ECLI:NL:RBMNE:2016:4347

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
12 juli 2016
Publicatiedatum
29 juli 2016
Zaaknummer
16/711974-10
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verduistering in dienstbetrekking door directeur van vennootschappen

In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 12 juli 2016 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die als directeur van twee vennootschappen werd beschuldigd van verduistering in dienstbetrekking. De verdachte, die niet op de zitting verscheen, werd ervan beschuldigd in de periode van 7 januari 2008 tot en met 27 februari 2009 geldbedragen te hebben verduisterd die toebehoorden aan [bedrijf 1] B.V. en [bedrijf 2] B.V. De tenlastelegging omvatte verschillende bedragen, waaronder een pintransactie van € 11.000,00, huurbetalingen en de aanschaf van vliegtickets, die hij had gefinancierd met geld van de vennootschappen. De rechtbank oordeelde dat de dagvaarding geldig was en dat de rechtbank bevoegd was om kennis te nemen van de zaak. De officier van justitie achtte de feiten wettig en overtuigend bewezen, terwijl de verdediging niet kon worden gehoord omdat de verdachte niet was verschenen. De rechtbank concludeerde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan verduistering en medeplegen van verduistering, en legde een gevangenisstraf van 15 maanden op. De rechtbank overwoog dat de verdachte het vertrouwen van zijn werkgever had geschonden en geen verantwoordelijkheid had genomen voor zijn daden. De beslissing was gebaseerd op de artikelen 47, 57, 321 en 322 van het Wetboek van Strafrecht.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Afdeling Strafrecht
Zittingslocatie Utrecht
Parketnummer: 16/711974-10 (P)
Vonnis van de meervoudige strafkamer van 12 juli 2016
in de strafzaak tegen
[verdachte] ,
geboren op [1966] te (land onbekend),
wonende te [adres] , [...] [woonplaats] (Zwitserland).

1.Het onderzoek ter terechtzitting

Het onderzoek ter terechtzitting heeft plaatsgevonden op 28 juni 2016. De verdachte is niet verschenen.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie.

2.Tenlastelegging

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
1. in de periode 7 januari 2008 tot en met 27 februari 2009 opzettelijk zich geldbedragen, toebehorend aan [bedrijf 1] B.V. en/of [bedrijf 2] B.V., wederrechtelijk heeft toegeëigend, welke geldbedragen hij uit hoofde van zijn persoonlijke dienstbetrekking als directeur onder zich had, ter financiering van vijf (race)-auto’s;
2. in de periode 18 april 2007 tot en met 17 februari 2009 opzettelijk zich geldbedragen, toebehorend aan [bedrijf 1] B.V. en/of [bedrijf 2] B.V., wederrechtelijk heeft toegeëigend, welke geldbedragen hij uit hoofde van zijn persoonlijke dienstbetrekking als directeur onder zich had, te weten een pintransactie van € 11.000,00, een huurbetaling van € 10.350,00 en de aanschaf van vliegtickets ten bedrage van € 1.052,82;
3. in de periode 1 september 2008 tot en met 23 januari 2009 telkens samen met een ander telkens opzettelijk zich geldbedragen, toebehorend aan [bedrijf 1] B.V. en/of [bedrijf 2] B.V., wederrechtelijk heeft toegeëigend, welke bedragen hij uit hoofde van zijn persoonlijke dienstbetrekking als directeur onder zich had, te weten een geldbedrag van € 17.650,00 (ter betaling van een factuur van Piet Klerkx) en een geldbedrag van € 24.349,50 (ter betaling van meerdere facturen van BOS Keuken- en Baddesign).

3.Voorvragen

De dagvaarding is geldig, deze rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde feit en de officier van justitie is ontvankelijk. Er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.Waardering van het bewijs

4.1
Het standpunt van het Openbaar Ministerie
De officier van justitie acht de ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend bewezen.
4.2
Het standpunt van de verdediging
Verdachte is niet op de zitting verschenen, en evenmin op eerdere zittingen, zodat de rechtbank geen kennis heeft kunnen nemen van zijn standpunt.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank gaat op grond van de wettige bewijsmiddelen van de volgende feiten en omstandigheden uit. [1]
Op 8 januari 2010 heeft mr. [aangever] namens [bedrijf 1] B.V. (voorheen genaamd [naam bedrijf] B.V.) en [bedrijf 2] B.V., beide gevestigd te [vestigingsplaats] , aangifte [2] gedaan van verduistering in dienstbetrekking dan wel verduistering bij beroep. Genoemde vennootschappen zijn groepsmaatschappijen van [naam] AG, gevestigd te Duitsland, en hebben tot doel om in Nederland diensten, producten en onderdelen op het gebied van de mechatronica en biotechnologie te verhandelen.
De aangifte richtte zich tegen [A] (hierna: [A] ), voormalig accountant van voornoemde vennootschappen, wegens deelneming aan een of meer strafbare feiten gepleegd door [verdachte] , statutair directeur van voornoemde vennootschappen, en tegen [verdachte] (hierna: [verdachte] ).
Bij interne controle binnen de [naam] -groep in het voorjaar van 2009 zijn, aldus aangeefster, opmerkelijke (geld)transacties aan het licht gekomen, zoals de aanschaf van (race) auto’s, de opname van een geldbedrag van € 11.000,00, de betaling van de huur van een woning in Aken ten bedrage van € 10.350,00 en de betaling van vliegtickets naar Glasgow en Mallorca ten bedrage van € 1.052,82. Daarnaast is er een bedrag van
€ 17.650,00 overgemaakt aan Piet Klerkx, ten behoeve van de woninginrichting van de woning van [A] in Alphen aan den Rijn, en is er een bedrag van € 24.349,50 overgemaakt aan BOS Keuken- en Baddesign voor diverse werkzaamheden die volgens de facturen betrekking hebben op de renovatie en uitbreiding van toiletunits en de reparatie van leidingen, welke werkzaamheden niet zijn verricht aan het pand van [bedrijf 1] B.V.
Op kosten van [bedrijf 1] B.V. zijn in de periode januari 2008 tot en met maart 2009 aangekocht een BMW Z4 voor € 49.980,00 [3] , drie race-auto’s voor de SeatLeonSupercopa 2009 voor € 200.730,00 [4] en een Seat voor € 49.500,00 [5] .
In de arbeidsovereenkomst tussen [naam bedrijf] B.V. en [verdachte] van 1 maart 2005 [6] is bepaald dat [verdachte] voorafgaande schriftelijke toestemming nodig heeft van [naam] AG voor investeringen die het budget te boven gaan. Sinds 28 januari 2003 gold [7] binnen de [naam] -groep daarenboven de procedure dat voor alle investeringen (capital expenditures) boven € 5.000,00 via het daartoe bestemde Capex Application Form toestemming gevraagd moet worden.
Uit het controleverslag van 6 juli 2009 blijkt dat deze uitgaven als kosten, onder andere benamingen, zijn weggeboekt. [8]
[verdachte] was van de vennootschappen statutair directeur, was zelfstandig bevoegd om de vennootschappen rechtsgeldig te vertegenwoordigen en verzorgde van die vennootschappen de boekhouding. [9]
[verdachte] heeft verklaard dat hij in 1998 als hoofd bedrijfsadministratie en controlling is gaan werken bij een firma, welke firma in 2000 door [naam] is overgenomen, en dat er op het gebied van investeringen afspraken waren dat bedragen hoger dan € 5.000,00 door de direct meerdere moesten worden goedgekeurd en dat daarvoor een formulier moest worden ingevuld. [10]
Getuige [getuige 1] heeft verklaard dat [verdachte] de financiële administratie en alle boekingen zelf deed, en dat [verdachte] zelf de post opende. [11]
Op 18 april 2007 heeft [verdachte] een bedrag van € 11.000,00 opgenomen van de bankrekening van [bedrijf 1] B.V. [12] Op 9 mei 2008 is ten laste van dezelfde bankrekening de huur betaald van de woning [adres] te [woonplaats] , ten bedrage van € 10.350,00. [13] En voorts zijn 4 vliegtickets Amsterdam-Glasgow v.v. en 2 vliegtickets Düsseldorf-Mallorca v.v. aangeschaft voor een totaalbedrag van € 1.052,82, op respectievelijk 23 januari 2009 en 13 februari 2009, ten behoeve van onder meer [verdachte] en [B] . [14]
[B] heeft van 15 mei 2008 tot en met 30 april 2010 gewoond op het adres [adres] te [woonplaats] . [15] [B] is de vriendin van [verdachte] . [16]
Getuige [getuige 2] , een broer van [verdachte] , heeft verklaard dat hij op uitnodiging van [verdachte] in maart 2009 een reis heeft gemaakt naar Schotland om vrienden uit de racerij te bezoeken. [17] Getuige [getuige 3] heeft verklaard dat hij op uitnodiging van [verdachte] in maart 2009 mee naar Glasgow is gegaan, en dat ze naar een rugbywedstrijd in Edinburgh zijn gegaan en kennissen van [verdachte] hebben bezocht. [18]
Door Piet Klerkx is op 16 oktober 2008 bij [bedrijf 1] B.V. een factuur in rekening gebracht van € 16.987,50. [19] Op 3 oktober 2008 is van de bankrekening van [naam bedrijf] B.V. een bedrag van € 17.650,00 afgeschreven ten behoeve van Piet Klerkx. [20] Zowel de factuur als de afschrijving vermelden het ordernummer [...] .
Door BOS Keuken- en Baddesign zijn in de periode 30 augustus 2008 tot en met 23 januari 2009 facturen ingediend bij [bedrijf 1] B.V. ten bedrage van totaal € 24.349,59. [21] De gefactureerde bedragen zijn afgeschreven van de bankrekening van [naam bedrijf] B.V. [22]
Bij de aankoop van de meubels bij Piet Klerkx is er nadrukkelijk op gewezen dat het factuuradres een ander adres moest worden dan het afleveradres. [23] De meubels zijn afgeleverd op het adres [adres] te [woonplaats] , met als contactpersoon [A] . [24]
[A] heeft op 27 april 2011 verklaard dat hij sinds september of oktober 2008 woont aan de [adres] te [woonplaats] . [25] Voorts heeft [A] verklaard [26] dat hij als zelfstandig accountant de volledigheid en de juistheid van de balansposten van de jaarrekening van [naam] vaststelde, met name de volledigheid van de omzet, de juistheid van de balansposten en de kosten. De auditor’s reports met betrekking tot [bedrijf 2] en [bedrijf 1] over de jaren 2007 en 2008 zijn ondertekend door [A] . [verdachte] accordeerde de te betalen facturen en de boekhouding werd verzorgd door [verdachte] , aldus [A] . [A] heeft tevens verklaard dat hij in het weekend van 1 oktober 2008 bij Natuzzi (onderdeel van DGM Meubelen waar tevens Piet Klerkx en Montel onderdeel van zijn [27] ) in Waalwijk meubels heeft uitgezocht en dat hij heeft verzocht de meubels af te leveren op het adres [adres] te [woonplaats] .
De opdrachtbevestiging van BOS Keuken- en Baddesign van 27 augustus 2008 is ondertekend door [A] , en de werkzaamheden van de betreffende firma zijn verricht in de woning aan de [adres] te [woonplaats] . [28] De factuur van BOS Keuken- en Baddesign is door [verdachte] betaald.
Getuige [getuige 4] heeft verklaard dat hij de facturen van BOS Keuken- en Baddesign op verzoek van [A] heeft verzonden aan [bedrijf 1] B.V. t.a.v. [verdachte] (met vermelding: Strikt vertrouwelijk) en dat [verdachte] volgens [A] degene was die over de betalingen ging. [29]
In de arbeidsovereenkomst tussen [naam bedrijf] B.V. en [verdachte] van 1 maart 2005 [30] is bepaald dat [verdachte] voorafgaande schriftelijke toestemming nodig heeft van [naam] AG voor het toekennen van leningen.
Bewijsoverwegingen
De rechtbank acht de ten laste gelegde feiten op grond van bovenstaande bewijsmiddelen wettig en overtuigend bewezen.

5.Bewezenverklaring

De rechtbank acht op grond van de in rubriek 4. genoemde bewijsmiddelen bewezen dat verdachte
1.
hijop
een of meertijdstippen in
of omstreeksde periode van 07 januari 2008 tot en met 27 februari 2009 in
de gemeente Nieuwegein, althans in het arrondissement Utrecht, in elk geval inNederland,
(telkens
)opzettelijk
een of meergeldbedragen tot een totaal van ongeveer
320.22,-- 300.000,00 Euro
, in elk geval enig geldbedrag(ter betaling/financiering van
vijf, in elk geval een ofmeer (race)auto's)),
in elk geval enig geldbedrag, dat /die (telkens)
geheel of ten deletoebehoorde(n) aan [bedrijf 1] B.V. (voorheen genoemd [naam bedrijf] B.V.) en/of [bedrijf 2] B.V,
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, en welk(e)
goed(eren)geldbedragen verdachte (telkens) uit hoofde van zijn persoonlijke dienstbetrekking van
/ alsdirecteur,
in elk gevalanders dan door misdrijf onder zich had, wederrechtelijk zich heeft toegeëigend;
2.
hijop
een of meertijdstippen in
of omstreeksde periode van 18 april 2007 tot en met 17 februari 2009 in
de gemeente Nieuwegein, althans in het arrondissement Utrecht, in elk geval inNederland, (telkens) opzettelijk
- op of omstreeks 18 april 2007 een geldbedrag van ongeveer 11.000,-- Euro, (pintransactie)
in elk geval enig geldbedragen
/of
- op of omstreeks 09 mei 2008 een geldbedrag van ongeveer 10.350,-- Euro (ter betaling van de huur van de woning [adres] te [woonplaats] ),
in elk geval enig geldbedragen
/of
- op of omstreeks 17 februari 2009 een geldbedrag van in totaal ongeveer 1.052,82 (ter betaling van vliegtickets naar Glasgow en Mallorca),
in elk geval
eniggeldbedragen
dat /die (telkens) geheel of ten dele toebehoorde(n) aan [bedrijf 1] B.V. (voorheen genoemd [naam bedrijf] B.V.) en/of [bedrijf 2] B.V.,
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte,en welk(e)
goed(eren)geldbedragen verdachte (telkens) uit hoofde van zijn persoonlijke dienstbetrekking van
/ alsdirecteur,
in elk gevalanders dan door misdrijf onder zich had, wederrechtelijk zich heeft toegeëigend;
3.
hijop
een of meertijdstippen in
of omstreeksde periode van 01 september 2008 tot en met 23 januari 2009 in
de gemeente Nieuwegein, althans in het arrondissement Utrecht, in elk geval inNederland (telkens) tezamen en in vereniging met een ander
of anderen, althans alleen, (telkens) opzettelijk een geldbedrag van ongeveer 17.650,--, (ter betaling van een factuur van Piet Klerkx)
in elk geval enig geldbedragen
/ofeen geldbedrag van in totaal ongeveer 24.349,50 Euro, (ter betaling van
een of meerfacturen van Bos Keuken- en Baddesign),
in elk geval enig geldbedrag, dat /die (telkens)
geheel of ten deletoebehoorde(n) aan [bedrijf 1] B.V. (voorheen genoemd [naam bedrijf] B.V.) en/of [bedrijf 2] B.V,
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en / of zijn mededader(s),en welk(e)
goed(eren)geldbedragen verdachte
en / of zijn mededader(s)(telkens) uit hoofde van zijn persoonlijke dienstbetrekking van
/ alsdirecteur,
in elk gevalanders dan door misdrijf onder zich had
(den), wederrechtelijk zich heeft
/hebbentoegeëigend.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten staan, zijn deze verbeterd. Verdachte is hierdoor niet in de verdediging geschaad.

6.De strafbaarheid van de feiten

De bewezen geachte feiten zijn volgens de wet strafbaar als
1 en 2:
telkens: verduistering gepleegd door hem die het goed uit hoofde van zijn persoonlijke dienstbetrekking onder zich heeft;
3.
medeplegen van verduistering, meermalen gepleegd, door hem die het goed uit hoofde van zijn persoonlijke dienstbetrekking onder zich heeft;
Het bestaan van een rechtvaardigingsgrond is niet aannemelijk geworden.

7.De strafbaarheid van verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.Motivering van de straffen en maatregelen

8.1.
De eis van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte voor de door hem bewezen geachte feiten zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van 15 maanden.
8.2.
Het oordeel van de rechtbank
De hierna te noemen strafoplegging is in overeenstemming met de ernst van het bewezen geachte, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte.
De rechtbank heeft bij de keuze tot het opleggen van een vrijheidsbenemende straf en bij de vaststelling van de duur daarvan in het bijzonder het volgende laten meewegen.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan verduistering in dienstbetrekking. Verdachte heeft over een periode van bijna 2 jaren geldbedragen van zijn werkgever verduisterd. Door zijn handelen heeft verdachte het vertrouwen van zijn werkgever geschonden. Verdachte heeft ook op geen enkele manier verantwoordelijkheid genomen voor zijn strafbaar handelen.
Bij het bepalen van de op te leggen straf heeft de rechtbank gekeken naar de oriëntatiepunten voor straftoemeting. Voor fraude met een benadelingshandeling van
€ 250.000,00 tot € 500.000,00, zoals in deze zaak aan de orde is, wordt in de oriëntatiepunten uitgegaan van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 12 tot 18 maanden.
Wat betreft de persoon van verdachte heeft de rechtbank gelet op de inhoud van een de verdachte betreffend uittreksel uit de justitiële documentatie van 2 mei 2016, waaruit blijkt dat verdachte niet eerder is veroordeeld voor een soortgelijk delict.
Gelet op de ernst van de feiten, het hoge benadelingsbedrag en de lange pleegperiode, is de rechtbank van oordeel dat uitsluitend een onvoorwaardelijke gevangenisstraf op zijn plaats is. De rechtbank acht een gevangenisstraf van 15 maanden passend en geboden. Daarbij is rekening gehouden met de duur van de procedure.

9.Toepasselijke wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen 47, 57, 321, 322 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.
De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.

10.Beslissing

De rechtbank:
Bewezenverklaring
- verklaart bewezen dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
Strafbaarheid
- verklaart het bewezenverklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:

1 en 2:

telkens: verduistering gepleegd door hem die het goed uit hoofde van zijn persoonlijke dienstbetrekking onder zich heeft;
3.
medeplegen van verduistering meermalen gepleegd door hem die het goed uit hoofde van zijn persoonlijke dienstbetrekking onder zich heeft;
- verklaart verdachte daarvoor strafbaar;
Strafoplegging
- veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van
15 (vijftien) maanden.
Dit vonnis is gewezen door
mr. H.A. Gerritse, voorzitter,
mrs. A.G. Bakker en M.P. Glerum, rechters,
in tegenwoordigheid van A. Heijboer, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 12 juli 2016.
BIJLAGE : De tenlastelegging
Aan [verdachte] wordt ten laste gelegd dat
1.
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 07 januari 2008 tot en met 27 februari 2009 in de gemeente Nieuwegein, althans in het arrondissement Utrecht, in elk geval in Nederland, (telkens) opzettelijk een of meer geldbedragen tot een totaal van ongeveer 320.220,-- Euro, in elk geval enig geldbedrag (ter betaling/financiering van
vijf, in elk geval een of meer (race)auto's)), in elk geval enig geldbedrag, dat / die (telkens) geheel of ten dele toebehoorde(n) aan [bedrijf 1] B.V. (voorheen genoemd [naam bedrijf] B.V.) en/of [bedrijf 2] B.V, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, en welk(e) goed(eren) verdachte (telkens) uit hoofde van zijn persoonlijke dienstbetrekking van / als directeur, in elk geval anders
dan door misdrijf onder zich had, wederrechtelijk zich heeft toegeëigend;
(zaakdossier 1, parketnummer 711974-10)
art 321 Wetboek van Strafrecht
art 322 Wetboek van Strafrecht
2.
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 18 april 2007 tot en met 17 februari 2009 in de gemeente Nieuwegein, althans in het arrondissement Utrecht, in elk geval in Nederland, (telkens) opzettelijk
- op of omstreeks 18 april 2007 een geldbedrag van ongeveer 11.000,-- Euro, (pintransactie) in elk geval enig geldbedrag en/of
- op of omstreeks 09 mei 2008 een geldbedrag van ongeveer 10.350,-- Euro (ter betaling van de huur van de woning [adres] te Aken), in elk geval enig geldbedrag en/of
- op of omstreeks 17 februari 2009 een geldbedrag van in totaal ongeveer 1.052,82 (ter betaling van vliegtickets naar Glasgow en Mallorca),
in elk geval enig geldbedrag dat / die (telkens) geheel of ten dele toebehoorde(n) aan [bedrijf 1] B.V. (voorheen genoemd [naam bedrijf] B.V.) en/of [bedrijf 2] B.V., in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, en welk(e) goed(eren) verdachte (telkens) uit hoofde van zijn persoonlijke dienstbetrekking van / als directeur, in elk geval anders dan door misdrijf onder zich had,
wederrechtelijk zich heeft toegeëigend; (zaakdossier 2, parketnummer 711974-10)
art 321 Wetboek van Strafrecht
art 322 Wetboek van Strafrecht
3.
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 01 september 2008 tot en met 23 januari 2009 in de gemeente Nieuwegein, althans in het arrondissement Utrecht, in elk geval in Nederland (telkens) tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) opzettelijk een geldbedrag van ongeveer 17.650,--, (ter betaling van een factuur van Piet Klerkx) in elk geval enig geldbedrag en/of een geldbedrag van in totaal ongeveer 24.349,50 Euro, (ter betaling van een of meer facturen van Bos Keuken- en Baddesign), in elk geval enig geldbedrag, dat / die (telkens) geheel of ten dele toebehoorde(n) aan [bedrijf 1] B.V. (voorheen genoemd [naam bedrijf] B.V.) en/of [bedrijf 2] B.V, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en / of zijn mededader(s), en welk(e) goed(eren) verdachte en / of zijn mededader(s) (telkens) uit hoofde van zijn persoonlijke dienstbetrekking van / als directeur, in elk geval anders dan door misdrijf onder zich had(den), wederrechtelijk zich heeft/hebben toegeëigend;(zaakdossier 2, 711974-10)
art 321 Wetboek van Strafrecht
art 322 Wetboek van Strafrecht
art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht

Voetnoten

1.Voor zover niet anders vermeld, wordt in de hierna volgende voetnoten telkens verwezen naar bewijsmiddelen die zich in het aan deze zaak ten grondslag liggende dossier 096COUREUR bevinden, volgens de in dat dossier toegepaste nummering van 1 tot en met 1600 (4 ordners). Tenzij anders vermeld, gaat het daarbij om processen-verbaal, in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
2.De aangifte door mr. [aangever] , pagina 197-207.
3.Factuur Black Falcon d.d. 19 februari 2009 en bankafschrift d.d. 2 maart 2009, pagina 321 en 322.
4.Factuur Seat Deutschland GmbH d.d. 6 februari 2009 en bankafschrift d.d. 16 februari 2009, pagina 324-328.
5.Factuur LMS d.d. 2 januari 2008 en bankafschrift d.d. 7 januari 2008, pagina 330 en 331.
6.Arbeidsovereenkomst van 1 maart 2005, pagina 218-220.
7.E-mail van 28 januari 2003, pagina 552-554
8.Het controleverslag 101/2009 d.d. 6 juli 2009, pagina 251-256.
9.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 17 mei 2013, pagina 80.
10.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 17 mei 2013, pagina 100.
11.Het proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 1] d.d. 28 december 2010, pagina 158-166, in het bijzonder pagina 159.
12.Bankafschrift d.d. 23 april 2007, pagina 556.
13.Bankafschrift d.d. 12 mei 2008, pagina 558.
14.Maandafrekening Business Gold Card d.d. 17 februari 2009, pagina 560.
15.Aantekening bij het dossier d.d. 17 maart 2011, pagina 1193.
16.Het proces-verbaal van verhoor van [verdachte] d.d. 26 maart 2012, pagina 1522-1539, in het bijzonder pagina 1524.
17.Het proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 2] d.d. 4 januari 2011, pagina 141-143, in het bijzonder pagina 142
18.Het proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 3] d.d. 18 januari 2011, pagina 147-148, in het bijzonder pagina 148.
19.Factuur Piet Klerkx d.d. 16 oktober 2008, pagina 572-576.
20.Bankafschrift d.d. 6 oktober 2008, pagina 577.
21.Facturen BOS Keuken- en Baddesign, pagina’s 578, 580, 582, 583.
22.Bankafschriften, pagina’s 579, 581, 584.
23.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 6 oktober 2010, pagina 676-677.
24.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 29 september 2010, pagina 609-673, in het bijzonder pagina 609-610.
25.Het proces-verbaal van verhoor van [A] d.d. 27 april 2011, pagina 31-34, in het bijzonder pagina 32.
26.Het proces-verbaal van verhoor van [A] d.d. 27 april 2011, pagina 35-47, in het bijzonder pagina 37, 38, 39, 43
27.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 6 oktober 2010, pagina 676-677, in het bijzonder pagina 676.
28.Het proces-verbaal van verhoor van [A] d.d. 27 april 2011, pagina 35-47, in het bijzonder pagina 45.
29.Het proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 4] d.d. 17 december 2010, pagina 155-157, in het bijzonder pagina 156.
30.Arbeidsovereenkomst van 1 maart 2005, pagina 218-220.