TBB vordert – na wijziging van eis - bij vonnis, voor zover mogelijk
uitvoerbaar bij voorraad:
I. [gedaagde sub 1] Nederland te veroordelen tot naleving van de CAO voor de Bouwnijverheid en de CAO BIER op straffe van een dwangsom van € 5.000,- voor iedere dag dat zij daarmee vanaf twee weken na betekening van dit vonnis in gebreke is;
II. Gedaagden hoofdelijk te veroordelen, des de één betalende de ander bevrijdende, om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan eiseres te voldoen de somma ad €5.000,-- aan minimale forfaitaire schadevergoeding, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de dag van deze dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening;
III. Gedaagden hoofdelijk te veroordelen, des de één betalende de ander bevrijdende, om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan eiseres te voldoen de somma ad € 105.000,- aan forfaitaire schadevergoeding, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de dag van deze dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening;
IV. Gedaagden hoofdelijk te veroordelen, des de één betalende de ander bevrijdende, om binnen 14 dagen na betekening van het vonnis over te gaan tot het schriftelijk bevestigen dat zij medewerking zullen verlenen aan een nalevingsonderzoek naar de CAO voor de Bouwnijverheid binnen de onderneming, alsmede hieraan uitvoering te geven door telefonisch contact op te nemen met [accountancy- en adviesorganisatie] en een controle ter plaatse in te plannen, zulks op straffe van een dwangsom van € 5.000,-- per dag voor ieder dag dat zij hiermee in gebreke blijven;
V. Gedaagden hoofdelijk te veroordelen, des de één betalende de ander bevrijdende, om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan eiseres te voldoen in de buitengerechtelijke kosten ten bedrage van € 2.268,75 inclusief BTW, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit
bedrag vanaf de dag van deze dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening;
VI. Gedaagden hoofdelijk te veroordelen, des de één betalende de ander bevrijdende, in de kosten van deze procedure;