Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
uitspraak van de meervoudige kamer van 18 januari 2016 in de zaken tussen
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht, verweerder
Interkoop Properties B.V., gevestigd te Maarssen, gemachtigde: drs. ing. R.J.A. Klomp.
Procesverloop
24 september 2013 heropend, en de Stichting Advisering Bestuursrechtspraak voor Milieu en Ruimtelijke Ordening (StAB) als deskundige benoemd voor het uitbrengen van een verslag.
27 oktober 2015 heeft de StAB het definitieve verslag aan de rechtbank uitgebracht. Bij faxbericht van 26 november 2015 hebben eisers 1 hierop gereageerd. Bij brief van
27 november 2015 heeft verweerder op het definitieve deskundigenverslag gereageerd. Bij brief van 15 december 2015 hebben eisers 2 tot en met 6 op het definitieve deskundigenverslag gereageerd.
Overwegingen
Eisers 1 wonen op [adres] , eiser 2 op [adres] , eiser 3 op [adres] , eisers 4 op [adres] , eiser 5 op [adres] en eiseres 6 op [adres] .
2 september 2014 heeft verweerder het ontwerp besluit ter inzage gelegd, met daarbij gevoegd een ruimtelijke onderbouwing van augustus 2014. Eisers hebben hieromtrent zienswijzen naar voren gebracht en ter onderbouwing daarvan een akoestisch rapport van [adviesbureau] B.V. (hierna: [adviesbureau] ) van 20 september 2014 overgelegd. Vervolgens heeft de besluitvorming plaatsgevonden, zoals weergegeven onder ‘Procesverloop’.
Artikel 2.12, eerste lid, aanhef en onder a, onder 3°, van de Wabo bepaalt dat, voor zover de aanvraag betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, de omgevingsvergunning slechts kan worden verleend indien de activiteit niet in strijd is met een goede ruimtelijke ordening en de motivering van het besluit een goede ruimtelijke onderbouwing bevat. Aan het bestreden besluit ligt een ruimtelijke onderbouwing van
18 december 2014 ten grondslag.
De rechtbank stelt voorop dat het op grond van voornoemd artikel al dan niet verlenen van een omgevingsvergunning een bevoegdheid van verweerder is. Verweerder dient daarbij de relevante feiten te kennen en alle betrokken belangen af te wegen. De bestuursrechter toetst ten volle of verweerder dat heeft gedaan. De uitkomst van de door verweerder gemaakte belangenafweging dient de bestuursrechter terughoudend te toetsen. Dat betekent dat de rechtbank in deze procedure dient te beoordelen of verweerder in dit geval in redelijkheid van zijn bevoegdheid gebruik heeft kunnen maken.
16 december 2014 van verweerder aan de leden van de commissie Stad en Ruimte leidt de rechtbank af dat de door eisers genoemde motie is ingediend in het kader van de behandeling van het bestemmingsplan eind oktober 2012 en niet in het kader van de onderhavige vergunning die ziet op de twee terrassen op het [percelen] . Dat de gemeenteraad een door alle partijen ondertekend beheerplan als voorwaarde voor haar instemming met onderhavige vergunningverlening heeft gesteld, is de rechtbank dan ook niet gebleken, nog daargelaten de vraag hoe zich dat verhoudt tot de algemene verklaring van geen bedenkingen. Overigens heeft verweerder naar het oordeel van de rechtbank ook uitvoering gegeven aan de motie door de bewoners van de appartementen boven de horecagelegenheden, de eigenaar en de huurders van de horecaruimten met elkaar in overleg te brengen om tot een beheerplan te komen en door met voornoemde brief de raad te informeren over de uitwerking hiervan. In deze brief licht verweerder de raad ook toe waarom hij geen aanvullende eisen stelt bij de verstrekking van de exploitatievergunning. Dit betoog van eisers slaagt niet.
20 september 2014.
- is de door [ingenieursbureau] gehanteerde methode geschikt om de geluidsbelasting op en in de woningen van eisers te beoordelen,
- is in dat onderzoek uitgegaan van de juiste uitgangspunten en
- is de geluidsbelasting op en in de woningen op juiste wijze gemeten en berekend.
(86 dB(A)) dan wel een luide roep (96 dB(A)) van een staand persoon zal op een hoogte van 8 meter leiden tot waarden voor het maximale geluidniveau van 60 respectievelijk
70 dB(A). Daarmee wordt een te hanteren grenswaarde voor de nachtperiode op de gevel met maximaal 10 dB(A) overschreden. De geluidpieken van het opruimen van terrassen betreffen gedragshandelingen ten aanzien waarvan, anders dan bij menselijk stemgeluid, maatregelen dan wel voorzieningen zijn te treffen. Gedacht kan worden aan het aanbrengen van rubberen elementen op de stoeltjes waardoor het metaalachtige geluid wordt voorkomen dan wel, zo werd bij het bezoek van de StaB ter plaatse aangegeven, het zachtjes plaatsen van de vaten op een karretje met luchtbanden en deze naar binnen rijden. Overigens betreft dit aspecten die als ‘good housekeeping’ moeten worden aangemerkt en in het kader van het Activiteitenbesluit en daarop gebaseerde milieuregels aan de orde zouden moeten komen, aldus de StAB.
€ 1.225,- (1 punt voor het indienen van een beroepschrift, 1 punt voor het verschijnen ter zitting, 0,5 punt voor een schriftelijke zienswijze na verslag deskundigenonderzoek met een waarde per punt van € 490,- en een wegingsfactor 1). In de zaken UTR 15/559 en 15/664 stelt de rechtbank deze kosten voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand eveneens vast op € 1.225,- (1 punt voor het indienen van een beroepschrift, 1 punt voor het verschijnen ter zitting, 0,5 punt voor een schriftelijke zienswijze na verslag deskundigenonderzoek met een waarde per punt van € 490,- en een wegingsfactor 1).
Beslissing
eiser 2 te vergoeden;
€ 1.225,-, te betalen aan eisers 1;