Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
2.Het geschil
3.De beoordeling
500,00(2 punten x tarief € 250,00)
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 10 augustus 2016 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiseres en de besloten vennootschap Splendid Care B.V. De eiseres vorderde betaling van achterstallig loon, een eindejaarsuitkering en wettelijke verhogingen. De eiseres stelde dat Splendid Care tekort was geschoten in de nakoming van de arbeidsovereenkomst door geen loon, vakantietoeslag en eindejaarsuitkering te betalen over de periode van 23 november 2014 tot en met 20 april 2015. Splendid Care erkende de vordering tot betaling van het achterstallige loon, maar betwistte de wettelijke verhoging, rente en buitengerechtelijke incassokosten.
De kantonrechter oordeelde dat Splendid Care de vordering tot betaling van het achterstallige loon had erkend, waardoor deze voor toewijzing in aanmerking kwam. De wettelijke verhoging werd toegewezen op basis van artikel 7:625 BW, omdat de niet-tijdige betaling aan Splendid Care kon worden toegerekend. Ook de wettelijke rente werd toegewezen, aangezien deze niet was betwist. De eiseres had recht op vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten, die door Splendid Care niet waren betwist. De kantonrechter veroordeelde Splendid Care tot betaling van de gevorderde bedragen, inclusief de proceskosten, en verklaarde het vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
De uitspraak benadrukt het belang van tijdige betaling van loon door werkgevers en de gevolgen van niet-nakoming van arbeidsovereenkomsten. De kantonrechter heeft de vorderingen van de eiseres grotendeels toegewezen, met uitzondering van de subsidiaire en meer subsidiaire vorderingen, die zijn afgewezen.