Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
kantonrechter
wonende te [woonplaats] ,
verzoeker in het verzoek,
verweerster in het verzoek,
1.De procedure
dienst getreden bij [verweerster in het verzoek/verzoekster in het tegenverzoek] in de functie van Drukker, tegen een bruto maandsalaris van
€ 1.747,10, exclusief vakantietoeslag en overige emolumenten, op basis van een fulltime dienstverband.
4 en 5 als volgt:
3.Het geschil
- het achterstallige loon over de maanden februari en maart 2016 van € 1.747,- bruto per maand, vermeerderd met de wettelijke verhoging en wettelijke rente vanaf de dag van opeisbaarheid,
€ 3.272,40;
4.De beoordeling
geval, in onderling verband en samenhang, in aanmerking te worden genomen, waaronder de aard en de ernst van hetgeen de werkgever als dringende reden aanmerkt, en verder onder meer de aard van de dienstbetrekking, de duur ervan en de wijze waarop de werknemer de dienstbetrekking heeft vervuld, alsmede de persoonlijke omstandigheden van de werknemer, zoals zijn leeftijd en de gevolgen die het ontslag op staande voet voor hem zouden hebben. De stelplicht en de bewijslast ten aanzien van het bestaan van een dringende reden liggen bij de werkgever.
getuigenverhoren in persoon (bij rechtspersoon: rechtsgeldig vertegenwoordigd) aanwezig zijn. Indien een partij zonder gegronde reden niet verschijnt, kan dit nadelige gevolgen voor die partij hebben.
5.De beslissing
- de namen en woonplaatsen van de getuigen dient op te geven;
- moet opgeven op welke dagen alle partijen, hun (eventuele) gemachtigden en de getuigen in de drie maanden nadien verhinderd zijn; zij dient bij die opgave ten minste vijftien dagdelen vrij te laten waarop het getuigenverhoor zou kunnen plaatsvinden;
- voor het opgeven van verhinderdata geen uitstel zal worden verleend;
- indien [verweerster in het verzoek/verzoekster in het tegenverzoek] geen gebruik maakt van de mogelijkheid om verhinderdata op te geven de rechter eenzijdig een datum zal bepalen waarvan dan in beginsel geen wijziging meer mogelijk is;
- het getuigenverhoor zal kunnen worden bepaald op een niet daarvoor opgegeven dagdeel, indien bij de opgave minder dan het hiervoor verzochte aantal dagdelen zijn vrijgelaten;