ECLI:NL:RBMNE:2016:4396

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
2 augustus 2016
Publicatiedatum
2 augustus 2016
Zaaknummer
16-661181-15 en 05-132189-13 (TUL) (P)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor verkrachting met geweld in Utrecht

Op 2 augustus 2016 heeft de Rechtbank Midden-Nederland een vonnis uitgesproken in een strafzaak tegen een 45-jarige man, die werd beschuldigd van verkrachting. De rechtbank heeft de man veroordeeld tot een gevangenisstraf van 30 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, voor het verkrachten van een vrouw in Utrecht op 15 februari 2015. De rechtbank oordeelde dat de man het slachtoffer had gedwongen tot seksuele handelingen door geweld en bedreiging. Het slachtoffer had de man leren kennen via een chatprogramma en ze gingen samen uit. Tijdens de avond gebruikten ze drank en drugs, waarna het slachtoffer zich de gebeurtenissen niet meer kon herinneren. De rechtbank concludeerde dat de man het slachtoffer had geslagen, aan haar haren had getrokken en haar had gedwongen tot orale en vaginale seks. De rechtbank achtte de verklaringen van het slachtoffer betrouwbaar, ondanks enkele inconsistenties, en oordeelde dat de man geen inzicht had getoond in de ernst van zijn daden. De medeverdachte, een 57-jarige man, werd vrijgesproken omdat niet kon worden vastgesteld dat het slachtoffer niet in staat was om haar wil te bepalen op het moment van de seksuele handelingen. De rechtbank legde ook bijzondere voorwaarden op aan de voorwaardelijke straf, waaronder verplichte behandeling en begeleid wonen.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Afdeling straf-, familie- en jeugdrecht
Zittingslocatie Utrecht
Parketnummer: 16-661181-15 en 05-132189-13 (TUL) (P)
vonnis van de meervoudige strafkamer van 2 augustus 2016
in de strafzaak tegen
[verdachte] ,
geboren op [1970] te [geboorteplaats] (Marokko)
gedetineerd in PI HvB Ter Apel.

1.Onderzoek ter terechtzitting

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 19 juli 2016.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en van wat verdachte en de advocaat, mr. M.W.G.J. IJsseldijk, naar voren hebben gebracht.
De rechtbank heeft ook kennisgenomen van hetgeen door mr. P. van der Geest namens de benadeelde partij naar voren is gebracht.

2.Tenlastelegging

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
op 15 februari 2015 te Utrecht [slachtoffer] heeft verkracht.

3.Voorvragen

De dagvaarding is geldig, deze rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.Waardering van het bewijs

4.1
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht het ten laste gelegde feit wettig en overtuigend bewezen op grond van de verklaringen van aangeefster, de verklaringen van de zus van aangeefster, de verklaring van getuige [getuige] , het letsel dat [getuige] en de politie bij aangeefster hebben waargenomen, het DNA-materiaal van aangeefster dat in de bloedvlekken op de broek van verdachte is aangetroffen.
4.2
Standpunt van de verdediging
De verdediging heeft betoogd dat verdachte moet worden vrijgesproken van het ten laste gelegde.
De raadsman heeft hiertoe aangevoerd dat de verklaringen die aangeefster heeft afgelegd niet betrouwbaar zijn. Volgens verdachte was het van het begin af aan duidelijk dat hij en aangeefster seksuele gemeenschap met elkaar zouden hebben. Er is geen sprake geweest van dwang. Het dossier bevat daarvoor ook geen steunbewijs.
Verder heeft de raadsman aangevoerd dat verdachte het ten laste gelegde feit heeft begaan niet uitsluitend kan worden bewezen op grond van de verklaring van alleen aangeefster.
4.3
Oordeel van de rechtbank
4.3.1
Inleiding
[slachtoffer] heeft verdachte via een chatprogramma leren kennen. Zij hebben op 14 februari 2015 afgesproken om samen uit te gaan. Die avond/nacht zijn ze naar diverse locaties in Hilversum en Utrecht geweest. Haar laatste herinnering van die nacht is dat ze in een café in Hilversum was.
4.3.2
Bewijsmiddelen [1]
Op 15 februari 2015 heeft [slachtoffer] verklaard dat zij die dag wakker werd in een slaapkamer. [2] Toen ze wakker werd was ze naakt [3] en zat ze onder het bloed. [4] Ze ging naar de woonkamer. [verdachte] (de rechtbank begrijpt: [verdachte] ) was daar. Hij was boos en agressief. Ze veegde langs haar gezicht en zag bloed. Hij zei: “kom hier” en trok aan haar haar. Ze zei dat zij zich ging wassen waarop hij zei: “nee, je gaat me nu pijpen”. Hij gaf haar toen een klap in haar gezicht. Ze heeft zijn penis in haar mond gestopt en hem gepijpt. Hij zei dat ze een hoer was en dat hij haar kapot zou maken. [5]
Ze moest op hem zitten. Ze wilde dat niet maar hij dwong haar. Ze heeft op hem gezeten. Hij zei dat ze hem moest neuken. Hij had haar haren hard vast. Hij duwde zich hard in haar lichaam. Ze heeft een paar minuutjes op hem gezeten en toen zat zijn penis in haar vagina. [6]
Ze heeft nee gezegd en dat ze het niet wilde. Hij gaf haar toen klappen en zei dat ze een hoer was. Het was gedwongen seks. [7]
Ze is naar de badkamer gegaan. Ze zag toen de uitgang. [8] Ze is half bloot weggelopen. [9] Ze is toen bij mensen gaan aanbellen. Ze kwam bij mensen die haar hebben geholpen en de politie hebben gebeld. [10]
Ze heeft pijn aan haar hoofd, kaak, linker onderarm en neus. [11]
[slachtoffer] heeft op 18 februari 2015 verklaard dat zij tegen [verdachte] heeft gezegd dat ze weg wilde. Ze hoorde dat [verdachte] begon te schreeuwen en te roepen. [12]
Ze voelde dat [verdachte] aan haar haren trok. Hij vertelde dat ze hem moest pijpen. Hij duwde haar naar de zetel waar hij ging zitten. Hij deed zijn boxershort uit en haalde zijn penis tevoorschijn. Hij dwong haar op haar knieën. Ze moest hem pijpen. Dat heeft ze gedaan. Ze stopte even later met pijpen en stond op. Hij duwde toen haar benen uit elkaar. Ze moest op hem gaan zitten. Hij is toen met zijn penis in haar geweest. Toen ze op hem moest gaan zitten duurde dat ongeveer één of twee minuten. Ze heeft tegen hem gezegd: “alsjeblieft, ik wil naar huis”. Hij bleef echter maar slaan. Hij sloeg haar op haar gezicht.
Uiteindelijk liet hij haar naar de badkamer gaan. Ze zag toen een sleutel in het slot van een deur zitten. Ze pakte een jas van de kapstok. Ze deed de deur snel open. Ze is naar beneden gelopen en heeft bij iemand aangebeld. Een vrouw heeft haar toen verder geholpen. [13]
Bij de rechter-commissaris heeft [slachtoffer] op 21 januari 2016 verklaard dat zij in die woning is wakker geworden met een opgezwollen bloedneus. Ze was helemaal naakt. Ze werd wakker in een bed. [14] Ze zag [verdachte] lopen. Ze zag bloed op haar gezicht. [verdachte] begon haar te slaan in haar gezicht. Ze moest hem pijpen. Hij sloeg haar van alle kanten. [15] Ze zei dat ze het niet wilde. Ze heeft hem continu gevraagd om naar de badkamer te mogen en hem continu gesmeekt om te stoppen. [16]
Huisarts [naam] heeft op 17 februari 2015 lichamelijk onderzoek verricht bij [slachtoffer] en heeft daarbij het volgende vastgesteld:
- haematoom dorsaal op linker pols doorsnede 5 centimeter;
- haematoom lateraal op rechter bovenarm doorsnede 1 centimeter;
- blaar op voorzijde linker bovenarm;
- rechts en links in hals krabeffecten;
- op voorhoofd een haematoom/zwelling;
- haematoom/zwelling jukbeen en onderkaak;
- haematoom/zwelling onderkaak links;
- gezwollen neus. [17]
[getuige] was op 15 februari 2015 in de woning aan de [adres] . Omstreeks 15.00 uur hoorde zij de deurbel. Ze deed de deur open en zag een naakte vrouw voor de deur staan. Ze hield een korte blazer voor haar borsten en haar vagina vast. [18]
Ze hoorde de vrouw zeggen: “Alsjeblieft help mij. Ik ben in elkaar geslagen”. [getuige] zag dat ze een bloedneus had en een schaafwond ter hoogte van de rechterkant van haar neus. Ze hoorde de vrouw huilen en zag tranen langs haar gezicht lopen. Ze heeft de vrouw binnen gelaten en op een keukenstoel gezet. Ze hoorde haar zeggen: “Ik ben verkracht en mishandeld. Ik werd wakker en lag helemaal onder het bloed”. Ze zag dat de vrouw een sleutelbos op de keukentafel had gelegd. Op de binnenkant van de sleutelbos stonden de letters “ [nummer 1] ”. [getuige] belde 112. De vrouw klaagde over pijn aan de rechterkant van haar gezicht en over hoofdpijn. De politie kwam ter plaatse. [19]
Op 15 februari 2015 kwamen verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] omstreeks 15.53 uur binnen bij de woning aan ze [adres] . In de keuken zat een vrouw op een keukenstoel. De vrouw zat in elkaar gedoken. Ze huilde heel erg. Zij had een wit papieren zakdoekje in haar hand waarop bloed zat. Ze had bloed op haar gezicht ter hoogte van haar neus en lippen. Er zat bloed in haar haren. De vrouw vertelde dat ze geslagen was door [verdachte] . [20]
De bewoonster van pandnummer [nummer 1] vertelde dat de vrouw met de huissleutel van pandnummer [nummer 1] in haar hand bij haar voor de deur had gestaan.
De vrouw zei dat haar linkerarm pijn deed. Verbalisant [verbalisant 1] zag dat er op de buitenzijde van haar linker bovenarm een groepje rood/blauw gekleurde plekken zaten. Zij schat de grootte van de plekken op ongeveer twaalf bij acht centimeter. Ze zag dat de neus van de vrouw gezwollen was, dat de rechterzijde van haar kaak gezwollen was en dat zij een bult midden op haar voorhoofd had.
De vrouw vertelde dat zij [slachtoffer] heette. [21]
[slachtoffer] vertelde dat zij bebloed wakker is geworden in een bed, dat zij geslagen is, dat zij naar het toilet is gegaan en dat zij toen de woning is uit gevlucht. Verbalisant [verbalisant 1] zag dat [slachtoffer] weer hard begon te huilen.
[slachtoffer] vertelde huilend dat zij is geslagen door [verdachte] , dat hij tegen haar heeft gezegd dat zij een hoer is, dat zij van hem is en dat hij haar kapot gaat slaan. Zij vertelde dat [verdachte] tegen haar heeft gezegd dat zij hem moest pijpen en dat zij heeft gezegd dat zij dat niet wilde. Ze vertelde dat hij haar vervolgens bij haar haren heeft gepakt en in de richting van zijn kruis heeft geduwd en dat zij hem toen gepijpt heeft. [22]
Op 15 februari 2015 omstreeks 16.30 uur is de politie de woning aan de [adres] binnengetreden. In de woning werd aangehouden: [verdachte] , geboren op [1970] . [23]
Op 15 februari 2015 zagen verbalisanten [verbalisant 3] en [verbalisant 4] tijdens het vervoer van verdachte [verdachte] dat er op zijn broek meerdere bloedvlekken zaten op de voorzijde ter hoogte van de rechter broekzak. Zij hebben de broek van verdachte [verdachte] in beslag genomen. [24]
Deze broek is onderzocht op de aanwezigheid van bloed. Hierbij zijn twee bloedsporen bemonsterd voor DNA-onderzoek:
AAFQ3844NL#01: bemonstering van een bloedspoor op de broek, voorzijde broek onder rechter steekzak;
AAFQ3844NL#02: bemonstering van een bloedspoor op de broek, achterzijde broek op linker broekspijp ter hoogte van knieholte. [25]
Resultaten, interpretatie en conclusie vergelijkend DNA-onderzoek:
SIN
Beschrijving DNA-profiel / bloed kan afkomstig zijn van
Matchkans DNA-profiel
AAFQ3844NL#01 en #02, bloedsporen broek
DNA-profiel van een vrouw [slachtoffer]
Kleiner dan één op één miljard
Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij op 15 februari 2015 in een woning aan de [adres] heeft gevreeën met [slachtoffer] . [27] Bij de politie heeft hij verklaard dat [slachtoffer] hem heeft gepijpt. [28]
4.3.3
Te bespreken standpunten
Betrouwbaarheid van de verklaring van aangeefster
De rechtbank constateert dat de verklaringen van [slachtoffer] op enkele punten, die van ondergeschikt belang zijn, verschillen, maar dat deze op essentiële punten eensluidend zijn. Hier is van belang dat zij in grote lijnen blijft bij haar verhaal dat zij naakt en bebloed wakker werd in een slaapkamer, de verdachte boos en agressief was, haar heeft geslagen en heeft gedwongen tot oraal en vaginaal seksueel contact, waarna zij nagenoeg naakt naar buiten is gerend om hulp te zoeken. De rechtbank acht de verklaringen van [slachtoffer] daarom betrouwbaar. Haar verklaring dat de seks niet vrijwillig was wordt bovendien ondersteund door de letselverklaring van de huisarts en de verklaringen van getuige [getuige] en verbalisanten over dat letsel en de hevig geëmotioneerde toestand waarin zij [slachtoffer] aantroffen. De door verdachte geschetste lezing van wat tussen hem en [slachtoffer] is voorgevallen op 14 februari 2015 stelt de rechtbank als ongeloofwaardig terzijde.
4.3.4
Bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de in rubriek 4.3.1 genoemde bewijsmiddelen bewezen dat verdachte
op 15 februari 2015 te Utrecht door geweld en bedreiging met geweld bestaande uit het, nadat die [slachtoffer] in een voor haar onbekende woning naakt wakker was geworden met bloed op haar gezicht,
- op dwingende toon tegen die [slachtoffer] zeggen: '"Kom hier" en "Nee, je gaat mij nu pijpen" en dat zij een hoer is en dat hij haar kapot zou maken, en
- die [slachtoffer] met kracht aan haar haren trekken en met kracht in het gezicht slaan/stompen, en
- voornoemde handelingen en nagenoemde seksuele handelingen voortgezet ondanks dat die [slachtoffer] meermalen verbaal en nonverbaal te kennen had gegeven dit niet te willen, door hem te smeken te stoppen en gevraagd of ze naar de badkamer mocht en te zeggen dat ze die handelingen niet wilde en dat ze weg wilde en nee te zeggen,
[slachtoffer] heeft gedwongen tot het ondergaan van handelingen die hebben bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, immers heeft hij, verdachte,
- die [slachtoffer] hemzelf laten pijpen, en
- zijn penis in de vagina van die [slachtoffer] geduwd, gebracht, gehouden en heen en weer bewogen.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten staan, zijn deze verbeterd. Verdachte is hierdoor niet in de verdediging geschaad.

5.Strafbaarheid van het feit

Het bewezen geachte feit is volgens de wet strafbaar als
Verkrachting.

6.Strafbaarheid van verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

7.Motivering van de straffen en maatregelen

7.1.
Eis van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte voor het door haar bewezen geachte zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van 4 jaren met aftrek van voorarrest.
7.2.
Standpunt van de verdediging
De verdediging heeft betoogd dat de door de officier van justitie gevorderde strafeis twee keer zo hoog is dan het oriëntatiepunt ten aanzien van verkrachting van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht (hierna: LOVS), te weten een gevangenisstraf van 2 jaren. De raadsman ziet in deze zaak geen aanleiding voor deze verhoging.
7.3.
Oordeel van de rechtbank
De hierna te noemen strafoplegging is in overeenstemming met de ernst van het bewezen geachte, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals daarvan ter terechtzitting is gebleken.
De rechtbank heeft bij de keuze tot het opleggen van een vrijheidsbenemende straf en bij de vaststelling van de duur daarvan in het bijzonder het volgende laten meewegen.
Verdachte heeft aangeefster gedwongen tot het verrichten van seksuele handelingen met verdachte. Zij heeft hem moeten pijpen en hij heeft zijn penis in haar vagina gebracht waarna zij geslachtsgemeenschap met hem moest hebben. Verdachte heeft haar hierbij aan de haren getrokken en diverse malen geslagen. Hij heeft ook tegen haar gezegd dat ze een hoer was en dat hij haar kapot zou maken.
Dergelijk handelen getuigt van een totale respectloosheid aan de zijde van verdachte. Ter bevrediging van zijn eigen lustgevoelens heeft hij een ernstige inbreuk gemaakt op de geestelijke en lichamelijke integriteit van aangeefster en heeft hij het zelfbeschikkingsrecht op haar lichaam op grove wijze geschonden. De kans is reëel dat aangeefster door dit handelen nog lange tijd psychische schade zal ondervinden.
In de oriëntatiepunten voor straftoemeting en LOVS-afspraken is voor verkrachting een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 2 jaren als uitgangspunt genoemd. De rechtbank weegt in het nadeel van verdachte mee dat hij geen enkel inzicht heeft getoond in de laakbaarheid van zijn handelen. Strafverzwarend is ook dat uit een uittreksel uit de justitiële documentatie van 24 maart 2016 blijkt dat de verdachte eerder, zij het lang geleden (in 1992), is veroordeeld wegens verkrachting.
Verder heeft de rechtbank rekening gehouden met een reclasseringsadvies van 19 mei 2015, opgemaakt door reclasseringswerker I.S.M. Kamphuis, waarin wordt geadviseerd om verdachte een deels voorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen met de volgende bijzondere voorwaarden:
- meldplicht;
- ambulante behandeling;
- ambulante woonbegeleiding;
- locatiegebod mits verdachte beschikt over een geschikt bevonden woonlocatie en zodoende in aanmerking komt voor elektronische controle;
- alcoholverbod;
- drugsverbod.
Uit een reclasseringsadvies beknopt zonder diagnose van 27 mei 2015, opgemaakt door reclasseringswerker I.S.M. Kamphuis, blijkt dat het toepassen van elektronische controle niet mogelijk is omdat niet aan alle voorwaarden kan worden voldaan.
De rechtbank acht, alles afwegende, een gevangenisstraf van 30 maanden waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren en oplegging van de in het reclasseringsadvies van 19 mei 2015 genoemde bijzondere voorwaarden, met uitzondering van het locatiegebod, passend en geboden.

8.Benadeelde partij

[slachtoffer] heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert een bedrag van € 5.000,00, bestaande uit immateriële schade, ten gevolge van het aan verdachte ten laste gelegde feit.
8.1
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie stelt zich op het standpunt dat de vordering voor de helft moet worden toegewezen. Hoewel verdachte en [X] niet dezelfde feiten worden verweten, is er volgens haar weinig onderscheid te maken wie van deze twee personen de immateriële schade bij aangeefster heeft veroorzaakt.
8.2
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft betoogd dat de vordering van de benadeelde partij moet worden afgewezen dan wel niet ontvankelijk moet worden verklaard in verband met de door hem bepleite vrijspraak.
Indien de rechtbank tot een bewezenverklaring komt heeft hij aangevoerd dat een lager bedrag dan het gevorderde bedrag kan worden toegewezen. In de toelichting op de vordering worden uitspraken vermeld die ernstiger van aard zijn dan in de onderhavige zaak. Er is geen onderbouwing van de psychologische gevolgen van het ten laste gelegde voor de benadeelde partij.
8.3
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank waardeert de immateriële schade van de benadeelde partij [slachtoffer] op
€ 3.000,00. Dit bedrag komt voor vergoeding in aanmerking. De rechtbank zal daarom de vordering tot het bedrag van € 3.000,00 toewijzen, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente vanaf 15 februari 2015 tot de dag van volledige betaling.
De benadeelde partij heeft meer gevorderd dan de rechtbank hiervoor heeft toegewezen. De behandeling van de vordering levert voor dat deel een onevenredige belasting van het strafgeding op. De rechtbank zal daarom de benadeelde partij in dat deel van de vordering niet-ontvankelijk verklaren en bepalen dat de vordering voor dat deel slechts bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht.
Verdachte zal ook worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zal maken. Deze kosten worden tot op dit moment begroot op nihil.
Als extra waarborg voor betaling zal de rechtbank ten behoeve van [slachtoffer] aan verdachte de verplichting opleggen tot betaling aan de Staat van het bedrag van € 3.000,00, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente vanaf 15 februari 2015 tot de dag van volledige betaling. Als door verdachte niet wordt betaald, zal deze verplichting worden vervangen door 40 dagen hechtenis, waarbij toepassing van de hechtenis de betalingsverplichting niet opheft.
De betaling die is gedaan aan de Staat wordt op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer] in mindering gebracht. Dit geldt andersom ook indien betaling is gedaan aan de benadeelde partij.

9.Tenuitvoerlegging voorwaardelijke veroordeling

Bij vonnis van de politierechter te Arnhem van 13 november 2013 (parketnummer
05-132189-13 ) is verdachte onder meer veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van 2 weken met een proeftijd van 2 jaren. Verdachte heeft zich binnen de proeftijd opnieuw schuldig gemaakt aan een strafbaar feit. Om die reden zal deze straf alsnog ten uitvoer gelegd worden.

10.Toepasselijke wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen 14a, 14b, 14c, 14d, 14g, 24c, 36f en 242 van het Wetboek van Strafrecht zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

11.Beslissing

De rechtbank:
Verklaart bewezen dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 4.3.4 is vermeld.
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Het bewezen verklaarde levert op:
Verkrachting.
Verklaart het bewezene strafbaar.
Verklaart verdachte, daarvoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van
30 maanden.
Beveelt dat de tijd die door veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van die straf in mindering gebracht zal worden.
Beveelt dat een gedeelte, groot 6 maanden, van deze gevangenisstraf niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij later anders wordt gelast.
Stelt daarbij een proeftijd van 2 (twee) jaren vast.
De tenuitvoerlegging kan worden gelast, indien veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd niet aan de volgende voorwaarden houdt.
Stelt als algemene voorwaarden dat veroordeelde
1. zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
2. ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
en
3. medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen.
De tenuitvoerlegging kan ook worden gelast indien veroordeelde gedurende de proeftijd de hierna vermelde bijzondere voorwaarden niet naleeft.
Stelt als bijzondere voorwaarden dat veroordeelde:
4. zich moet melden bij Iriszorg Reclassering, momenteel op het adres Nieuwe Oeverstraat 65 te Arnhem, te bereiken op telefoonnummer 088-6061600, vanaf zijn vertrek uit hechtenis of zoals gepland in zijn detentiefasering, met als doel zich te houden aan de meldplicht en de aanwijzingen en afspraken met de reclassering, zo lang de reclassering dit noodzakelijk acht;
5. zich laat behandelen voor zijn agressieproblemen bij Kairos, instelling voor ambulante behandeling of soortgelijke ambulante forensische zorg, zulks ter beoordeling van de reclassering, waarbij veroordeelde zich zal houden aan de aanwijzingen die hem in het kader van die behandeling door of namens de instelling/behandelaar zullen worden gegeven. Veroordeelde kan tijdens het reclasseringstoezicht worden aangemeld via IFZO;
6. zich laat behandelen voor zijn seksuele problemen bij een instelling voor ambulante hulpverlening, zulks ter beoordeling van de reclassering, waarbij de verdachte zich zal houden aan de aanwijzingen die hem in het kader van de behandeling door of namens de instelling/behandelaar zullen worden gegeven. Veroordeelde kan tijdens het reclasseringstoezicht worden aangemeld via IFZO
7. meewerkt met ambulante woonbegeleiding en zich begeleidbaar opstelt en zich houdt aan de binnen de woonbegeleiding gemaakte afspraken;
8. geen alcohol gebruikt zo lang de reclassering dit noodzakelijk acht. De controle op naleving van de bijzondere voorwaarde zal plaatsvinden door middel van periodiek afnemen van een blaastest en/of bloedonderzoek;
9. geen drugs gebruikt zo lang de reclassering dit noodzakelijk acht. De controle op naleving van de bijzondere voorwaarde zal plaatsvinden door middel van periodiek afnemen van urinecontrole en/of bloedonderzoek.
Geeft aan Tactus Verslavingszorg opdracht veroordeelde toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden.
Wijst de vordering van [slachtoffer] toe tot een bedrag van € 3.000,00 (zegge drieduizend euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 15 februari 2015 tot de dag van de algehele voldoening.
Veroordeelt verdachte tot betaling van het toegewezen bedrag aan [slachtoffer] voornoemd.
Veroordeelt verdachte voorts in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil.
Bepaalt dat de benadeelde partij voor het overige niet ontvankelijk in de vordering is en bepaalt dat dit gedeelte kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter.
Legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [slachtoffer] , € 3.000,00 (zegge drieduizend euro) aan de Staat te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 15 februari 2015 tot de dag van de algehele voldoening, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door hechtenis van 40 dagen. De toepassing van die hechtenis heft de hiervoor opgelegde verplichting niet op.
Bepaalt dat, indien en voor zover verdachte aan een van de genoemde betalingsverplichtingen heeft voldaan, daarmee de andere is vervallen.
Wijst de vordering tenuitvoerlegging met parketnummer 05-132189-13 toe.
Gelast de tenuitvoerlegging van de door de politierechter in de rechtbank Arnhem bij vonnis van 13 november 2013 opgelegde voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 2 weken.
Dit vonnis is gewezen door
mr. J. Ebbens, voorzitter,
mrs. C.A.M. van Straalen-Coumou en M.S. Mehilal, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. J.M.T. Bouwman-Everhardus, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 2 augustus 2016.
Mr. C.A.M. van Straalen-Coumou is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
BIJLAGE : De tenlastelegging
hij op of omstreeks 15 februari 2015 te Utrecht, althans in het arrondissement Midden-Nederland, door geweld en/of een andere feitelijkheid en/of door bedreiging met geweld en/of een andere feitelijkheid bestaande uit het meermalen, althans éénmaal (telkens) (nadat die [slachtoffer] in een voor haar onbekende woning naakt wakker was geworden met bloed op haar gezicht)
- die [slachtoffer] van bed trekken en/of te sleuren en/of een kopstoot geven en/of
- ( op dwingende toon) tegen die [slachtoffer] zeggen: '"Kom hier"en/of "Nee, je gaat mij nu pijpen" en/of dat zij een hoer is en dat hij haar kapot zou maken, althans woorden van gelijke aard en/of strekking en/of
- die [slachtoffer] (met kracht) aan haar haren trekken en/of (met kracht) in het gezicht slaan/stompen en/of
- voornoemde handelingen en/of nagenoemde (seksuele) handelingen voortgezet en/of hervat ondanks dat die [slachtoffer] meermalen, althans éénmaal verbaal en/of non-verbaal had te kennen had gegeven dit niet te willen (onder meer door hem te vragen/smeken te stoppen en/of gevraagd of ze naar de badkamer mocht en/of te zeggen dat ze (die handelingen) niet wou en/of dat ze weg wou en/of nee te zeggen),
[slachtoffer] heeft gedwongen tot het ondergaan van handelingen die hebben bestaan uit of mede hebben bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, immers heeft hij, verdachte, meermalen, althans éénmaal (telkens)
- die [slachtoffer] hemzelf doen/laten pijpen, althans zijn penis in de mond van die [slachtoffer] geduwd, gebracht, gehouden en/of (heen en weer) bewogen, althans die [slachtoffer] haar mond om zijn penis doen/laten brengen, houden en/of (heen en weerbewegen) en/of
- zijn penis in de vagina van die [slachtoffer] geduwd, gebracht, gehouden en/of (heen en weer) bewogen, althans die [slachtoffer] zijn penis in haar vagina doen/laten brengen en/of houden.

Voetnoten

1.Indien hierna wordt verwezen naar paginanummers, wordt hierbij verwezen naar een bijlage bij het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van de politie Utrecht, nummer PL0900-2015050464, van 17 februari 2015, doorgenummerde pagina’s 1 tot en met 91; het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van de politie Utrecht, nummer PL0900-2015050464, van 19 februari 2015, doorgenummerde pagina’s 92 tot en met 146; het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van de politie Midden-Nederland, nummer 2015050464, van 2 maart 2015, doorgenummerde pagina’s 147 tot en met 356; het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van de politie Midden-Nederland, nummer 2015050464, van 31 mei 2016, doorgenummerde pagina’s 357 tot en met 365.
2.Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer] , doorgenummerde pagina 50.
3.Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer] , doorgenummerde pagina 51.
4.Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer] , doorgenummerde pagina 48.
5.Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer] , doorgenummerde pagina 51.
6.Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer] , doorgenummerde pagina 50.
7.Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer] , doorgenummerde pagina 51.
8.Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer] , doorgenummerde pagina 51.
9.Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer] , doorgenummerde pagina 48.
10.Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer] , doorgenummerde pagina 50.
11.Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer] , doorgenummerde pagina 51.
12.Proces-verbaal van verhoor van [slachtoffer] , doorgenummerde pagina 107.
13.Proces-verbaal van verhoor van [slachtoffer] , doorgenummerde pagina 108.
14.Proces-verbaal van verhoor van [slachtoffer] bij de rechter-commissaris op 21 januari 2016, pagina 2.
15.Proces-verbaal van verhoor van [slachtoffer] bij de rechter-commissaris op 21 januari 2016, pagina 3.
16.Proces-verbaal van verhoor van [slachtoffer] bij de rechter-commissaris op 21 januari 2016, pagina 4.
17.Een geschrift, inhoudende een medische verklaring, doorgenummerde pagina 110.
18.Proces-verbaal van verhoor van [getuige] , doorgenummerde pagina 55.
19.Proces-verbaal van verhoor van [getuige] , doorgenummerde pagina 56.
20.Proces-verbaal van bevindingen, doorgenummerde pagina 73.
21.Proces-verbaal van bevindingen, doorgenummerde pagina 74.
22.Proces-verbaal van bevindingen, doorgenummerde pagina 75.
23.Proces-verbaal van binnentreden woning, doorgenummerde pagina 32.
24.Proces-verbaal van bevindingen, doorgenummerde pagina 69.
25.Een geschrift, inhoudende een herzien rapport onderzoek naar biologische sporen en DNA-onderzoek naar aanleiding van een aangifte van een zedenmisdrijf gepleegd in Utrecht op 15 februari 2015, van 22 mei 2015, zaaknummer 2015.02.20.079 (aanvraag 002), pagina 1.
26.Een geschrift, inhoudende een herzien rapport onderzoek naar biologische sporen en DNA-onderzoek naar aanleiding van een aangifte van een zedenmisdrijf gepleegd in Utrecht op 15 februari 2015, van 22 mei 2015, zaaknummer 2015.02.20.079 (aanvraag 002), pagina 2.
27.Verklaring van verdachte ter terechtzitting van 19 juli 2016.
28.Proces-verbaal van verhoor van verdachte, doorgenummerde pagina 119.