2.2.In de ruilovereenkomst is – voor zover relevant – voorts nog het volgende bepaald:
“
Artikel 3 Bebouwingsmogelijkheden voor [eiser]
1. Voor het realiseren van een nieuwe woning ten behoeve van [eiser] op de
[xkavel] kan [eiser] kiezen tussen de twee hierna onder a.I. en onder a.II. genoemde opties.
a.I. De gemeente zal aan [eiser] een tegemoetkoming in de bouwkosten voor het realiseren van
een woning verstekken van € 202.000,00 (…) (exclusief BTW);
a.II. De gemeente zal ten behoeve van [eiser] een nieuwe woning realiseren, waarbij de volgende uitgangspunten gelden:
1) Er wordt een huis met gelijke inhoud en van vergelijkbare kwaliteit en uitvoering gerealiseerd als
de huidige woning van [eiser] . (…)
2) Voor de bouwkosten van de te realiseren woning zoekt de gemeente aansluiting bij het hierboven,
onder a.I. genoemde bedrag. Het risico op meer- en minderkosten in dit kader ligt bij de gemeente;
3) Eventuele meerkosten als gevolg van gewijzigde wet- en regelgeving (onder andere strengere eisen
bouwbesluit) zijn voor rekening van de gemeente;
4) Beide partijen kiezen ieder een deskundige aannemer, die vervolgens samen een derde kiezen.
Deze derde deskundige stelt een programma van eisen en een kostenraming op, waaraan partijen zich
committeren en waarbij geldt dat aanvullende en/of extra eisen voor rekening van [eiser]
komen;
(…)
3. [eiser] is verplicht bij het realiseren van een woning op de [Ykavel] en – in
geval van optie II (artikel 3.1.a.II) – op de [xkavel] :
i) een volledige bouwaanvraag in te dienen bij het bevoegde overheidsorgaan voor de te realiseren bebouwing op de [Ykavel] - en/of op de [xkavel] binnen twaalf (12) weken na oplevering van de bouwrijpe kavel aan [eiser] door de gemeente;
ii) binnen zes (6) maanden na afgifte van een bruikbare bouwvergunning te starten met de bouw van de geplande bebouwing op de [Ykavel] - en/of op de [xkavel] en vervolgens het bouwproces in één ononderbroken bouwstroom binnen twaalf (12) maanden te voltooien en aan zich te laten opleveren.
(…)
6. Voor alle te realiseren bouwwerken geldt dat deze dienen te voldoen aan de stedenbouwkundige en architectonische uitgangspunten zoals verwoord in het Bestemmingsplan, inclusief de Toelichting (…)
7. [eiser] ziet voor het overige af van alle rechten om gebruik te maken van de bouwmogelijkheden (inclusief vrijstellingen) in het geldende bestemmingsplan “Eerste Herziening Bestemmingsplan Plassengebied” voor zijn nieuwe percelen en ziet af van het gebruik maken van alle verleende en nog niet of niet volledig gebruikte vergunningen.
(…)
10. a. De aanvraag van de bouwvergunning voor de te realiseren woning op de [xkavel] geschiedt door degene die gaat bouwen. Belasting(en) en leges met betrekking tot die bouwvergunning zullen worden betaald en gedragen door degene die bouwt.
11. Het in dit artikel bepaalde zal geschieden conform het vastgestelde bestemmingsplan Dorpscentrum Oud- Loosdrecht .
12. De planning is erop gericht om de te bouwen woning op de [xkavel] door de gemeente op te leveren in het derde kwartaal van het jaar 2011, welke planning slechts indicatief is bedoeld, evenals het streven van de gemeente om de [xkavel] eind 2010 in bouwrijpe staat op te leveren.
Artikel 4 Overige bijzondere bepalingen
(…)
5. De partijen zullen zich tot het uiterste inspannen om een dusdanige planning en afstemming te maken dat de uitvoering van het totale project geen vertraging zal opleveren. Uitgangspunt daarbij is dat [eiser] geen gebruik zal maken van een tijdelijke bewoning. Partijen zullen samen beslissen of tijdelijke bewoning noodzakelijk is/zal zijn. Onder noodzakelijk dient in dit verband te worden begrepen: omstandigheden of een situatie die onacceptabele overlast veroorzaakt door geluid en/of trillingen of wanneer een objectief vast te stellen onveilige situatie is ontstaan dan wel op grond van aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid zal ontstaan. Hieronder valt evenwel in ieder geval niet: activiteiten met betrekking tot het bouwrijp maken van de percelen (…). Indien [eiser] met instemming van de gemeente gebruik maakt van een tijdelijke bewoning, heeft [eiser] recht op een vergoeding van de gemeente van maximaal € 3.500,- per maand, waarin de verhuiskosten zijn inbegrepen. Het bepalen van de locatie voor evenals van de duur van de tijdelijke bewoning vindt in dat geval in overleg plaats.”