2.2.In de statuten van OHM is het volgende bepaald over de raad van toezicht en de raad van bestuur:
“Naam, samenwerking en zetel.
Raad van Toezicht
Artikel 6.
1. De Stichting kent een Raad van Toezicht. De Raad van Toezicht heeft onder meer als taak:
a. het bewaken van de identiteit van de Stichting;
b. het toezicht op het beleid van de Raad van Bestuur, het functioneren van de Raad van Bestuur;
c. het toezicht op de algemene gang van zaken in de Stichting,
2. De Raad van Toezicht kan de Raad van Bestuur gevraagd en ongevraagd adviseren over alle aangelegenheden aangaande de Stichting,
3. De Raad van Bestuur verschaft de Raad van Toezicht tijdig de voor de uitoefening van diens taken en bevoegdheden noodzakelijke informatie en voorts aan ieder lid van de Raad alle inlichtingen betreffende de aangelegenheden van de Stichting die deze mocht verlangen. De Raad van Toezicht is bevoegd inzage te nemen en te doen nemen van alle boeken, bescheiden, overige gegevensdragers en correspondentie van de Stichting. De leden van de Raad van Toezicht hebben te allen tijde toegang tot alle bij de Stichting in gebruik zijnde ruimten en terreinen.
4. De Raad van Toezicht kan zich voor rekening van de Stichting in de uitoefening van zijn taak doen bijstaan door één of meer deskundigen.
(…)
Samenstelling en profiel.
Artikel 7.
1. De Stichting heeft een Raad van Toezicht welke bestaat uit tenminste drie en ten hoogste zes personen. De Raad van Toezicht is bij voorbaat een afspiegeling van stromingen binnen het Hindoeïsme in Nederland. In geval van vacatures hebben de organisaties genoemd in artikel 1, het recht om voordrachten te doen van onafhankelijke leden, die beantwoorden aan het profiel gesteld in lid 2 van dit artikel en nader uitgewerkt in een huishoudelijk reglement. De leden van de Raad hebben geen tegenstrijdig belang bij de benoeming. De Raad werft ook buiten de eigen kring.
2. Bij de samenstelling van de Raad van Toezicht dient te worden gestreefd naar het bijeenbrengen van zoveel mogelijk bestuurlijke en bedrijfseconomische kennis en betrokkenheid, in ieder geval op het financiële, juridische en bedrijfsorganisatorische vlak, alsmede kennis van de hindoefilosfie en kennis van de mediasector. Van leden van de Raad van Toezicht wordt verwacht dat zij bijdragen aan het ontstaan van een werkbare teamgeest en onderlinge betrokkenheid en in staat zijn tot onafhankelijke oordeelsvorming. Voordrachten door derden zijn derhalve niet bindend voor de Raad van Toezicht.
3. De leden van de Raad van Toezicht worden door de Raad van Toezicht benoemd.
4. Binnen twee maanden na het ontstaan van een vacature zal de Raad van Toezicht deze vervullen.
5. Een niet-voltallige Raad van Toezicht behoudt zijn bevoegdheden.
(…)
10. Een lid van de Raad van Toezicht verliest zijn functie:
(…)
e. door zijn vrijwillig aftreden;
f. door de aanvaarding van zijn benoeming tot Bestuurder van de Stichting;
(…)
Raad van Toezicht: werkwijze.
Artikel 8.
1. De Raad van Toezicht benoemt uit haar midden haar voorzitter.
2. De Raad van Toezicht vergadert tenminste zes keer per jaar.
3. In de vergaderingen van de Raad van Toezicht heeft ieder lid één stem. Alle besluiten worden genomen met volstrekte meerderheid van de uitgebrachte stemmen. Bij staking van de stemmen is het voorstel verworpen.
(…)
6. De bijeenroeping van de vergaderingen van de Raad van Toezicht geschiedt schriftelijk op een termijn van ten minste zeven dagen, onder opgave van de te behandelen onderwerpen. In spoedeisende gevallen, ter beoordeling van de voorzitter, kan de termijn van oproeping worden beperkt tot ten minste vierentwintig uur.
(…)
11. De Raad van Bestuur woont als regel de vergaderingen van de Raad van Toezicht bij, met dien verstande dat de Raad van Toezicht tenminste een keer per jaar vergadert buiten aanwezigheid van de Raad van Bestuur. De Raad van Bestuur heeft in een vergadering van de Raad van Toezicht een adviserende stem.
(…)
Goedkeuring Raad van Toezicht
Artikel 9.
1. Alvorens de Raad van Bestuur daar uitvoering aan geeft, behoeft een besluit van de Raad van Bestuur met betrekking tot de hierna te melden aangelegenheden de goedkeuring van de Raad van Toezicht, onverminderd het elders in deze statuten en/of reglementen bepaalde, te weten:
(…)
2. De Raad van Toezicht kan voorts bij afzonderlijk besluit een lijst maken van rechtshandelingen waarvoor de Raad van Bestuur de voorafgaande goedkeuring van de Raad van Toezicht behoeft.
(…)
Raad van Bestuur: samenstelling.
Artikel 10.
(…)
2. De (leden van de) Raad van Bestuur wordt (worden) benoemd door de Raad van Toezicht voor een periode gelijk aan de duur van de vigerende arbeidsovereenkomst.
3. De (leden van de) Raad van Bestuur kunnen te allen tijde met opgaaf van redenen worden geschorst door de Raad van Toezicht. De schorsing vervalt, indien de Raad van Toezicht niet binnen drie maanden na de datum van ingang van de schorsing besluit tot opheffing of handhaving van de schorsing. Een schorsing kan voor ten hoogste drie maanden worden gehandhaafd, ingaande de datum waarop het besluit tot handhaving van de schorsing werd genomen. De (betreffende leden van de) Raad van Bestuur wordt (worden) in de gelegenheid gesteld zich in een vergadering van de Raad van Toezicht waarin schorsing of verlenging daarvan aan de orde is te verantwoorden. Daarbij kan hij zich doen bijstaan door een raadsman.
4. De (leden van de) Raad van Bestuur kan (kunnen) worden ontslagen door de Raad van Toezicht.
5. De (leden van de) Raad van Bestuur defungeert (defungeren):
(…)
c. door zijn ontslag door de Raad van Toezicht;
(…)”