de betreffende instelling worden gegeven. Indien veroordeelde een ambulante behandeling volgt, wordt hij verplicht tot een korte klinische opname voor de duur van maximaal 7 weken, als de reclassering dit nodig acht, waarbij veroordeelde zich zal houden aan de aanwijzingen die hem in het kader van die opname door of namens de instelling/behandelaar zullen worden gegeven;
  • toestemming geeft aan alle door de reclassering geïndiceerde referenten (zoals Victas, centrum voor Verslavingszorg) te raadplegen.
- een kennisgeving als bedoeld in artikel 366a, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering d.d. 5 oktober 2015;
- het vonnis van 23 februari 2016 waarbij de proeftijd is verlengd met één jaar;
- een rapport van de GGZ Victas te Utrecht d.d. 30 mei 2016, waaruit blijkt dat de veroordeelde voormelde bijzondere voorwaarden onvoldoende heeft nageleefd in het bijzonder door zich een aantal keer te onttrekken aan het toezicht en de instelling [kliniek 2] te verlaten.
Het onderzoek heeft plaats gevonden ter zitting van 17 juni 2016, waarbij zijn gehoord de officier van justitie, de veroordeelde en zijn raadsman, mr. A.J.M. Bommer, alsmede [naam reclasseringswerker] , reclasseringswerker.
OVERWEGINGEN:
De heer [naam reclasseringswerker] heeft ter zitting verklaard dat hij een mogelijkheid heeft gevonden om veroordeelde te laten opnemen in de [kliniek 1] . Hij heeft gisteren, op 16 juni 2016, te horen gekregen dat de intake voor veroordeelde geaccepteerd is. FPK klinieken hebben een meer besloten karakter en een hoger beveiligingsniveau dan de [kliniek 2] waar veroordeelde eerder heeft verbleven. De reclassering ziet wel mogelijkheden in dit nieuwe traject omdat veroordeelde gemotiveerd overkomt. [kliniek 2] is meer op middelengebruik gericht en [kliniek 1] meer op ontregelend gedrag in het algemeen. Veroordeelde zal minder vrijheden krijgen om te voorkomen dat hij weg zal lopen. De verwachte opname datum zal over 4 – 6 weken zijn. Op het moment dat er een plek is bij [kliniek 1] kan veroordeelde geplaatst worden en hoeft er geen intakegesprek meer plaats te vinden. Het zou goed zijn als de detentie wordt voortgezet totdat veroordeelde geplaatst wordt, om terugval te voorkomen. Indien veroordeelde wordt opgenomen verzoekt de reclassering om de bijzondere voorwaarden te wijzigen. Het beveiligingsniveau dient FPK niveau te worden en de behandelduur moet gelijk aan de periode van de proeftijd worden.
Ter terechtzitting heeft de veroordeelde onder meer aangegeven dat het een paar keer is misgegaan maar dat hij ook goed zijn best heeft gedaan en dat hij graag behandeld wil worden.
De officier van justitie heeft ter zitting ervan afgezien te vorderen dat de voorwaardelijke veroordeling ten uitvoer zal worden gelegd, maar daarentegen verzocht om de bijzondere voorwaarden te wijzigen zoals de heer [naam reclasseringswerker] heeft geadviseerd; namelijk dat veroordeelde zich houdt aan de aanwijzingen zoals door de reclassering worden gegeven ook als dat inhoudt opname in een Forensisch Psychiatrische Kliniek gedurende de proeftijd.
De raadsman van de veroordeelde heeft ter zitting naar voren gebracht dat veroordeelde graag behandeld wil worden en dat de behandeling bij een FPK waarschijnlijk beter van de grond zal komen dan bij [kliniek 2] . De raadsman heeft aangegeven dat hij zich kan vinden in de eis van de officier van justitie, met dien verstande dat de proeftijd al eerder is verlengd en dat dus niet nogmaals kan gebeuren.
De rechtbank overweegt dat uit de stukken en het verhandelde ter zitting is gebleken dat de veroordeelde weliswaar pogingen heeft ondernomen zich in te zetten voor de behandeling bij [kliniek 2] , maar dat ook te zien is dat de behandeling bij [kliniek 2] is gestopt door toedoen van de veroordeelde. Veroordeelde heeft zich een aantal keren onttrokken aan het toezicht en tevens alcohol, cannabis en cocaïne gebruikt. De veroordeelde heeft zich, door zich zo op te stellen, onvoldoende gehouden aan de voorschriften en aanwijzingen die zijn gegeven door of namens de reclassering. Daarmee heeft hij de bijzondere voorwaarden onvoldoende nageleefd. De reclassering heeft echter een nieuwe plek gevonden om veroordeelde te kunnen behandelen met een hoger beveiligingsniveau en ziet ook nog mogelijkheden met betrekking tot de behandeling van veroordeelde. Gelet daarop zal de rechtbank de eerder opgelegde voorwaarden wijzigen.
De rechtbank bepaalt niet dat de opname in [kliniek 1] gelijk aan de duur van de proeftijd zal zijn. De rechtbank sluit op dat punt aan bij het bepaalde in art. 37 Sr. De rechtbank bepaalt dat de klinische opname voor de duur van maximaal 12 maanden zal zijn. Indien de officier van justitie dan alsnog een voortzetting van de klinische opname wenselijk acht, kan de officier van justitie een nieuwe vordering indienen.
Alles afwegende acht de rechtbank termen aanwezig de bijzondere voorwaarden te wijzigen, zoals hierna vermeld.
De rechtbank heeft gelet op artikel 14f lid 2 van het Wetboek van Strafrecht.
BESLISSING:
De rechtbank:
Wijzigt de bijzondere voorwaarden, vastgesteld in voormeld vonnis als volgt dat veroordeelde:
  • zich laat opnemen in de [kliniek 1] , of een soortgelijke instelling met een hoog beveiligingsniveau, en zal meewerken aan een klinische opname, voor de duur van maximaal 12 maanden, of zoveel korter als door de instelling/en/of reclassering nodig wordt geacht, waarbij verdachte zich zal houden aan de aanwijzingen die hem in het kader van die opname door of namens de instelling/behandelaar zullen worden gegeven;
  • meewerkt aan urinecontroles;
  • aansluitend aan de klinische behandeling zal meewerken aan een ambulante behandeling bij [verslavingsinstelling] of een soortgelijke instelling, waarbij verdachte zich zal houden aan de aanwijzingen die hem in het kader van die behandeling door of namens de instelling zullen worden gegeven, waaronder aanwijzingen omtrent dagbesteding en begeleid wonen;
  • zich houdt aan de aanwijzingen die [verslavingsinstelling] of een soortgelijke instelling, hem geeft, voor zover deze niet reeds zijn opgenomen in een andere bijzondere voorwaarden.
Geeft opdracht aan de Reclassering om toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden.
Aldus gedaan door mrs. C.E.M. Nootenboom-Lock, H.A. Gerritse en R.L.M. van Opstal, bijgestaan door M.J.C. van der Vegte als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van deze rechtbank van 1 juli 2016.